Gedicht, Light Verse, 5 november 2018
De man met de zeis zit hem dicht op de hielen Zijn eind is nabij weet de vluchtende vrek In de duistere nacht van de dolende zielen Denkt hij: Hein, wat stink jij uit je bek Ik ben wel vrek, maar had toch ook mijn dromen Moet mijn einde dan zo komen? Dat is me nou toch echt te gek Hij draait zich om en kijkt Hein aan De zeis reeds hoog geheven De vrek denkt, kijk hem daar nu staan Hein wil geen geld, hij wil mijn leven Hij buigt en zegt: hier is mijn nek Maar gun mij nog een laatste wens Wet goed het mes en spoel je bek. Hein grijnst en klieft hem niets ontziend Een frisse dood? Dat heeft hij niet verdiend Nog eenmaal om kijkt Magere Hein En schudt bezorgd zijn kop Wie draait er voor de uitvaart op? Verzekerd zal die vrek niet zijn Espunt, 5 november 2018 | Kathedraal van Trier |