Tante

Gedicht, 2 juli 2019.


Dit gedichtje heb ik gemaakt bij gelegenheid van een klein dichtersfestival in het Pijnackerse etablissement Tante Boefie op 28 juni 2019

 

Tante

 

Er zat een luchtje aan die tante

Wij van de kroeg, wij kwamen er niet uit

Zij wist gewoon te veel van wanten

In elke zak deed zij een duit

 

Tante hield voor ons niets achter

Haar trots die droeg ze recht naar voor

Als ze binnenkwam, riep ze: wie lacht er?

Ik zie het wel, ik heb het heus wel door

 

Ze klonk dan even als een bootsman

Maar het herstel kwam bliksemsnel

Ze knuffelde vol vuur de barman

En luidde wulps zijn koperbel

 

Geef die stumpers gauw een drankje

Kijk hoe droog ze daar nu staan

En dan klonk het: tante dank je

Ja tantelief is met ons lot begaan

 

Tot op een dag bij ’t binnenstappen

Haar hart begon te falen

Je zag haar bleek naar adem happen

Ze zou de koperbel niet halen

 

Haar laatste woorden waren:

Haal een dokter, vlug, met spoed

Mijn laatste rondje, jullie houden het te goed

 

Hoewel ze van de barman alle hulp kreeg

Kwam zijn hartmassage toch te laat

Al was er toch iets van een resultaat

Haar borsten liepen namelijk piepend leeg


Tante ging als tante mooi de mist in

Op haar eind ging zij als oom de kist in

 

Espunt, 2 juli 2019