Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Open innovatie en internet vormen een natuurlijk verbond. Internet heeft niet alleen een revolutie ontketend op het gebied van de beschikbaarheid en toegankelijkheid van kennis, het speelt zelf ook een actieve rol in een bijzondere vorm van open innovatie: open source software ontwikkeling. Studies over dit onderwerp leveren nieuwe inzichten in de voordelen van open samenwerking en in nieuwe vormen van het delen van kennis. Daarbij blijkt onder meer dat de toegangsrechten soms belangrijker zijn dan eigendomsrechten.
Het innovatiespel ontwikkelt nieuwe spelregels. Het belang van innovatie is intussen zo groot geworden dat de efficiency van het innovatieproces zelf een punt van aandacht is geworden. De nieuwe innovatiediscussie moet dan ook gaan over de innovatie van innovatie.
De metamorfose van het Philips Nat.Lab. terrein is symbolisch voor de veranderingen die zich voItrekken op het gebied van innovatie. In Waalre zijn de hekken en de bewakers verdwenen, het terrein is ontsloten en de laboratoria van Philips raken in hoog tempo ingebed in een bonte verzameling high-tech bedrijven en onderzoeksinstellingen. Het parool is: 'open innovatie'. Deze nieuwe visie op innovatie gaat er grof gezegd vanuit dat bedrijven veel meer aandacht moeten besteden aan de in- en uitstroom van kennis. Bepaalde intern gegenereerde kennis komt alleen buiten het bedrijf tot volle wasdom en buiten is er kennis die binnen uitstekend van pas komt ('most bright guys are outside'). Ook kennis die de kerncompetenties raakt. Een open deur? Bepaald niet, anders had het boek Open Innovation: The New lmperative for Creating and Profiting from Technology van Harvard hoogleraar Henry Chesbrough uit 2003 niet zo'n impact gehad.
De omschakeling van gesloten naar open innovatie is al geruime tijd gaande. De VS loopt voorop maar ook een bedrijf als ASML hanteert al langere tijd een open-innovatiestrategie. Geen zware corporate R&D-structuur maar een apparaat dat wereldwijd samenwerkt met strategisch belangrijke kennispartners. In het nieuwe denken krijgen de corporate labs de functie van spin in internationale kennisnetwerken en regisseur van samenwerkingsprojecten in plaats van autonome kennisgenerator. De hoofdtaak verschuift van research naar search. Overigens blijft essentieel dat een bedrijf over een zodanige kennisbasis beschikt dat het in staat is kennis van buiten naar waarde te schatten en effectief te implementeren.
Voor kennisleveranciers geldt dat ze in een andere positie komen te staan ten opzichte van bedrijven. Meer in een partner- dan in een opdrachtnemerrelatie. Dat vraagt om nieuwe gedragsregels. In Europees verband hebben enkele direct betrokken partijen het initiatief genomen om aanbevelingen voor 'verantwoord partnerschap' op te stellen. Adequate afspraken over kennisrechten is een van de aspecten. Open innovatie kan ook consequenties hebben voor de Europese staatssteunregeling bij R&D. Deze regelgeving is in 2006 toe aan zijn reguliere update.
Onze Technologische Topinstituten zijn een voorbeeld van open innovatie. Ook enkele nieuwe samenwerkingsverbanden die TNO op stapel heeft staan, zoals het Holst Centrum samen met Philips en IMEC, vallen in deze categorie. Op EU-niveau kunnen sommige Europese Technologie Platformen, waarin publieke en private partijen geacht worden samen te gaan werken aan strategische doelen, een vergelijkbaar karakter krijgen. Een bedrijf dat zich geheel heeft bekeerd tot het nieuwe geloof is Procter & Gamble. Het heeft als strategische doelstelling dat minstens 50% van de innovaties 'van buiten' moet komen.
Het bedrijf maakt intensief gebruik van de nieuwe mogelijkheden die internet biedt. Het stond aan de basis van het internetbedrijf NineSigma dat als een makelaar en programmamanager optreedt voor P&G en andere bedrijven om via internet kennispartners op te sporen die kunnen reageren op alle mogelijke kennisvragen. Er zijn intussen meer van dit soort dienstverleners actief. Het is duidelijk dat hier nieuwe kennisoverdrachtstructuren in ontwikkeling zijn. Nieuwe innovatiemechanismen.
Drs. Gerard van de Schootbrugge, 2006
Medewerker van TNO Strategie en Planning