Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Kort verhaal, 15 maart 2016
A trouwt met Z
Omdat ook Schikgodinnen zo nu en dan behoefte aan wat afleiding hebben, belandde jonkvrouw Charlotte Henriëtte Josephine van Heeteren tot Brunswick met haar paard in de vaart net op het moment dat Koos Bakker daar op zijn opgevoerde Berini langskwam.
Vlak daarvoor had de opgevoerde Berini, tot grote schrik van het paard, zijn uitlaat verloren. Koos voelde zich verantwoordelijk, bedacht zich geen moment en bracht jonkvrouw Charlotte veilig aan land.
Het paard wist het hoofd boven water te houden totdat een naburige boer met een trekker en een kabel het arme dier aan land wist te sjorren.
Charlotte's vader, verarmd maar wel baron, leefde naar zijn stand: noblesse oblige. En dus schonk hij zijn enige echte dochter met een diepe zucht aan Koos Bakker.
A trouwt met B hoort men vaak zeggen. Het zou kunnen. Het is bekend dat een zekere mate van complementariteit wederzijds voordeel en gezond nageslacht kan opleveren. Maar A trouwt met Z en dat alleen omdat het alfabet na de Z stopt? Het zal niet meevallen echtelieden te vinden die zo verschillend in het leven staan als Koos en Charlotte.
Koos, de jongen van de gestampte pot, Charlotte, in bijna alle opzichten de beschaving zelve, met verfijnde manieren en maniertjes, en een hoogontwikkelde smaak.
Vanaf het moment dat Koos Charlotte krachtig onder de oksels vastpakte om haar in vloeiende stijl op de wal af te zetten, kenden de Schikgodinnen nooit meer een ‘dull moment’. Niet omdat Koos en Charlotte elkaar het flatje waarin ze zich hadden gevestigd, uitvochten. Op een bepaalde manier respecteerden en waardeerden ze elkaar, hielden ze ook van elkaar.
Nee, de Schikgodinnen genoten vooral van de gevolgen van de extreem verschillende achtergronden van het stel. En toch, diep in hun hart, wisten Charlotte en Koos dat ze voor elkaar bestemd waren en ze deden echt hun uiterste best om de harmonie te bewaren en het standsverschil te overbruggen. Wat ze niet wisten, was dat ook dit door de godinnen was bekokstoofd. Deze unieke lotsverbondenheid moest wel even mee gaan.
Spiritueel was de kloof breed en diep, maar, o groot geluk, fysiek zat het wel goed. Je zou het niet zeggen als je haar fijne poppenkopje zag, haar hooggesloten bloesjes en haar rokken tot op de kuit, maar Charlotte was een hete donder die maar wat graag haar vlaklandgorilla beklom. En Koos genoot van de hooggesloten bloesjes juist vanwege die knoopjes, die soms wel twee keer per dag, spontaan open sprongen als hij haar onder de oksels als een veertje optilde en op het aanrecht plaatste, waar ze overigens volgens Koos ook thuishoorde.
Charlotte las, luisterde naar muziek en zette knoopjes aan. Koos niet. Charlotte vertelde haar vriendinnen vol overgave over het verdekte feminisme van Koos. Voor hem hoefde Charlotte niet achter het aanrecht. Erop was hem liever. En dat gold ook voor haar.
Het paard, dat was wel een wrijfpuntje geweest. Charlotte had gesmeekt dat het edele dier meekwam naar de flat. Ze kon niet zonder. Ook verarmde adel heeft moeite met loslaten. Maar een paard op een tweehoog flatje, dat ging Koos net even te ver. Uiteindelijk werd het een kleine Shetlander, die net op het balkonnetje paste en die op zondagavond door het raam van de logeerkamer naar de regionale omroep Friesland mocht kijken. Koos kon maar moeilijk wennen aan dat naar binnen loerende paardenhoofd als hij uit de keuken kwam.
Nog niet zo lang geleden trof ik bij toeval (hoewel?) één van de Schikgodinnen. Het was Klotho, de spinster van de levensdraad, die geheel incognito van een cheeseburger stond te genieten. We raakten aan de praat en Klotho vertelde over het plezier dat zij, samen met haar zusters Lachesis en Atropos, beleefde aan het leven van Charlotte en Koos. Tja, wie lacht niet die de mens beziet, dacht ik. Klotho had allerlei hoogst vermakelijke verhalen, zoals Koos en het Bevolkingsonderzoek Darmkanker. Volgens Klotho ging het letterlijk als volgt:
‘Koos, post voor je?’ zegt Charlotte als ze de kamer binnenkomt.
‘Boeiuh. Belangrijk?’
‘Je wordt in de gelegenheid gesteld om deel te nemen aan het nationale darmonderzoek, liefste,’ zegt Charlotte.
‘Kan weg.’
‘Op jouw leeftijd is het belangrijk Koos. Darmkanker is in jouw leeftijdsgroep een belangrijke doodsoorzaak.’
‘Je moet ergens aan dood gaan, vind je niet, Charlotte. Laat mij maar dood gaan aan jou.’
‘Mais non, chérie. Nu even niet,’ zegt Charlotte, die desalniettemin voor alle zekerheid een snelle blik in de keuken werpt om te zien of er niet te veel rommel op het aanrecht ligt. ‘Lees, nu eerst maar eens wat er in de folder staat. Dan heb je een beetje een idee waar het over gaat.’
‘Ik ben geen koe, Charlotte. Ik laat me niet in mijn kont kijken.’
‘Dat hoeft ook niet, chérie. Enige excrementen op de post doen, dat is alles.’
‘Zo’n grote bruine envelop volbouten?’ roept Koos ongelovig. ‘Je denkt toch niet dat ik geschuffeld ben? En dan zeker ook nog €6,50 verzendkosten omdat het pakket niet door de brievenbus past?’
‘Olala, mon amour. Niet zo opstandig. Lees nu eerst eens de uitleg.’
‘Uitleg? Niks uitleg. Ik lees niks en ik leg niks uit. De gewone man trekt altijd aan het kortste end. Nadenken, Charlotte. Als er een ander in jouw stront gaat roeren….
‘Toe nou, Koos, waarom zo boers?’
‘Ik draai er niet omheen, liefste. Ik maak het niet mooier dan het is. Er gaat straks iemand in mijn stront roeren en die komt natuurlijk van alles tegen.’
‘Omdat je niet goed kauwt, Coucou. Je schrokt. Logisch dat je dan van alles tegenkomt. Hele erwten en halve aardappels worden nu eenmaal niet goed in het bloed opgenomen.’
‘Eerst een nieuw gebit, dan kakken we wel weer verder.’
‘Maar ik wil je niet kwijt, mon amour. De darmen kunnen verworden tot een onderaards gangenstelsel zonder verlichting, waar ongedierte rondscharrelt, waar schimmels woekeren, waar permanent het gasalarm afgaat. Zeker bij jou, Coucou. Dat weet je zelf ook.’
‘Als je de deksel erop houdt is er niks aan de hand. Er zijn de laatste jaren gewoon te veel van die poepchinezen opgeleid, liefste. Die gasten zoeken werk. Bang maken, aan de schijt raken en binnen lopen. Zo simpel is dat. Zal ik je eens wat vertellen? Het is allemaal net als met die geheime agenten die ’s nachts je vuilniszak uitpluizen. En dan weten ze alles van je, Charlotte. Alles!’
‘Attention, mon chérie, je hoeft niet de hele vuilniszak op te sturen. Een monstertje is voldoende.’
‘Een monstertje? Een monstertje? Deze jongen levert alleen monsters af, dat weet jij net zo goed als ik, schat.’
En zo ging het nog lang verder. We zullen de discussie niet compleet weergeven. Het plezier van Klotho was onbedaarlijk. Na haar derde cheeseburger groette ze me en klaagde over kramp. Maar de lezer moet wel weten dat er in huize Bakker enkele dagen voorbij gingen waarin het onderwerp nooit ver weg was.
Koos, ruwe bolster, blanke pit, begon te schuiven omdat hij zijn grote liefde niet teleur wilde stellen. Er kwamen herinneringen boven drijven aan zijn kindertijd. Hoeveel vreugde ze thuis hadden beleefd aan de drollen die er in grote aantallen en variaties werden geproduceerd. Koos kwam uit een groot gezin waarin moeder niet altijd de tijd had om het wc-bezoek van haar koters in goede banen te leiden.
De keutels van Koos konden steevast op veel bewondering rekenen van zijn broertjes en zusjes. Ze waren mannelijk. Geen versiering. Eerlijke staven. Meestal één, soms anderhalf. Alleen zijn oudere broer Wouter moest hij in de toptien voor laten gaan. Wouter liet soms een patroon zien dat onmiskenbaar een W-karakter had. Zonder te bewegen, hield hij vol. Maar dat kon niemand echt geloven. Charlotte hoorde de verhalen met een glimlach aan en realiseerde zich wat ze als enige echte dochter allemaal had gemist.
Het waren zorgeloze tijden. Maar die gaan helaas voorbij als de druk van het leven oploopt en zijn verwoestende invloed op de spijsvertering gaat uitoefenen. Dan komt er een moment dat een toilet waarin de uitwerpselen direct uit het zicht verdwijnen als een uitkomst wordt beschouwd. Voorwaarts zonder om te zien in wrok.
Ook bij Koos en Charlotte was de vlakspoelclosetpot bij een eerdere renovatie vervangen door een diepspoelclosetpot. Voor dergelijke klusjes draaide Koos zijn hand niet om. Charlotte smolt bij de aanblik van zijn grofstoffelijke arbeid. Een man die vuile handen maakte! Ze had er wel eens stiekem van gedroomd.
‘Okee,’ zei Koos na een paar dagen vol kramp en flatulentie. ‘Ik zal meedoen. Maar ik heb nog wel een probleempje, Chacha. ’
‘En dat is?’ zei Charlotte.
‘Die drol blijft niet liggen. Die duikt gelijk onder. Daar kom ik nooit meer bij om een vorkje te prikken.’
‘Je hebt gelijk. Daar had ik nog niet aan gedacht.’
‘Dat gaat dus niet lukken,’ zei Koos opgelucht.
‘Misschien bij de buren?’
‘Nooit! Binnen de kortste keren ligt de hele inhoud dan op straat.’
‘Tja, dan moet je het toch op een bord doen. Of misschien op die fruitschaal die ik van papa heb gekregen’
‘Hou op Chacha. Hoe dan? Op mijn hurken zeker.’
‘Ik houd je wel tegen, chérie. Dat je niet omrolt.’
‘Wat nou hurken. Ik loop al veertig jaar met een voetbalknie. Stijve poot. Klap boem, klap boem.’
Charlotte zwijgt en zoekt in stilte een uitweg.
‘Ik heb een idee, Coucou. De ligstoel. Ik knip een opening in de zitting en dan ga je boven de fruitschaal zitten.’
‘Kan. Maar wel uit het zicht van dat vreselijke paard. En dan nog eens wat. Door alle opwinding ben ik al een paar dagen aan de racekak. Dat helpt ook niet mee.’
‘Ik ga vezelpillen voor je halen, mon amour. Dan moet jij straks eens zien.’
Na drie dagen op een verstrengd vezeldieet nam Koos plaats in de ligstoel boven de Ming-fruitschaal van de baron. Koos wilde deze toch wat beschamende opgave in volstrekte afzondering volbrengen en stuurde Charlotte naar een van haar halfzusjes. Charlotte verliet de flat verscheurd door hoop en bezorgdheid. Zij had Koos uitgelegd dat hij op vijf posities moest prikken met de meegeleverde prikpen. Nog weer twee dagen later beviel Koos van iets dat op de Ming-fruitschaal neerkwam met het geluid van een zwerfkei. Prikken bleek onmogelijk. En de klopboor leek Koos toch wat overdreven.
De volgende dag belde hij Charlotte dat de klus was geklaard en dat hij de barst in de schaal alweer had gelijmd. Bij thuiskomst straalde Charlotte van trots en opwinding. Koos zag direct dat ze een nieuw bloesje aan had. Nooit eerder had hij zoveel knoopjes bij elkaar gezien.
Drie weken later lag er een bericht van het Nationaal Darmcomité in de bus.
‘Lees maar voor als je wilt, liefste,’ zei Koos. ‘Uit jouw mond klinkt mijn doodvonnis misschien wat dragelijker.’
Na enige formele mededelingen kwam Charlotte aan bij de volgende passage:
‘Geachte heer Bakker, de samenstelling van uw faeces hebben ons voor de nodige vragen gesteld. Niet alleen de overmaat aan vezelmateriaal was opvallend ook de DNA-sporen van uw darmflora wijken volstrekt af van de patronen die we hier doorgaans tegenkomen. Nadere analyse aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht heeft uitgewezen dat uw florapatroon nauw verwant is aan paardenrassen zoals die op de Shetlands voorkomen. Wij hebben verder geen verdachte markers aangetroffen. Daarom onze gelukwensen met deze uitkomst en ons voorzichtige advies om op de door u ingeslagen dieetweg voort te gaan.’
Charlotte liet het document zakken en keek haar Coucou indringend aan. Op dat moment lagen er in de catacomben van het Olympisch Stadion drie goddelijke zusjes in een kramp. Van het lachen.
Espunt, 15 maart 2016