Dicht 4, Woest

Mijn vijf bijdragen aan de dichtbundel

Onderstaande gedichtjes vormen mijn bijdrage aan deel 4 van de dichtbundel Dicht, waar circa 25 dichters bij betrokken waren. Dit deel had als sleutelwoord Woest. De bundel verscheen op zaterdag 6 september.


Het Paradijs


Het avondrood is uitgelopen

Het vuile geel is aan de beurt

Terrassen klinken volgezopen

De koppen ogen woest gekleurd

 

Hoor ze lachen, de gezangen

Het Plein gepimpt als Paradijs

Alsof de bomen vol met knakworst hangen

Hier kent het leven prijs noch wijs

 

Geen einde aan de potpourri

De orgelman blijft draaien

Geen grenzen aan de euforie

De rokken blijven zwaaien

 

Dan, brekend glas, een rauwe gil

Een tafel door de lucht

Een beul die een nieuw biertje wil

Iets bloedends op de vlucht

 

De orgelman valt stil

 

Onheilsdieet


Meten is weten we maar al te goed

En weten voedt profeten

Voorzienigheid raast door hun bloed

Vol onheil hun diëten

 

Waangedreven terrorkikkers

Prikkelbare ooguitstekers

Slijmgedoopte lijkenpikkers

Goedgekapte nekkenbrekers

 

Verdorden die om water vechten

Satan met zijn helleveeg

Afgeschaalde zuurstofrechten

Continenten woest en leeg

 

Wat ik je nog eenmaal zeg

Beluister het profetenlied

Dan kom je nooit meer simpel weg

Met een slap dat wist ik niet

 

Woest


Ik ben het nooit, het zit niet in me

Beheersing heeft me veel gebracht

Tel door tot tien als drie te weinig is

Saai? Alleen als je gevoel voor humor mist

Humor, humus van vooruitgang

Met de mens als maat

Zijn tering en nering

Zijn inslag en schering

En de lauwe pus van de bezwering

Ik hoef geen lauwertak of ereboog

Ideeën ja, maar hoedt me voor de ideoloog

Woest, ik was het weinig

Ik laat het over aan De Groest

 

De Groest die zelfs niet tot drie kan tellen

Gootsteen van het Hilversumse zomerwater

Kommervol dorp dat zich bedruipt weet

Mijn geboortedorp verzameld rond De Groest

Waarboven eens per jaar een wolk breekt

Zodat de deksels van haar putten wild gaan dansen

Niets zo deksels woest als de deksels van De Groest

 

2024: 50 jaar Normaal


Zie gingen oeh, oehoe oehoe

Oehoe oehoe oehoerend hard

Zie gingen oeh, oehoe oehoe

Oehoe oehoe oehoerend hard

 

Zoveel oe in een verhaal

Dat lijkt de goden te verzoeken

Zo’n bak vol oe is niet normaal

Dat eindigt in een zee van vloeken

 

Bredevoort, Lichtenvoorde, Aalten, Winterswijk

Zwarte Cross, Steengroevetheater

Met een nest vol oehoetjes in de oude groevewand

 

Vijftig jaar Normaal

Boerenrock geknipt voor Aal

Het ging met Alie aan de haal

Dat deerntje uit de Achterhoek

Ze is al vijftig jaren zoek

Oehoe, Alie, Oehoe

 

De Zwarte Cross als deerntjesmagneet

Een trekkerfeest en deerntjes bij de vleet

Daartussen Alie, ooit een keer

Alie is en blijft nu eenmaal woest

Aantrekkelijk

Ja Alie smaakt nog steeds naar meer


Wat heet


Kijk hoe de boer knielt

Hij voelt de Aarde gloeien

Zijn Aarde voelt ontzield

Er valt niks meer te groeien

 

Moeder Aarde haat de mensen

Haar leeg gevreten land ligt braak

Zij negeerden al haar grenzen

Waar liefde was daar groeit nu wraak

 

Hoe kan ze zich verzoenen

Met de verblinde slopers van het woud

Kort was er rijkdom van het ontgroenen

Gaia’s lijden liet ze koud

 

Gaia laat nu de oven voluit gaan

Verwoesting geeft woestijnen

De wereld brandt, het vuur is aan

Het leven zal verdwijnen

 

Zonder haar kinderen kan ze niet bestaan

Met haar kinderen zal ze ten ondergaan


2025, Gerard van de Schootbrugge