Gerard van de Schootbrugge & Espunt
2012, 19 mei
Hemelvaart en ruimtevaart.
Op de avond van Hemelvaartsdag hield hoogleraar Theoretische NatuurkundeRobert Dijkgraaf een spectaculair tv-college over de kosmos en over de grote vragen van het leven: hoe is het allemaal begonnen, hoe heeft het zich ontwikkeld en hoe zal het eindigen, met ons en de wereld? Misschien voor ons stervelingen wel de allerbelangrijkste vraag: wat heeft het allemaal te betekenen, werd door Dijkgraaf niet aangestipt. Maar goed, hij had ook maar drie kwartier.
Een interessante coïncidentie: Hemelvaart en een verkenningsreis door ruimte en tijd. Je proeft een zekere verwantschap, hoewel de mentale kloof tussen het beeld van een in het wit geklede Christusfiguur die van de aarde wegzweeft, en het beeld van een imposant grote maar weinig begeesterende lege ruimte met zo hier en daar een sterreneiland onoverbrugbaar groot is.
Hemelvaart en Ruimtevaart.
De terugkeer van Jezus naar zijn Vader, na een aards bestaan van 33 jaar, wordt door de hele christenheid gevierd op de veertigste dag na Pasen, tien dagen voor Pinksteren, altijd op een donderdag.
Deze wonderbare gebeurtenis valt geheel buiten het wereldbeeld van de moderne wetenschap. Het is dan ook niet zo vreemd dat Robert Dijkgraaf Hemelvaart niet noemde. Hij liet overigens wel een plaatje zien met daarop een Middeleeuws wereldbeeld: de aarde in het centrum en daar omheen de zon, de planeten en de sterren geordend in een aantal bolschillen of sferen. Voorbij die sterren zouden dan de hemelse sferen beginnen.
In zijn Divina Commedia heeft Dante beschreven hoe het er ongeveer uit zou moeten zien.
Het magistrale college van Dijkgraaf liet zien hoe ver het menselijk intellect intussen reikt. Door stug waarnemen met steeds slimmere hulpmiddelen en door subliem denkwerk met hulp van de wiskunde weten we vrij goed hoe de kosmos zich sinds de Big Bang heeft ontwikkeld, inclusief het verschijnen van (intelligent) leven.
De grote lijnen zijn redelijk goed bekend. Al met al een formidabele prestatie. De mens, nietig in de onmetelijke wereldruimte, heeft desalniettemin een bijzondere betekenis. De mens is klein maar niet onbeduidend want het is de mens die de kosmos inzicht in zichzelf heeft gegeven. Dit is een wonderlijke gedachte. Misschien zijn we niet het enige intelligente leven in het heelal. Maar dan geldt nog steeds dat we deel uitmaken van het kosmische brein. Met onze kennis en onze inzichten heeft het heelal kennis van zichzelf verworven.
Heeft dat betekenis? Heeft dat zin? Zit daar een bedoeling achter? Een plan? Hier scheiden zich de wegen van de wetenschap en het geloof. De wetenschap voelt zich meer aangetrokken tot de hoe-vraag. Maar mensen beginnen als kind al met de vraag waarom. En dat stopt nooit. Zelfs niet na het zien en horen van Robert Dijkgraaf.
Robbert Dijkgraaf
Geheimen ontsluieren
Formidabel zoveel als we al weten!