Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Praatje
Zondag 19 april 2020. Even stilstaan bij Buitenhof.
Over drie dagen ben ik jarig. Een slechte tijd om jarig te zijn. Even stilstaan bij zo’n moment is niet verkeerd. Maar in alle stilte 75 worden, in alle eenzaamheid al die kaarsjes uitblazen en dan met zijn tweetjes die hele taart soldaat maken. Dat kun je een mens bijna niet aandoen. Maar ook een taart heeft twee kanten. Misschien is het ook maar beter om niet te koop te lopen met zo’n leeftijd. De vijand, de onzichtbare vijand, de blinde maar desalniettemin uiterst behendige vijand, luistert mee. En het is gek op 75.
Zoals gewoonlijk naar Buitenhof gekeken. En zoals altijd pik je er toch wat van mee. En je vergeet even dat je bijna jarig bent en dat als je niet oplet je nog niet jarig bent. Twee niet onbekwame economen, Coen Teulings, voormalig directeur van het CPB, van en Lex Hoogduin, voormalig directeur van De Nederlandse Bank, die het tamelijk oneens waren over belangrijke economische vraagstukken samenhangend met de coronacrisis. De laatste erg ongerust over de oplopende staatsschuld, de eerste die waarschuwde dat we niet dezelfde lijn moeten kiezen als bij de vorige (banken)crisis: staatsschuld ten koste van alles en iedereen zo snel mogelijk omlaag brengen.
Je hoort zo hier en daar dat we eindelijk ons lot in handen durven te leggen van degenen die de sterkste handen hebben: de wetenschappers. Maar eigenlijk wisten we het natuurlijk al: economie is te moeilijk voor rationeel denkende mensen. Te veel emotie. En dus moet straks de politiek toch weer een gordiaanse knoop gaan doorhakken. Ik zou niet graag in die schoenen staan. Daar komt dan nog bij dat de epidemiologen ook niet op een lijn zitten. Ga er maar aanstaan. Onder de huidige omstandigheden kun je het per definitie dus niet goed doen.
Het enige wat je als leidinggevende dan nog rest is gezag uitstralen zodat het vlammetje van de hoop blijft branden. In tijden van diepe duisternis is er gelukkig één historische figuur waar we ons altijd aan kunnen vastklampen: Winston Churchill. Geen heilige, dus voor een wonder hoeven we niet op hem te rekenen. Maar wel een voorbeeld van onverzettelijkheid en vertrouwen in de goede afloop. Het is wel heel toevallig dat we juist in dit jaar 75 jaar bevrijding herdenken.
Naast de worstelende economen zaten er nog drie gasten in het programma. Gasten met een wijze kijk op het bestaan. Ramsey Nasr leest op dit moment verhalen voor uit de Decamerone, geschreven na een vreselijke pestuitbraak die het inwoneraantal van Florence halveerde. Hij hield een gepassioneerd betoog over de betekenis van de kunst, juist ook in deze ellendige tijd. Hij had nog kunnen verwijzen naar Churchill. Toen het kabinet van Winston Churchill voorstelde om extra geld vrij te maken voor de oorlog door te bezuinigen op kunst en cultuur, zei Churchill: ‘Maar waar vechten we dan nog voor?’ Dat vind ik nou een briljante uitspraak.
2016. Jan Terlouw heeft in DWDD het touwtje nog een keer uit de brievenbus laten hangen.
Wie er ook aan tafel kwam, was Jan Terlouw. Breekbaar, teer, maar met een geweldige uitstraling. Ik ken hem een klein beetje uit mijn studententijd (hij mij niet). Hij was medewerker op het voormalige FOM-instituut voor Plasmafysica in Jutphaas. Ik deed er een jaar afstudeerwerk. Ik kende Jans mooie artikelen over kernfusie in het tijdschrift Natuur en Techniek. Ik ontmoette hem voor het eerst (en het laatst) toen hij coödinator en ik uitvoerend medewerker van de cateringploeg was bij gelegenheid van het 10-jarig bestaan van het instituut in 1969. Een aardige en uitermate beschaafde kerel. Jan is nog steeds in goeden doen. Van zijn bestseller Oorlogswinter is een toneelstuk gemaakt dat bij gelegenheid van 75 Jaar Vrijheid opgevoerd zou worden. Even niet dus. Jan lag er niet wakker van. De coronacrisis zal volgens hem weer overgaan. Maar dan volgt de ultieme uitdaging voor de mensheid: het beteugelen van de klimaatcrisis. Qua impact niet te vergelijken met een virusplaag. Ooit had hij, als jonge fysicus, de hoop dat kernfusie ons een onbegrensde en schone energiebron zou opleveren. Het bleek lastiger dan iedereen in de jaren vijftig en zestig dacht. De hoop is nog niet opgegeven. Er wordt nog steeds hard aan gewerkt. Het vooruitzicht is ook na bijna 75 jaar nog altijd te mooi om zo maar op te geven. Maar het zal ons voorlopig niet helpen met de aanpak van de klimaatcrisis. Later, misschien.
Jane Goodall met haar grote liefde.
En toen, al heel lang één van mijn heldinnen, Jane Goodall. Bijna net zo oud als Jan Terlouw en met overeenkomstige gelaatstrekken: vriendelijk, wijs. Zij werd wereldbekend door haar in 1960 gestarte veldonderzoek van een in het wild levende groep chimpansees in Tanzania die ze tot op de dag van vandaag volgt. In het verlengde daarvan heeft ze zich met hart en ziel ingezet om deze bedreigde, zozeer aan ons verwante mensapen te beschermen. Ik kwam Jane op het spoor toen ik in 1971 haar boek “In the shadow of man” in handen kreeg. Ze gaf haar dieren namen en volgde de historie van stammoeder Flo en haar kinderen en kleinkinderen. Zie ook dit stukje film uit 1971
Ik kwam bij TNO terecht. Ook fascinerend. Met toen onder meer in Rijswijk een Primatencentrum. Een TNO-onderdeel van internationale allure. In de periode dat in Tanzania Flo moeder werd, werd in Rijswijk de basis gelegd voor beenmergtransplantaties. Aanleiding de mogelijke neveneffecten van het gebruik van kernenergie en kernwapens. Belangrijk onderzoek waarmee later talrijke levens konden worden gered. Maar mocht je daar mensapen aan opofferen? Een groot ethisch dilemma. Jarenlang werd er voor de poorten van de Rijswijkse vestiging van TNO actie gevoerd. En uiteindelijk met succes. Ook Jane Goodall mengde zich in de strijd. Op een zeker moment bracht zij een bezoek aan het Primatencentrum. Niet boos, niet agressief, zoals al die actievoerders, maar wel bezorgd en aangedaan. Het was duidelijk aan welke kant ze stond. Maar haar pleidooi was gebaseerd op wijsheid en respect, ook voor de onderzoekers. Hier nog een emotioneel voorbeeld van de liefde van Jane voor haar chimps.
Ook nu zullen we niet zonder dierproeven kunnen als we een vaccin willen ontwikkelen tegen het coronavirus. Maar iconen als Jane Goodall kunnen met gezag de ontwikkeling van dierproefvrije ontwikkelingstechnieken bepleiten. Om nog even de dilemma’s te illustreren. Er kwam ooit ook op dezelfde TNO-locatie een limousine voorrijden waar ene Brian May uitstapte. Inderdaad, van Queen. Hij kwam geld doneren voor aids-onderzoek waarna het labgebouw waarin dat onderzoek plaatsvond, werd omgedoopt tot “Freddy Mercury Building”. Tja, wat moet je daar nou van vinden? Chimps waren een tijdje de hoop van de onderzoekers omdat ze het virus wel bij zichkonden dragen maar er niet ziek van werden. Daar zou je als onderzoeker je voordeel mee kunnen doen. Er is nog steeds geen vaccin tegen aids en dierproeven met mensapen zijn al weer geruime tijd verboden. TNO heeft dit onderzoekveld afgestoten.
Na Buitenhof pakken we ons scrabblebord en gaan Gemma en ik aan de slag met de lettertjes. Dat doen we de laatste tijd. Heel fanatiek. Het is heerlijk weer, dus zitten we in onze eigen kleine buitenhof. Stevige schuttingen moeten de viruspartikels van de buren tegenhouden. Intussen staat de prunus ongegeneerd te dwarrelen. Onbegrijpelijk. Al die moeite om volop in bloei te komen en dan binnen een dag kan het vegen beginnen. Anders loop je het volgens Gemma allemaal naar binnen. Tenzij je natuurlijk niet meer buiten komt. Maar dan gaat het niet goed met je. Dan zit je in het Binnenhof.
Espunt, 19 april 2019