Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Kort verhaal, 19 september 2012
Broodje Mekaak
Opvoeden, hoe doe je dat? Gaat dat intuïtief? Hebben mensen ook een opvoedingsinstinct zoals honden en katten? En muizen en ratten? Hoe zit het daar eigenlijk mee? Die redden het volgens mij ook niet als ze niet goed zijn opgevoed. Met ongehoorzame muisjes loopt het meestal niet goed af, zoals we weten. Daar zijn genoeg mooi geïllustreerde kinderboeken over verschenen.
Mijn zoon is nu op een leeftijd dat alles wat er door een liefdevolle opvoeding bij hem is gezaaid intussen zou moeten zijn opgebloeid. Eén ding is duidelijk, invloed op hem heb ik niet meer. Ik heb me daar bij neergelegd. Hij is net 52 geworden, woont nog thuis en vertoont het gedrag van een puber. In het weekend dan. Door de week heeft hij een keurige baan bij de gemeente. Hij onderhoudt de plantsoenen en hij is lid van de vrijwillige brandweer. Tot zover zou ik nog tevreden kunnen zijn over onze opvoedingsresultaten. Terzijde, mijn vrouw is nog niet zo lang geleden overleden. Ik sta er nu op mijn 76ste helemaal alleen voor.
Tussen vrijdag 16.00 uur en maandag 2.00 uur verdwijnt alles wat wij ons kind aan normen en waarden hebben mee proberen te geven geheel uit het zicht. Vrijdags om klokslag 16.00 uur trekt het bevoegd gezag in onze gemeente zich terug uit de plantsoenen. De dienst verzamelt zich dan in de keet waar het gemeentelijke tuingereedschap wordt opgeslagen met het doel om na een week vol wieden en snoeien de teamspirit te versterken.
Er zijn in de Raad wel eens vragen gesteld naar aanleiding van klachten van partners. Maar het aantal partners bleek te gering om de betrokken wethouder die het groen in zijn portefeuille heeft tot corrigerende daden te bewegen. De meeste jongens van de dienst zijn om goede redenen vrijgezel en laten zich het verworven recht van het versterken van de teamspirit niet door de neus boren. Sterker nog, na deze protestactie van het thuisfront was de Groendienst de week daarna geheel partnerloos. Later doken er onbevestigde berichten uit kringen rond de wethouder op dat deze goed kon leven met deze oplossing.
Op vrijdag komt mijn zoon meestal wat later thuis. Met een paar maten en een stuk in zijn kraag. Ze zijn dan al bij de Vietneus langs geweest. Die kent de smaak van zijn pappenheimers: broodje mekaak, tietvraat (meneel bedoel tatfriet, lachuh) met de kwak van een loopse reiger en een bak pielemuisjes. Daar bedoelen ze mie mee, maar dat woord krijgen ze niet over hun lippen. Afkeer van de verkleinvorm.
Natuurlijk heb ik me vaak afgevraagd hoe het zo ver is gekomen. Ik geloof niet dat het aan mijn zoon ligt. Als kind hebben we eigenlijk nooit iets bij hem gemerkt. Hij kon altijd goed meekomen op het schoolplein. Achteraf gezien zat zijn liefde voor het groen er al jong in. Ik hoor het de leider van de E1 nog zeggen:‘Uw zoon is een geboren schoffelaar, meneer Vogelaar. Daar gaan we een controlerende middenvelder van maken.’ Opvoeden is toch vooral ook een kind zijn talenten laten ontdekken en ontplooien.
Maar waar het volgens mij echt fout is gegaan is bij de Gemeente. Toen mijn zoon op zijn veertiende aan de slag ging, een goed woordje van meneer pastoor deed wonderen, heette het nog Plantsoenendienst. Daar kon je op feestjes en partijen mee aankomen. Maar toen werd het ineens Groendienst. Een heroverwegingsoperatie. Een interimmanager kwam uitleggen dat plantsoen en groen niet hetzelfde is. Groen was meer dan plantsoen, dat was de essentie van het nieuwe beleid. En daarom moesten er drie man uit. Volgens mijn zoon was groen minder dan plantsoen. Neem de perkjes. Daar was de interimmanager het niet mee eens, dus moesten er nog drie man uit, waaronder mijn zoon. Maar daar heeft meneer pastoor mooi een stokje voor gestoken.
Ach, zo ging het maar door. De Groendienst moest zelfsturend worden. Het gevolg was dat ze ’s maandags om 10.00 uur al met het versterken van de teamspirit begonnen. Toen enkele buitenwijken onvindbaar geworden waren door woekerend zevenblad werd er een manager van buiten aangetrokken om de zaak te ontgroenen. De Groendienst werd omgeturnd in de afdeling PTT (Publieke Tuinen en Trapveldjes). Die naam was net vrijgekomen bij de vorming van KPN. Dat ging op feestjes en partijen natuurlijk wringen. Mijn zoon is een beste jongen maar zijn gevoel voor humor is wat beperkt. Die PTT duurde gelukkig maar even. Maar die jongens raakten natuurlijk wel het spoor bijster.
Een nieuwe wethouder en hup daar begon het gelazer weer. De vuilstort kon er ook wel bij, het publieke groen werd toch al vol gescheten. Het eind van het liedje was dat mijn zoon zelf manager werd, net als zijn collega’s. De club ging projectmatig werken. Hij werd manager van de Operation Shit. Met een target en een bonus. Die job was hem overigens wel op het lijf geschreven, hij riep al langer de hele dag shit. Ervaringsdeskundige. Alles werd target. Op vrijdag tijdens de team spirit enforcement meeting hoorde je voortdurend: ‘laat nog eens een paar targets doorkomen. Een paar uur later was het target voor die week gehaald en gingen ze op weg naar het volgende target: een broodje mekaak van de Vietneus. Vind je het gek dat zo’n jongen losraakt van zijn opvoedkundige roots? Al die spanning, al die verandering. Ik begrijp heel goed dat ie het weekend hard nodig heeft om weer even bij te ontladen. Even het hoofd helemaal leeg. En dat ie niet zonder zijn cluppie kan, begrijp ik ook. Zo’n fonkelgroene grasmat met een controlerende middenvelder, dat houdt zulke jongens op de been. En daar mag de gemeente blij om zijn. Nee, dat gegooi naar de grensrechter keur ik zeker niet goed. Ik zeg het bijna iedere week: jongens, laat die springrollen van de Vietneus toch thuis. En stop ze in ieder geval niet vol met rotjes. Maar ja, het zijn pubers. Die breinen zijn nog niet volgroeid.
Espunt, 19 september 2012