Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Praatje van 23 maart 2020
Corona, de doornen kroon
De zon
De zon heeft haar eigen corona die alleen te zien is bij een volledige zonsverduistering, of met een coronograaf waarmee je de zonneschijf kunt afdekken.
Ik kan jullie helaas niet veel wijzer maken over de corona-crisis. Ik heb er niet voor geleerd. Maar het houdt me natuurlijk wel bezig. Corona komt uit het latijn en betekent krans of bloemenkroon. Ik moest eraan denken toen ik onze koning het volk hoorde toespreken. De overwinnende veldheer paradeerde in het oude Rome met een corona op het hoofd. Olympische kampioenen kregen ook zo'n overwinnaarskrans op het hoofd. Corona heeft ook de betekenis van menigte. Als we dat alles op deze tijd projecteren, bekruipt mij een bevreemdend gevoel. Geen parades, geen menigtes, geen Olympische Spelen. Een bestaansverduistering.
Mijn eerste kennismaking met de corona was overigens tijdens mijn bijvakstudie Sterrenkunde in Utrecht. Ik noem nog maar eens de namen uit die tijd: prof. Kees de Jager en Chriet Titulaer. Het specialisme van Utrecht was de studie van de zon. Bij volledige zonsverduisteringen werd de zonnecorona zichtbaar. Om daar iets van te zien moesten de Utrechtse zonnekundigen meestal op expeditie. De corona is een uitgestrekte lichtkrans om de zon waar je tijdens een volledige verduistering, even, metingen aan kan doen. De zonnecorona strekt zich uit over miljoenen kilometers en heeft een temperatuur van 1 miljoen graden. Veel hoger dan die van het zonne-oppervlak (6.000 graden). Je kunt tegenwoordig in Utrecht geen Sterrenkunde meer studeren. Het werd te duur en de maatschappelijke relevantie was blijkbaar niet overtuigend genoeg. Utrecht is daarna een tijdje coronavrij geweest.
Succesvolle Biobotjes
Het coronavirus jaagt ons de stuipen op het lijf en vergalt het bestaan behoorlijk. Het trekt zich niets aan van rangen en standen, hoewel de allerrijksten ongetwijfeld hun ziel en zaligheid proberen te redden. Verhalen uit Rusland wijzen in die richting. In de VS zal het niet veel anders zijn. Het virus heeft wel zijn voorkeur als het om leeftijd gaat. Onze koning moest al binnen blijven, en nu schijnt ook Prins Charles in quarantaine te moeten. Merkel mag ook al niet meer naar buiten. Alleen onverschrokken Hollandse jongens van Jan de Wit wanen zich onkwetsbaar. Domme stoerdoenerij hoort bij de jeugd. Probleem is nu wel dat steeds meer mensen zich permanent jeugdig wanen en het bijbehorende gedrag vertonen.
We zouden dat virus er graag flink van langs willen geven maar dat is nog niet zo simpel. Het is immers niet meer dan een onzichtbaar klein biorobotje dat in de loop van de evolutie is ontstaan. Een echt levend wezen is het volgens de meeste biologen niet. Het ontbreekt dan ook in The Tree of Life. Volgens sommige biologen ten onrechte. Een virus is een stukje DNA, of RNA (verwant met DNA), een klein biologisch productieprogrammaatje, verpakt in een beschermend vliesje van eiwitten, dat als fenomeen alleen kan overleven als het zijn stukje erfelijk materiaal (vaak maar een paar genen) een passende levende cel weet binnen te smokkelen. Zo’n cel gaat vervolgens het virus-DNA in zijn eigen DNA integreren om het vervolgens zelf te gaan vermenigvuldigen en vervolgens het virusdeeltje te assembleren. Het resultaat is dat zo’n geïnfecteerde cel een massa nieuwe virusdeeltjes produceert die zich verder in het slachtoffer kunnen verspreiden. De cel gaat ten gronde. Virussen zijn dus een soort oerparasieten. En zoals bij alle parasieten is steeds weer de vraag: hoe zijn ze ontstaan? Zonder gastheer gaat het niet. Vooralsnog een open vraag.
Maar een ding is wel duidelijk: in de evolutie is parasitisme een buitengewoon succesvolle overlevingsstrategie. Heel sneaky profiteren van de inspanningen van een ander. Medailles hebben echter altijd twee kanten. Virussen hebben waarschijnlijk ook een belangrijke rol gespeeld in de evolutie en doen dat ongetwijfeld nog altijd. In het DNA van hun gastheren, waaronder dus de mens, maar in feite alle planten- en dierensoorten, worden talrijke achtergebleven stukjes virus-DNA aangetroffen. Zonder virussen waren we er misschien wel niet eens geweest. Met virussen zijn we er wel geweest, maar dat klinkt gelijk wel erg cru.
Virussen zijn de meest voorkomende ‘levensvorm’. Er zijn talloze verschillende virussen en de erfelijke variatie is groter dan bij welke andere levensvorm ook. Onder gunstige omstandigheden vermenigvuldigen zich heel snel en dat brengt met zich mee dat ze ook snel muteren. De reproductie gaat niet ‘foutloos’ en dat is een voorwaarde om te blijven bestaan. Zonder voortdurende mutatie zou een gastheersoort zoveel immuniteit opbouwen dat het virus uitsterft. Met zo'n verpletterende aanwezigheid moeten we haast wel aannemen dat ze een rol spelen in de instandhouding van het leven op aarde. Maar dat ze ons in hun blinde reproductiedrang ook behoorlijk te pakken kunnen nemen, is de harde les die we nu weer moeten leren. We gedenken dit jaar 75 jaar vrijheid. Misschien moeten we ook iets verzinnen om ook deze virusramp niet te vergeten. Oorlog heeft vele gezichten.
Edward Jenner en het pokkenvirus
Het werk van een intelligente arts die te maken had met die verschrikkelijke pokkenziekte. Edward Jenner had ontdekt dat melkmeisjes soms koeienpokken opliepen, waar ze weinig last van hadden, maar dat ze minder dan gemiddeld de mensenpokken kregen. Jenner merkte dit niet alleen op, hij deed er ook iets mee. Serendipiteit! Om zijn hypothese te testen infecteerde Jenner op 14 mei 1796 de 8-jarige James Phipps met koepokken. Hij maakte twee kleine krasjes op zijn huid. Die krasjes wreef de dokter in met de vloeistof uit de pok van de hand van het jonge melkmeisje Sarah Nelms. Na een dag of zeven vertoonde de jongen wat lichte ziekteverschijnselen, maar nog twee dagen later was hij weer genezen. Op 1 juli van datzelfde jaar infecteert de dokter de jongen met het menselijke pokkenvirus. Het joch krijgt geen pokken! Het woord vaccin komt van vacca, het latijnse woord voor koe!
Het pokkenvirus komt nu niet meer in het wild voor. De laatst bekende natuurlijke besmetting met pokken was op 12 oktober 1977. De Ali Maow Maalin kreeg koorts, maar overleefde de ziekte wel.
Larry Brilliant waarschuwde
Larry Brilliant leidde dat uitroeiingsprogramma. Veertien jaar geleden hield hij een TED-Talk waarin hij beschreef hoe de volgende pandemie er uit zou zien. Zijn verhaal was te erg. Pure horror. Een miljard mensen ziek, 165 miljoen slachtoffers. Een wereldrecessie en een depressie met een economische schade van 1000 – 3000 miljard dollar en met catastrofale, bijna onvoorstelbare effecten. Zijn advies nu: testen, testen, testen! Als we weten wie de ziekte heeft gehad kunnen we voor die groep de beperkingen (binnen zekere grenzen) opheffen en kan de maatschappij weer gaan bewegen. In 2015 was er een niet-viroloog die in een TED-Talk de wereld eveneens ernstig waarschuwde zich voor te bereiden op het onvoorstelbare: Bill Gates. Hij kwam met een reeks praktische voorstellen om ons voor te bereiden op de klap die alle deskundigen aankondigden met de aantekening dat we tijdens de SARS-epidemie door het oog van de naald waren gekropen.
Het lijkt dat China de waarschuwingen meer ter harte heeft genomen dan wij hier in het vrije, zich onkwetsbaar wanende Westen. Er is hier in ieder geval weinig of niets met de waarschuwingen gedaan. Natuurlijk hebben de medische experts niet stilgezeten, maar het is een teken aan de wand dat de ziekenhuizen op het punt stonden te stoppen omdat er geen mondkapjes meer waren. Hebben we nu geleerd dat deze elementaire voorzieningen tot de strategische voorraden gerekend moeten worden? En dat er ergens in een vaderlands Fort Knox essentiële voorraden (met name van medische aard) liggen waarmee we minstens een half jaar vooruit kunnen? Of slimme productiecapaciteit die we in korte tijd kunnen opstarten?
Het is bekend dat je niet te lichtzinnig moet omgaan met extreme waarschuwingen. Er zijn altijd grote onzekerheden en gevolg geven aan zo'n waarschuwing heeft uiteraard ingrijpende implicaties. Je kunt niet te vaak San Fransisco ontruimen omdat er aanwijzingen zijn voor “de grote klap” die dan weer niet komt. Totdat die uiteindelijk wel komt. De kunst van de massapsychologie en de massacommunicatie, maar op de eerste plaats van het voorbereiden op…Opmerkelijk maar niet onlogisch het advies om het leger te betrekken in de voorbereiding en de bestrijding. Power. Middelen en eenheid van commando en communicatie. Tijden kunnen veranderen.
Boccacciootje
Boccaccio toont de wereld zijn beroemde werk de Decamerone. Hij schreef het medio veertiende eeuw ten tijde van een vreselijke pestuitbraak.
Gisterenochtend had het radioprogramma OVT een deel van zijn uitzending gewijd aan een andere gesel van de mensheid: De Pest. De gruwelijkheid droop er vanaf. Dat Shakespeare en Boccaccio er nog iets waardevols uit wisten te halen kun je nauwelijks een schrale troost noemen. Shakespeare schreef zijn 154 sonnetten (en verloor zijn zoon Hamnet). Boccaccio schreef medio veertiende eeuw zijn Decamerone honderd verhalen van tien mensen (drie mannen en zeven vrouwen, elk tien verhalen) zich verschuilend voor de pest. Zoals ik me nu al schrijvend verschuil op mijn zolderkamer. In de komende editie van het reünistenblad van mijn studentenvereniging Veritas besteden we onder meer aandacht aan het overlijden van Wim Hornix, een grote naam in de Veritijnse historie (kwam aan in 1947), onder meer befaamd om zijn oratorische talent. Bekend was zijn gewoonte om tijdens een feest op tafel te klimmen om de aanwezigen te vragen of ze nog zin hadden in “een boccacciootje”. En dan volgde er een verhaal. We leven weer in de tijd van “de boccacciootjes”. Gelukkig liggen de media er nog niet uit want een boccacciootje op een feestje is er even niet meer bij. Digitale media. Internet. Gelukkig is Internet behoorlijk shockproof zijn want het is ooit in de jaren zestig bedacht om zelfs tijdens een kernoorlog overeind te blijven. De beeldtelefoon gaat ons erdoorheen slepen. Heel lang een sciencefictionverzinsel en nu met Skype en Facetime de reddingslijn van het moderne samenzijn.
1920 and all that
Een paar dagen terug werd ik de gelukkige bezitter van een ingebonden jaargang van Het Kleuterblaadje, jaargang 1920. Het jaartal zette me wel weer even aan het denken.
Een paar dagen geleden verraste een buurvrouw ons met een tasje waarin drie ingebonden jaargangen van het in tijden van het Rijke Roomsche Leven veel gelezen Kleuterblaadje. Een eens in de twee weken verschijnend Tijdschrift voor Kinderen van 6 tot 10 jaar. Tegenwoordig wordt deze leeftijdsgroep tot de bijna-volwassenen gerekend. Het eerste doorleefde boekwerk betrof de jaargang 1920. Rector W. van den Hengel uit Hilversum voerde de redactie, Spaarnestad drukte het en het abonnement was 3 ½ cent per week, zeg maar 1 ½ eurocent. Mooie details. Met name mijn geboortedorp Hilversum wekte, zoals steeds, mijn belangstelling. Op Wikipedia vond ik de rector terug. Het bleek te gaan om mgr. Willem van den Hengel (1881-1963) van de Fraters van Utrecht, die in 1920 rector was van de St. Ludgeruskweekschool te Hilversum. Op de Oude Amersfoortseweg, waarlangs, schuin aan de overkant, ook de voetbalvelden van EMM lagen. Onze katholieke hoop in bange dagen. Winst van EMM was goed voor een weekje klein geluk.
Dat jaartal 1920 bezorgde me wat neerslachtigheid. Een eeuw geleden. Een kwart eeuw later, 1945, werd ik geboren. In het huis van mijn grootouders waar paters, fraters en missionarissen nooit ver weg waren. Twee weken voor de bevrijding. Dit jaar wordt ik 75 jaar, ben ik 50 jaar getrouwd en vieren we 75 jaar vrijheid. Een feestjaar. Tenminste, daar waren we ons op aan het voorbereiden. Het is nog net gelukt een verhalenbundel van het schrijverscollectief Oostland Literair met als titel 2020. 75 jaar vrijheid in stijl af te sluiten. Het boekje met daarin mijn verhaal Voor een zak bruine bonen, konden we op woensdag 11 maart met de nodige distantie aanbieden aan de burgemeesters Pieter van de Stadt van Lansingerland en Francisca Ravestein van Pijnacker-Nootdorp. Hier een video van de presentatie.
Daarna was het uit met onze feesterij: taptoe, licht uit en binnen blijven. Wie mij wat beter kent weet dat ik geen zielepiet ben. Maar onze trouwerij moest in 1970 worden uitgesteld omdat mijn vader plotseling overleed, 25 jaar later, in 1995, overleed op 21 januari onze dochter Maartje. En nu, weer 25 jaar later gooien gemene robotjes roet in de champagne. Geen feestmaal aan de tafel van 25. Maar gezondheid is oneindig veel meer waard. Of niet soms?
Ik vond dat jullie recht hadden op wat opbeurende woorden. Je hebt als brodeloze schrijver ook je verantwoordelijkheden.
11 maart 2020. Oostland Literair presenteert de bundel: 2020. 75 jaar Vrijheid. De burgemeesters van Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland nemen het boekje in ontvangst.
Espunt, 23 maart 2020