Gerard van de Schootbrugge & Espunt
16 juni 2022, eerder verschenen in het Reunistenmagazine van Veritas, april 2022
Pater Gerard Oostvogel O.P. (1928 - 2021)In Memoriam 2
Op 28 oktober 2021 overleed in Bilthoven pater Gerard Oostvogel O.P. (Orde van de Predikheren). In de woelige jaren zestig en zeventig was hij van 1962 - 1977 studentenpastor in Utrecht met een speciale binding met de studentenvereniging Veritas. Toen hij in 1962 in Utrecht arriveerde was Veritas nog een katholieke studentenvereniging. Toen hij in 1977 uit Utrecht vertrok was de aanduiding katholiek vervangen door "voorheen katholiek" (vanaf 1972).
Het overlijden van Gerard Oostvogel was aanleiding om in het blad van de Veritijnse reünisten extra aandacht te besteden aan de laatste studentenpastor en aan de grote sociale veranderingen uit die tijd die zich ook religieus vlak manisfesteerden.
“Gerard Oostvogel: ‘Vir Justus’ in de bijbelse betekenis van het woord. Ook in moderne zin: ‘De juiste man, in de juiste tijd op de juiste plaats’.
Want Gerard was een bijzondere 3 D-er: Democraat, in het bijzonder toen door de maatschappelijke democratisering in de jaren '60 aanvankelijk vooral alleen meer jongens gingen studeren, vaak 'homines novi', en die dan nogal eens een meisje uit een meer 'gearriveerd'/academisch milieu aan de haak sloegen, niet zelden tot ongenoegen van haar ouders. Studentenpastores, en zeker ook Gerard met zijn bijzondere achtergrond, waren dan vaak succesvolle bemiddelaars. Hij was ook een Deconfessionaliseerder, iemand die scherp onderkende dat vanaf de jaren ’60, mede in het spoor van de Pastorale Concilies, deconfessionalisering plaatsvond. Een ontwikkeling die volgens Gerard niet per se tot minder religiositeit behoefde te leiden. Hij was te Devoot, te toegewijd, om wezenlijke religieuze waarden overboord te gooien.”
Aldus Jan Veldhuis (praeses Veritas 1962 - 1963. Gerard Oostvogel arriveerde als studentenpastor in Utrecht in het bestuursjaar van Jan Veldhuis.)
Pater Gerard Oostvogel (O.P.), kort maar krachtig neergezet door Jan Veldhuis, praeses van Veritas in het bestuursjaar 1962 – 1963. Een periode waarin maatschappelijke veranderingen op vele gebieden door een verweerde afdeklaag begonnen te breken. Dat gold voor Nederland, voor Utrecht, voor Veritas. En dat gold ook voor de rol en betekenis van de gevestigde religies.
Jan Veldhuis en Gerard Oostvogel hebben in die aanzwellende “revolutie” veel met elkaar te maken gehad. Ze deelden op een curieuze wijze een vergelijkbare achtergrond. Gerard Oostvogel begon als Utrechts student bij Veritas, koos na een paar jaar voor het klooster en het priesterschap, en kwam een aantal jaren later weer op zijn oude vereniging terecht, maar wel in een geheel nieuwe rol. Als studentenpastor. Daar ontmoette hij, naast talrijke andere Vertijnen, Jan Veldhuis, die de vaker voorkomende omgekeerde route had gevolgd. Jan brak zijn priesteropleiding af, ging studeren in Utrecht, kwam bij Veritas terecht, werd praeses en toen was een ontmoeting met Gerard Oostvogel onvermijdelijk.
Deconfessionalisering
Passend in dit verband is het pleidooi dat Jan als aftredend Veritaspraeses op 25 mei 1963 in zijn diesrede hield om de katholieke denominatie van de vereniging los te laten. Ontzuiling van de samenleving, en dus ook van Veritas. Meer openheid. Geheel in lijn met de poging van Paus Johannes XXIII om een frisse wind door de Kerk te laten waaien. In oktober 1962 was het Tweede Vaticaans Concilie van start gegaan. De “deconfessionaliseringsrede” van Veldhuis zorgde binnen Veritas voor de nodige onrust. Pastoor Vendrik was ‘not amused’. De toen nieuw aangetreden studentenpastor Gerard Oostvogel zal van deze uiting van de nieuwe tijdgeest minder zijn geschrokken. Volgens Jan Veldhuis “begreep hij het wel”. Het duurde nog een aantal jaren voordat deze kogel door de Veritijnse kerk was (1972).
Veritijn voor het leven
Op 28 oktober 2021 is pater Gerard Oostvogel (o.p., Orde der Dominicanen) in zijn woonplaats Bilthoven overleden. Hij was tijdens zijn leven op verschillende momenten nauw betrokken bij Veritas. Een geestelijke met een spirituele instelling wiens vrije geest soms tot enige opschudding leidde.
Gerard Oostvogel werd op 9 januari 1928 in Enschede geboren in een groot katholiek gezin, waarin eerst acht zonen ter wereld kwamen en vervolgens nog drie dochters. Zijn ouders, Gerardus Oostvogel en Lyde van der Lande, bezaten exclusieve modezaken in Enschede, Hengelo en Almelo. Hij bezocht tijdens de oorlogsjaren in Oldenzaal het Carmel Lyceum van de Karmelieten, een naar zijn zeggen zeer vooruitstrevende orde.
Gerard ging in 1945 naar Utrecht om geneeskunde te studeren. In de voetsporen van een oudere broer. Hij meldde zich aan bij Veritas.
Van Spon tot Predikheer
Veritas, Societeit Eigen Huis, circa 1967, Gerard Oostvogel met zijn onafscheidelijke pijp, man van het woord. Naast hem Mariëlle Kunst.
Veritas, Societeit Eigen Huis, circa 1965. Gerard Oostvogel, erkend saloonpianist en collega Nico Vendrik, twee studentenpastores die hier vol overtuiging de vreugde van het Roomse bestaan uitstralen.
Op 11 juli 1941 waren alle Utrechtse studentenverenigingen door de bezetter ontbonden. Het Eigen Huis was geconfisqueerd. Mede door de inspanningen van studentenpastoor Visser bleef de vereniging ondergronds actief. In 1943 viel de universiteit vrijwel stil. Er ontstond een stuwmeer aan studenten die pas na de bevrijding lid van Veritas konden worden. Uiteindelijk waren er in 1945 en 1946 vier groentijden nodig om de nieuwe leden op te nemen. Gerard behoorde tot de “Sponnen”. Zij werden als laatsten in februari 1946 geïnstalleerd.
Contact met een vriend uit Enschede, die zich in een Dominicanenklooster in Huissen bij Arnhem voorbereidde op toetreding tot de orde der Dominicanen, ook wel Predikheren genoemd, zette zijn leven op een geheel nieuw spoor. Na drie jaar studie, die niet erg vlotte omdat het feesten hem beter beviel, meldde hij thuis dat hij ook naar de Dominicanen wilde. Een totale verrassing voor het thuisfront. Naar verluid waren er ook nog wel wat meisjes die vleugjes hoop in rook zagen opgaan.
Op 21-jarige leeftijd legde hij zijn religieuze geloften af als lid van de Orde der Predikheren. Na zijn opleiding bij de Dominicanen doorlopen te hebben, werd hij in 1955 tot priester gewijd. Hij kreeg zijn eerste benoeming als kapelaan in Leeuwarden (1956-1959), vervolgens ging hij naar Schiedam (1959-1961). Na Schiedam werd hij rondtrekkend prediker vanuit het Dominicanenklooster in Zwolle, met name gericht op jongeren.
Veritas raakte steeds verder uit zicht, maar Gods wegen zijn vaak ondoorgrondelijk. In 1962 werd hij kapelaan in de Utrechtse Studentenparochie die toen in de Herenstraat was gevestigd. Collega’s uit die tijd waren Nico Vendrik, Bertus Leeneman en Joop Kamphuis. Het zal niet verbazen dat hij opnieuw intensief met Veritas te maken kreeg. En dat was voor Gerard Oostvogel bepaald geen straf. Veritas werd zijn parochieplek. Daar lag toch vooral zijn pastorale opgave. De eerste jaren was hij veel op de sociëteiten (alles gebeurde aan de bar), vooral op Veritas maar toch ook bij het Corps en UVSV. In de tweede helft van de jaren zestig werd de binding met Veritas zwakker en opereerde hij meer vanuit Huize Cunera aan de Nieuwegracht 32, waar de studentenparochie intussen was gevestigd.
Studentenparochie
Huize Cunera, vanaf 1968 het centrum van de Utrechtse Studentenparochie met een belangrijke rol voor behulpzame Veritijnen. Tevens de locatie waar talrijke Veritijnse huwelijken werden ingezegend.
Hierna de herinneringen van Matje Muris en Jaco Brenninkmeijer die eind jaren zestig als beheerders actief waren in Huize Cunera.
Veritas was een bij uitstek katholieke studentenvereniging en had daarom veel contact met de Utrechtse Studentenparochie. Het was dan ook niet verwonderlijk dat Gerard Oostvogel, een der pastores, regelmatig te zien was op sociëteit Eigen Huis aan de Kromme Nieuwe gracht 54. Eigen Huis was een van de drie sociëteiten van Veritas. De andere twee, Cadmos en Polypous, hadden toen hun optrekje elders in de stad. Eigen Huis was, zeg maar, de hoofdbasis, de andere twee afscheidingen met beperkt ledental.
De studentenparochie huisde toen in een bescheiden pand ergens in Utrecht.
Die studentenparochie floreerde in die tijd en groeide uit haar jasje. Daarom werd medio 60-er jaren overgegaan tot de aankoop van huize Cunera aan de Nieuwe Gracht 32. Cunera was een groot pand met veel mogelijkheden. Die werden benut. Op de begane grond werden – na een grondige verbouwing - een huiskapel, een feestruimte en vergaderruimtes ingericht. Huwelijken, dopen en andere bijeenkomsten konden nu “thuis” georganiseerd worden.
Boven was er ruimte voor de drie pastores Joop Kamphuis, Bertus Leeneman en Gerard Oostvogel. Voor het beheer van de ruimtes en de verzorging vande inwendige mens waren extra krachten nodig. Met zijn relaties op Veritas en Eigen Huis was het niet vreemd dat Oostvogel twee oud presidenten van Eigen Huis en hun partners bereid vond deze functies te gaan bekleden. De beherende en verzorgende echtparen konden ook in huize Cunera wonen. Aldus geschiedde. Jaco Brenninkmeijer en Matje Muris waren met hun echtgenotes Emmy van Esser en Paula Beckers de gelukkigen. Zij trouwden en betrokken hun appartementen in huize Cunera, waar ze gratis kost en inwoning hadden in ruil voor hun diensten aan pastores en parochie. Dit gebeurde allemaal rond mei 1968. Matje had ook al in de bouwcommissie gezeten van de verbouwing van huize Cunera. Het was de tijd waarin de studentenparochie nog floreerde en diverse geloven elkaar probeerden te vinden in oecumenische diensten, hetgeen verboden werd door de bisschop en dat leidde weer tot een protestbijeenkomst op het Malieveld, waar de bisschop (Alfrink) woonde.
Emmy ging de inwendige mens verzorgen, Paula het beheer van de ruimtes en andere zaken, hetgeen betekende organisatie van het wekelijkse koffie-uurtje na de kerkdienst, de verhuur van kapel en ruimtes voor huwelijken, doopsels,vergaderingen etc. Het onderhoud van alle ruimtes hoorde daar bij. Jaco en Matje hielpen waar nodig en mogelijk, maar waren vooral gefocust op het voltooien van hun studies belastingrecht en geneeskunde. Vermeldenswaard is nog dat het eerste kind van Paula en Matje, Eric, geboren is in hun Cuneratijd (juli 1969). Toen Paula zwanger was zijn de taken omgeruild. Paula ging voor de inwendige mens zorgen en Emmy pakte de andere taken op.
De eerste telg van Jaco en Emmy, Merlijn, is ook geboren in hun Cuneratijd, maart 1970.
De relatie van beide echtparen met de studentenpastores, vooral Oostvogel, was intensief. Gerard was ook degene die voor beide echtparen het kerkelijk huwelijk inzegende., alsmede de doop van de kinderen van Paula en Matje verzorgde, zelfs als hij daarvoor naar Zuid Limburg moest reizen.
Wat het samenwonen met Gerard Oostvogel zo extra bijzonder maakte was het enthousiaste pianospel van Gerard. Een genot om te horen en zien.
Paula en Matje vertrokken met hun zoontje in september 1970 toen Matje coschappen moest gaan lopen in Heerlen.
Jaco en Emmy hebben er ook tot mei 1971 gewoond, de afstudeermaand van Jaco.
Gerard Oostvogel werd in 1977 pastoor in Bilthoven en studentenpastoraat heeft nog tot 2006 op Cunera gefunctioneerd. Na het vertrek van Gerard kwam duidelijk in beeld hoe belangrijk de persoon van een pastor was en is in een parochiegemeenschap. Gerard heeft duidelijk laten zien dat niet het geloof, maar de persoonlijkheid van de pastor bepalend is voor een geloofsgemeenschap.
De parochie met een pastor die zich als gelijkwaardige onder het volk begeeft en wekelijks een goed verhaal heeft op de preekstoel, trekt volle kerken en niet alleen de geloofsovertuiging.Gerard Oostvogel gaf gestalte aan zo’n “populaire” pastor.
Jaco en Matje
Jaargenoot Terry Schmidt, echtgenote van de enkele jaren geleden overleden Clemens Willenborg, reageerde als volgt:
Hallo Gerard, leuk het artikel over Gerard Oostvogel. Ik heb hem zeer goed gekend, want zijn broer Martin was getrouwd met een zus van Cle. Hij heeft ons getrouwd en onze kinderen gedoopt. Dat gebeurde nog in die tijd. Ook onze oudste dochter is getrouwd door Gerard. Dat was even spannend want het was vlak na het huwelijk van Maurits en Marilene. Hij zou in de ban gedaan worden omdat hij Juliana de hostie had gegeven. Gelukkig liep het goed af en kon hij alsnog Karlijn en Hans trouwen. Het was een superlief mens en ik heb hele goede herinneringen aan hem. Dank! Het is altijd leuk om jouw verhalen te ontvangen. Blijf dit maar doen!!
Groet Terry Willenborg-Schmidt
Van Utrecht naar Bilthoven. Over grenzen gaan.
In zijn “Utrechtse Periode” leerde Gerard Oostvogel naar eigen zeggen ‘de oecumene omarmen’. Zijn houding, zelf nadenken vanuit de essentie van zijn geloof en ruimte bieden aan de ander, bracht hem wel eens in conflict met het kerkelijk gezag. Een beminnelijke en diepzinnige rebel, gevoelig, kunstzinnig, pastoraal. En met een sterk gevoel voor humor. In maart 1969 werd het Cunera-driemanschap Oostvogel, Kamphuis, Leeneman van het ene moment op het andere vanwege “ketterij” door kardinaal Alfrink op non-actief gesteld. Zij hadden toegestaan dat reformatorische studentendominees voorgingen bij de eucharistieviering. Zij werden, naar kerkelijk recht, “gesuspendeerd”.
Pastor Joop Kamphuis in 1969: “Twaalf en een half jaar ben ik priester geweest en na vijf minuten stond ik op straat met een briefje dat ik voorlopig mijn functie niet meer mag uitoefenen….De bisschop had ons ook kunnen schorsen vanwege experimentele diensten met reformatorische studentenpredikanten in de vastentijd.” In dat geval was een herstel van de positie aanzienlijk eenvoudiger geweest. Nu zouden de drie pastores hun opvattingen moeten herroepen. De uitzonderingspositie duurde een maand of drie.
Gerard Oostvogel werd veel later pastoor in Bilthoven, Joop Kamphuis trad uit en trouwde evenals zijn collega Bertus Leeneman, die als Remonstrants predikant zijn pastorale leven voortzette. Vermeldenswaard is verder dat Nico Vendrik, die als opvolger van pastor Visser in 1946 naar de Utrechtse Studentenparochie kwamen daar tot 1967 actief was. Toen in de loop van de jaren zestig steeds meer geestelijken begonnen te worstelen met de eisen die hun functie aan hun levenswijze stelde, werd Vendrik in 1967 de eerste directeur van het Centraal Adviesbureau Priesters en Religieuzen (1967-1991). Een collecte onder Veritasleden maakte het mogelijk hem bij zijn afscheid een auto te schenken.
Gerard Oostvogel kwam in 1998 in het internationale nieuws toen hij samen met ds. Nico ter Linden in Apeldoorn voorging in een oecumenische viering bij het huwelijk van prins Maurits van Oranje-Nassau en Marilène van den Broek. De communiegang van de hervormde prinses Juliana, vastgelegd door tv-camera’s, leidde in kerkelijke kringen tot hevige discussies. Ook de niet-katholieke prinses Margriet en prins Bernard waren te communie gegaan.
Van Utrecht naar Bilthoven
In 1977 werd Gerard Oostvogel benoemd tot pastoor van de parochie Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand in Bilthoven. Veritas had intussen afstand gedaan van haar rooms-katholieke identiteit. Vanaf 1972 gebruikte de vereniging alleen nog de omschrijving “van oorsprong katholiek”. In de periode 1984-1990 was Gerard Oostvogel tevens deken van het dekenaat Zeist. Zijn overstap naar Bilthoven is al weer zo’n verhaal waar Gerards leven vol mee zat. Een broer van hem vierde zijn koperen bruiloft. Als verwoed danser sleepte Gerard Trees Abbink mee de dansvloer op. Trees zat in Bilthoven in het kerkbestuur. Bilthoven zocht al enige tijd een pastoor. Terug in Bilthoven tipte ze bij haar voorzitter, Wim Pompe, Gerard Oostvogel als dansende kandidaat. Gerard wilde niet, niet tussen de kouwe kak van Bilthoven, maar na een bezoek aan de parochie ging hij vol overtuiging overstag.
Hij bleef zich inzetten voor de oecumene. Zo ging hij in 1998 samen met ds. Nico ter Linden voor in een geruchtmakende oecumenische viering bij het huwelijk van prins Maurits van Oranje-Nassau en Marilène van den Broek. De communiegang van de hervormde prinses Juliana, vastgelegd door tv-camera's, leidde in kerkelijke kringen tot discussies. Ook de niet-katholieke prinses Margriet en prins Bernard waren te communie gegaan. Orthodoxe katholieken eisten het ontslag van pastoor Oostvogel. De tegenkrachten waren toen al wat verzwakt.
Overigens is van Juliana bekend dat zij, net als haar moeder, steeds meer aandacht kreeg voor de oecumenische beweging. In 1964 was zij al zo ver dat ze geen moeite leek te hebben met de overgang van dochter Irene naar de rooms-katholieke kerk. Ze schijnt zich alleen geërgerd te hebben aan het feit dat aartsbisschop Alfrink, zonder overleg met haar, besloot tot overdoop. Wat haar volgens kerkhistoricus Ton van Schaik niet belette in de jaren tachtig een aantal indringende geloofsgesprekken te voeren met de inmiddels geëmeriteerde kardinaal. In die tijd, zo onthulde Gerard Oostvogel in het tv-programma 'Kruispunt', ging Juliana al ter communie bij de eerste heilige communie van de kinderen van Irene. Dus lang voor haar veelbesproken communiegang tijdens het huwelijk van kleinzoon Maurits met Marilène van den Broek, in mei 1998 (bron: Ton Crijnen,https://home.kpn.nl/mok00036/Juliana.htm).
Na zijn dood is correspondentie tussen kardinaal Simonis en Oostvogel over de koninklijke rel opgedoken. Simonis schrijft Oostvogel op 30 juni 1998 dat zijn vertrouwen ‘in ernstige mate beschaamd’ is en roept hem op het matje. Oostvogel reageert pas zes tergende weken later, met luchtig excuus: hij was heerlijk in retraite in Frankrijk. Dan uit hij opnieuw kritiek op Simonis’ orthodoxe aanpak (‘waarin ik met moeite de man van Nazareth herken’). En: ‘Moeten we het niet riskeren aanvechtbare dingen te zeggen en te doen, om daardoor vitale geloofsvragen weer aan de orde te brengen?’
Het verzet is niet vergeten: bij zijn oecumenische uitvaartdienst kwamen ook Maurits en Marilène afscheid nemen. Plus prinses Irene, met dochters Margarita en Maria Carolina. (bron: Volkskrant, 24 november 2021)
De echt
Wat daar niet werd genoemd maar waar we op deze plek geen geheim van hoeven te maken is het grote aantal Veritijnen dat hij, samen met zijn collega’s in zijn Utrechtse tijd in de echt heeft verbonden. Zeker dertig per jaar. Tijdens de uitvaart vertelde zijn zus Manuela, die nu ook haar laatste broer had verloren, dat er in Twente heel wat meisjes bedroefd achter zijn gebleven toen bekend werd dat Gerard Oostvogel voor het klooster had gekozen. ‘Ik heb er nooit een moment spijt van gehad,’ liet hij meer dan eens weten. Wonderbaarlijk, als je er even bij stilstaat: door ongebonden te blijven kon hij anderen binden.
Tijdens de uitvaartdienst in zijn parochiekerk in Bilthoven op 6 november 2021 werd nog eens bevestigd wat voor een bijzonder mens Gerard Oostvogel voor velen is geweest.
Gerard Oostvogel, moge hij rusten in vrede.
Gerard van de Schootbrugge (j.v.a. 1963)