MEEM'64, Evolutie, Ideeën, Taal en Creativiteit

Gerard van de Schootbrugge (alias Gerard Espunt)

 

27 augustus 2012

Van Speuld tot Winterswijk

Gemma en ik zijn gisterenavond   teruggekomen van twee weken Speuld waar we een kleine houten datsja   hebben in het Speulder- en Sprielderbos. Een hutje om te schrijven, te   lezen, te wandelen, te … We hebben er zelfs in het holst van de nacht op   de Ermelose hei gestaan om naar de Perseïden te kijken. Ieder jaar rond  15 augustus regent het ruimtestof. We kwamen wensen te kort!

Is dat niet  eenzaam in zo’n groot, donker bos? Nee. Er staan nog meer hutjes, waar  we overigens geen last van hebben, en er was ook nu weer regelmatig  bezoek van vrienden en familie.

Behalve gezellige dingen doen en veel ouwehoeren met al die gasten, hebben we de nodige   tijd besteed aan schilderwerk. Er is voor een fors bedrag aan woudgroen gespendeerd. Dood hout is nu eenmaal kwetsbaar in zo’n bosomgeving. Er zweeft permanent een onzichtbare wolk schimmelsporen rond. En in de   komende maanden schakelt de sporenvorming op naar de hoogste   versnelling.

Een klein bezwaar van een langer verblijf in Speuld is dat ik mijn website niet goed kan bijwerken. Ik zit daar met een dongel en heb een beperkte bundel aan up-  en downloadcapaciteit. Het gevolg is niet alleen dat er even geen   innovatie plaatsvindt maar ook dat de spammaffia zijn gang kan gaan en   al mijn reactieplekken volplempt met onzinnige shit.

Met schrijven heb ik me passief, actief en alles daar tussenin bemoeid. Ik heb met het allergrootste plezier De Nieuwe Wereld van Frank McCourt uitgelezen. Wat een fantastische schrijver is dat. Heel anders, maar waanzinnig boeiend, was A World Without Time   van Palle Yourgrau.  Centraal in dit boek staat de figuur van Kurt   Gödel, de man die in 1931 een bom legde onder de heersende overtuiging   van de wiskundigen dat binnen een bepaald stelsel van axioma’s (zoals   bijvoorbeeld die van Euclides voor de vlakke meetkunde) alle ware   uitspraken met behulp van de logica kunnen worden afgeleid. Gödel werd   de buurman van Einstein in Princeton en ging zich toen ook met het   fenomeen tijd bemoeien. Hij ontdekte dat er een heelal denkbaar is   waarin reizen naar het verleden mogelijk is. Omdat dit tot onmogelijke   paradoxen leidt, trok hij de conclusie dat de tijd zoals wij die ervaren   een illusie is. Ik ga het niet zo eenvoudige betoog denk ik nog een   keer lezen. Ook in het derde boek dat ik ter hand heb genomen, staat de tijd centraal. In Stil de Tijd   zoekt filosofe Joke Hermsen naar de essentie van de tijd voor de mens.   Zij wijst op het verschil tussen onze interne tijd en de kloktijd die we  van buiten opgelegd krijgen. En ze wijst op het belang van tijdsduur   versus de beleving van het nu.



Gemma verdwaald tussen de boeken in het betoverende boekenstadje Bredevoort, op de route naar Winterswijk.

Ik   heb me ook weer laten verleiden tot de aanschaf van enkele boeken. Op de zaterdagse kofferbakverkoop langs het Apeldoorns Kanaal trof ik de   tweedelige historie van de Binnenlandse Strijdkrachten (WO II) aan, en in het beeldschone boekendorpje Bredevoort (bij Aalten in de Achterhoek)   liet ik me verleiden om de biografie van Jan de Jong aan te schaffen. Laatstgenoemde was tijdens de oorlog bisschop van Utrecht. WO II klopt op allerlei manieren aan mijn deur. Vraag me niet waarom. In hetzelfde Bredevoort vond ik ook nog twee oude Prismapockets (die ik spaar), de nummers 143 en 263. De eerste bevat drie toneelstukken van Shakespeare: Koning Richard de Derde, De vrolijke vrouwtjes van Windsor en De storm. Als we ooit nog eens in contact komen met intelligente wezens van   buiten de aarde en we moeten ze uitleggen wat ons bezighoudt dan valt te overwegen om ze een geschikte vertaling van het werk van Shakespeare aan te bieden. De andere Prisma heeft als titel Koning Arthur & de Tavelronde.   Het verhaal over ridderlijkheid, dat zich heeft losgemaakt uit de mist van een ver verleden en nu deel uitmaakt van ons culturele erfgoed. Kortom, twee onaanzienlijke pocketboekjes met een inhoud die iedere   beginnende schrijver tot de grootst mogelijke bescheidenheid dwingt. Maar daarom ook zo inspirerend.


 



Winterswijk 2012. Zwerg op het schap bij de Bruna (links) en bij boekhandel Kramer (rechts).

Eenmaal   in Bredevoort besluiten we door te rijden naar Winterswijk. Ik wil even kijken in welke ambiance ik op 6 oktober a.s., b.g.v. de   Kinderboekenweek, mag optreden bij Boekhandel Kramer. Mooie zaak. Zowel bij Kramer als bij concurrent Bruna staat Zwerg op het schap en is men zeer te spreken over de verkoopcijfers. Opmerkelijk genoeg staat Winterswijk op het punt om in feesten uit te barsten. Wie Zwerg heeft gelezen zal het niet verbazen dat ik even moet denken aan De Week van de Maandagen. We nemen uiteraard nog even poolshoogte bij het House of Horror. Het ziet er knap eng uit. Even heb ik het idee dat ook hier een zwergachtige figuur dienst doet om het volk naar binnen te lokken. 

Mijn eigen schrijfwerk in Speuld vertoont een grote variatie. Je mag   het ook chaotisch noemen. Met twee manuscripten voor jeugdboeken ben ik wat verder gekomen. Verder heb ik aan twee verhalen gewerkt die   binnenkort in het blad van onze reünistenvereniging (Veritas, Utrecht) moeten verschijnen. En dan ben ik ook nog bezig met een boekje over de historie van een onderdeel van TNO. Gemma zegt dat ik meer focus nodig heb. Ik vrees dat ze gelijk heeft.