Een 3D-balletje voor Houdini

Kort verhaal, 17 januari 2018

Een 3D-balletje voor Houdini




17 januari

Voor het eerst sinds dagen weer een menselijk wezen ontmoet. En nog vriendelijk ook. Een jonge knaap die een pakket kwam brengen. Hij vertrouwde me toe dat hij even getwijfeld had aan de status van zijn navigatiesysteem omdat hij alleen nog maar bomen zag. Toch nog maar doorgereden en jawel hoor, daar stond waarachtig nog een woning. Niks voor mij, had hij gezegd. Veel te eenzaam. Hij moest mensen om zich heen hebben.


Tja, ik had tot voor kort ook nog iemand om me heen. Maar daar ga ik wel wat aan doen. Ze is nog dichtbij, dat merk ik aan alles. De jongeman kwam de 3D-printer brengen. Voorlopig kan ik even vooruit. Voordat je zo’n ding aan de praat hebt, ben je wel even bezig. Maar zo’n ding aan de praat krijgen dat gaat me wel lukken. Ik weet dat het wat nerderig overkomt, maar ik luister graag naar wat apparaten me te vertellen hebben. Daar leer ik veel van. Zeker die complexe dingen zoals een 3D-printer met al hun kunstmatige intelligentie hebben een eigen karakter. Misschien wel een eigen ziel. Sommige mensen worden gelukkig van medemensen, sommigen van hun huisdieren, en dan zijn er ook nog idioten zoals ik. Mijn full color scanner had ik al eerder aangeschaft. Ik denk dat ik nu aardig compleet ben.


20 januari

De afgelopen dagen druk geweest met mijn printertje, hoewel, zeg maar gerust printer. Het is zeker geen hobbyapparaat. Omdat ik toch wel wat hulp nodig heb, ben ik al door mijn bundel heen. Maar volgens mij werkt het nu allemaal.


Ik ga morgen een eerste proefdingetje printen. Ik heb een balletje gedownload. Daar kan dat kleine katje dan een beetje mee spelen. Ik zit mooi opgescheept met al die katten van Monique. Dat wil zeggen, er zit in de schuur een moeder met zes jongen. Ze had er zeven, maar één is er, als een eendenkuiken, achter mij aan gekomen. Die moeder heeft haar kleine nog een paar keer bij zijn lurven gepakt, maar heeft het tenslotte opgegeven. De rest van haar nest vroeg ook om aandacht.


Er loopt nu de hele dag een klein katje om me heen. Verbazingwekkend. Ik heb geen idee waar dit gedrag vandaan komt. Wat het in mij ziet. Toch op zoek naar een vaderfiguur? Ik verzorg het diertje. Het is aandoenlijk, vooral als het naast mijn laptop ongeneerd omvalt van de slaap. Tegen de koeling aan. Daar is het natuurlijk lekker warm. Monique zou trots op me zijn. Ik bedacht dat het handig was als ik het beestje een naam gaf. Gisteren heb ik hem toegesproken en hem duidelijk gemaakt dat hij nu officieel staat ingeschreven als Houdini. Hij maakte geen bezwaar, maar echt blij was hij ook niet. Waarom die naam? Omdat ik hem regelmatig kwijt ben. Het is een soort ontsnappingsartiestje.


22 januari

Het balletje is een groot succes. Dat wil zeggen, als eerste product van mijn printer. Opvallend glad. Ik heb hem met de fijnste nozzle geprint. Dat levert een bijna glad oppervlak op. Geweldig. En heel licht, want het balletje is natuurlijk niet massief. 3D-printen is wel even wat anders dan kleien. Het balletje is ook poestechnisch een succes. Houdini kan er uren achteraan jagen, een zwiep geven en weer verder jagen. Het is helemaal zijn balletje. Tot ie omvalt naast de laptop.


23 januari

Ik heb vanochtend een mooi boeket met bosgroen bij Monique gebracht. Ze ligt in de kelder. Dat was de beste oplossing. En eerlijk gezegd ook de goedkoopste. Ze was niet verzekerd. Op een plek als hier in het bos valt het niemand op als er een bewoner op een zeker moment ontbreekt. Zeker als je zo teruggetrokken leeft als wij hier. Het was goed zo. Monique kon niet meer. Ik wilde niet meer.En we kenden elkaar nog niet eens zo lang. Het was een lieve vrouw met een paar gebreken. Haar kattenliefde was grenzeloos en ze had niets met techniek. Sterker nog, de wereld van de techniek stond haaks op haar wereldbeeld.


Ze leefde in een sfeer vol aardwezens en onzichtbare entiteiten. Een softe, parallelle wereld met een eigen dynamiek, maar ook een parallelle wereld die ons in onze wereld niet met rust laat. Er is een dualiteit, een eenheid in verschillende gedaanten, zo hield ze me vaak voor. Juist hier in de fluisterende verlatenheid van het grote woud voelde zij die duale verbondenheid.


Ik voelde ook verbondenheid. Met haar. Want het was een mooie en intrigerende vrouw. Met een verhaal, dat ook. Maar ik vermoedde al snel dat haar esoterische opwinding, al die dingen die ze zag en voelde, dingen die ik niet zag en ook niet voelde, wel eens het gevolg konden zijn van de combinatie van intredende dementie en de consumptie van vreemde gerechten en drankjes. Toen ik eenmaal bij haar was ingetrokken werd me duidelijk dat dit echter niet het hele verhaal was. Zo ordinair was het ook weer niet. Typisch iets van een techno-nerd.


Ze had zich altijd aangetrokken gevoeld tot het grote geheim van het leven. Ze had verschillende wegen verkend om achter dit geheim te komen. Zonder veel resultaat. Uiteraard zou ik bijna zeggen. Uiteindelijk was ze tot het inzicht gekomen dat ze het geheim niet buiten maar binnen moest zoeken. Want het was de ziel die volgens haar de verbinding maakte. Laten we maar zeggen dat op het laatst haar verkruimelende brein van iets dat ooit betekenis had gegeven aan haar bestaan daar nu een angstige chaos van maakte. Ze liet wel eens doorschemeren dat die angsten, die soms de vorm kregen van visioenen, haar ertoe hadden gebracht mij in haar leven toe te laten.


Ik heb het boeket op de eenvoudige steen gelegd en ik heb haar verteld over mijn 3D-plan en over het eerste geslaagde experiment, het balletje voor dat supergrappige rollebolbeestje dat ik de naam Houdini had gegeven.


25 januari

Ik weet niet hoe ik mijn gemoedstoestand moet omschrijven. Opwinding en vreugde, zeker, want de print van Moniques hoofd, een buste, op dertig procent, is opmerkelijk goed gelukt. De kleuren zijn meer dan levensecht. Het was vorige maand overigens nog een hele toer om een fatsoenlijke scan te maken. Dit technische gedoe maakte Monique in de war. In haar angstige brein ontstond wantrouwen. Het kostte me heel wat overredingskracht.


Ik was eigenlijk van plan een volledige bodyscan te maken. Maar Monique, die normaal geen enkele schroom had om geheel ontkleed door haar huisje te dartelen, verzette zich hevig tegen mijn voorstel. Uiteindelijk moest ik me tevreden stellen met een scan van haar hoofd. Nog lastig genoeg want ik moest met mijn handscanner om haar heen lopen en zij moest stil blijven staan. Bij het achterhoofd gekomen had ze er genoeg van. Dat achterhoofd ziet er dus niet uit. Dat wist ik natuurlijk. De achterhoofddata ontbraken in het scanbestand. Maar de rest is werkelijk briljant.


Dat was gisteren. Ik heb Moniekje voorlopig even op de schouw gezet om goed uit te harden.


Vanochtend hing Houdini aan mijn broek. Al snel was me duidelijk wat eraan scheelde. Houdini was zijn 3D-balletje kwijt. Ik ben de halve ochtend aan het zoeken geweest. Spoorloos. Ik kon weinig anders dan vandaag een nieuw balletje maken. Houdini blij, ik blij, allemaal blij.


Ik herinnerde me uit mijn jeugd dat je jonge poesjes geen groter plezier kunt doen dan het tapijt wat op te bollen zodat er gangen ontstaan, en dan zo’n balletje in de tapijtgang te leggen. Houdini vond de Metro prachtig.


Ik zat onder de oude schemerlamp nog wat te googelen. Zo nu en dan keek ik even op om te zien hoe het met mijn kleine vriendje ging. Het ging goed met mijn kleine vriendje tot het moment dat hij uit een gang tevoorschijn kwam. Zonder zijn balletje en duidelijk van slag. Ik riep tegen beter weten in nog een paar keer “zoek, Houdini, zoek”, wetend dat poezen geen hondentaal verstaan of in ieder geval hooghartig negeren. Ik trok het tapijt glad om te zien of het balletje ergens opbolde, wat niet het geval was. Balletje 2 was weg en bleef weg. En nu had ik er met mijn neus bovenop gezeten. Vreemd. Ik beloofde Houdini dat hij morgen een nieuwballetje zou krijgen. En ik bedacht dat dit de laatste zou zijn.


26 januari

Ik werd vannacht gewekt door een harde klap. Was Moniekje van de schouw gekletterd! Geen duidelijke oorzaak. Het heeft vannacht behoorlijk gewaaid. Misschien dat de schoorsteen in trilling is geraakt en dat Moniekje daardoor ‘aan de wandel’ is gegaan. Ik bedenk maar wat. Gelukkig was ze op haar achterhoofd terechtgekomen. Daar kan ze wel wat hebben zonder dat het opvalt.


Voor Houdini maar weer een balletje gedraaid. Pas ’s avonds gegeven omdat ik hem goed in de gaten wilde houden. Hij schoot als een turbomol onder het tapijt door. Een klein feestje, ook voor het publiek. Opeens meende ik iets te horen op de schouw. Een paar tikjes. Ik schrok. Niet nog een keer op de grond schoot het door mijn hoofd. Ik draaide zo snel ik kon mijn hoofd schuin naar achteren en omhoog om te zien wat er op de schouw gebeurde.


Er gebeurde niets. Maar er was blijkbaar wel iets gebeurd. Moniekjes kleuren. Ze waren verbleekt, nog nauwelijks te zien. Had ik haar te lang te dicht bij het vuur laten staan? Even was ik perplex, toen besefte ik dat er vanonder het tapijt geen geluid meer kwam. Was Houdini’s batterijtje op? Meestal had ie nog wel de puf om tevoorschijn te komen. Ik voelde nu iets in mijn borststreek dat ik alleen van enge verhalen kende die ik bij voorkeur vermeed. Wat gebeurde hier?


Ik richtte mijn aandacht op het tapijt. Er gebeurde niets, de voorstelling was voorbij en de acteur was blijkbaar met de noorderzon vertrokken. Ik begon het tapijt op te rollen om te zien waar Houdini met zijn balletje zat. Houdini zat nergens, of in ieder geval niet onder het tapijt, en ook het balletje was verdwenen. En alsof het allemaal nog niet genoeg was, meende ik nu ook geluid uit de kelder te horen. Nu moest ik vooral niet in paniek raken. Niet in dezelfde paranoïde toestand terechtkomen als bij Monique was gebeurd. Morgen ga ik het project Monique afronden.


27 januari

Ik zal maar gelijk met de deur in huis vallen. Dit is voorlopig het laatste bericht in dit dagboek. Ik zit even in een pension in de stad. Even de zaak op een rij zetten. Wat er gebeurd is?


Het eerste wat ik tegenwoordig ’s ochtends doe is even voelen of Houdini nog naast me ligt. Hij ligt er altijd, maar vanochtend niet. Onbewust voelde ik dat dit een slecht teken was. Maar als high-techadept vermande ik me en liet een rijtje rationele verhaaltjes passeren die me eerlijk gezegd minder geruststelden dan gewoonlijk.


Moniekje stond gelukkig nog op de schouw en ze had warempel ook weer haar boskleur terug. Count your blessings, bedacht ik. Komt het toch nog goed.


Na het ontbijt pakte ik haar voorzichtig en liefdevol op en liep naar het kelderluik dat ik voorzichtig opende. Ik sloeg een paar slome, overwinterende muggen dood en daalde voorzichtig af. Het was mijn bedoeling om de buste van Monique op haar steen te plaatsen.


Eenmaal op de keldervloerkreeg ik de schrik van mijn leven. Het werd zwart voor mijn ogen waardoor ik niet goed meer zag wat er precies aan de hand was. Maar in een flits zag ik iets dat me de stuipen op het lijf joeg en me in paniek deed wegvluchten.


Nu ik moet opschrijven wat ik meen gezien te hebben voel ik weer die vreselijke angst en voel ik weer mijn hart in mijn keel bonzen. Op de grafsteen van Monique lagen drie balletjes in een precieze driehoek. Binnen de driehoek lag een wit hoopje met zwarte vlekken. En in een flits zag ik in een duistere hoek van de kelder twee boosaardige groene ogen omringd door zes paar blauwe oogjes.


Moniekje staat hier voor me. Ik vraag me af wat ik nu nog met haar aan moet. Het lijkt erop dat Monique er niet erg blij mee is. Moet je horen wie dat zegt!


Espunt, 17 januari 2018