Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Kort verslag, 29 januari 2013
Voetbalflitsen
Een goede voetballer laat zijn minder talentvolle teamgenoten beter spelen, dat is bekend. Maar wat gebeurt er op het veld als er alleen maar talent rondloopt? Dan gaat het ongewone, het onverwachte regeren. Hoe ik dat weet? Ik maakte jarenlang deel uit van zo’n wonderteam. Hieronder enkele karakteristieke spelmomenten uit een van de vele onvergetelijke wedstrijden die ik mocht meebeleven.
Spelen in dit elftal, het heeft mijn leven verrijkt, het beste in me naar boven gebracht en me het zelfvertrouwen geschonken dat ik zolang te kort was gekomen. Het was een voorrecht maar makkelijk was het niet. Aan de hand van enkele flamboyante spelmomenten zal ik proberen begrip te kweken voor de dankbaarheid die ik nog altijd voel als ik aan deze verrijkende periode in mijn leven terugdenk. En geloof me of niet, maar ik voel weer kippenvel en kriebels. Lees verder en je zult het hopelijk begrijpen.
Spelmoment 1. Floris, onze doelverdediger die door de supporters liefdevol de Zwevende Legende wordt genoemd, staat op het punt de bal opnieuw in het spelte brengen. De spanning stijgt nu het aftellen is begonnen. Het massieve rechterbeen heeft zich losgemaakt van de grond. Een weg terug is er niet. Het bruine monster bereidt zich voor op het ergste. Passagiersvliegtuigen wijken uit naar buitenlandse luchthavens.
Spelmoment 2. Het projectiel slaat in op het weerzinwekkende voorhoofd van de vijandelijke voorstopper. De gevolgen zijn vreselijk maar het was uiteindelijk zijn eigen keuze. Hij had ook kunnen bukken. De bal maakt zich met een slurpend geluid los van de opengesprongen schedel, een hoeveelheid grijze stopverf met zich meevoerend, en ploft voor de gretige voeten van onze gelouterde en balverliefde middenvelder Adelbert, die we Klokhals noemen.
De rest van het elftal haalt opgelucht adem. De ervaring heeft geleerd dat men voorlopig niet in actie hoeft te komen. Zo hier en daar ontstaan wat groepjes, die vrolijk een kaartje beginnen te leggen. Anderen benutten de gelegenheid om even naar huis te bellen om door te geven dat het wel eens wat later kan worden. Intussen begint Klokhals op gang te komen. De bal verdwijnt regelmatig uit het zicht om vervolgens uit nogal onwaarschijnlijke lichaamsopeningen weer te voorschijn te komen. We weten niet hoe Klokhals die kunstjes flikt omdat onze hakbalartiest altijd eerst een rookgordijn optrekt. Als zijn directe tegenstander na enige tijd bij de scheidsrechter begint te klagen over duizeligheid, stuurt onze begaafde technicus de bal volstrekt onverwacht en met gierend tegeneffect in de richting van onze rechterflank.
Spelmoment 3. Het is geen geheim dat het nu op het inschattingsvermogen van onze buitenspeler Govert-Jan aankomt. Omdat we vinden dat die naam niet bij hem past, noemen we hem Toepolev. Iedereen blij. Toepolev probeert koortsachtig te achterhalen of de geraffineerde pass van Klokhals echt voor hem is bedoeld. Klokhals geeft nooit commentaar bij zijn passes. Radeloos snelt Toepolev langs de lijn heen en weer, druk overleggend met onze coach, die we vanwege zijn scherpe commentaar Sambal Oelek, vaak ook alleen maar Oelek, noemen. Oelek heeft in Indië gevochten en weet veel van ballistiek. Toepolev heeft moeite de aanwijzingen van Oelek te volgen omdat Oelek voortdurend van inzicht verandert ten aanzien van de plaats en de tijd van de landing van de bal. Deze geraffineerde onvoorspelbaarheid maakt de passes van Klokhals zo aantrekkelijk voor de neutrale toeschouwer.
Spelmoment 4. Ten einde raad neemt Toepolev de bal op de hak, een suggestie van Oelek. Deze gewaagde oplossing leidt ertoe dat het leer nu zo snel om de eigen as draait, dat het zich eenmaal terug op aarde door de grasmat heen de veenbodem in boort en derhalve als verloren beschouwd moet worden. Het begeleidende, slurpende geluid doet de weerzinwekkende voorstopper van de tegenpartij onwillekeurig naar zijn hoofd grijpen.
Spelmoment 5. Het spel wordt hervat met een scheidsrechterbal, zodat de arbiter de wedstrijd verder met één bal moet uitzingen. ‘Zolang de fluit het nog maar doet,’ merkt hij snedig op. De tegenstander ziet kans het leer te veroveren en rukt nu op in de richting van onze linkerflank. Niet verstandig. Hen wacht een directe confrontatie met onze immer attente linksback Diederik, die we niet anders kennen dan als de Vliegende Dokter. Onze Dokter weet wat hem te doen staat. Na een korte sprint verheft hij het tanige lichaam van de grond, draait het in een horizontale stand en richt de fraaigestrekte benen op zijn nietsvermoedende doelwit. De actie maakt een diepe indruk, op zijn tegenstander wel te verstaan, die zwaar ontwricht afziet van verdere speldeelname. We hebben met hem te doen, te meer daar in alle polissen tegenwoordig staat dat spelen tegen de Vliegende Dokter niet langer wordt vergoed.
Spelmoment 6. Hoewel het gevaar voor ons vriendenteam in eerste instantie is bezworen, zit de Vliegende Dokter nog wel met een persoonlijk probleem. De tegenstander heeft namelijk met tien man de jacht op hem geopend en dat vreet aan zijn conditie. Leopold, zeg maar De Muil, zijn collega-back op rechts, neemt het voor de Vliegende Dokter op en wijst de scheidsrechter fijntjes op zijn verantwoordelijkheid. Het gevolg is dat de tegenstander zich in twee groepen splitst en nu de achtervolging op onze beide backs inzet. Uiteindelijk weet Sambal Oelek de orde te herstellen door de achterhoede om te gooien en kan het spel hervat worden met een vrije trap op links.
Spelmoment 7. De bal wordt hoog voor ons doel gebracht en wordt, zo mogelijk nog hoger, genadeloos geretourneerd door onze reusachtige laatste man, Ballefloor die eigenlijk Theodoor heet. Dat geeft lucht. De wereld ziet er gelijk weer een stuk vrolijker uit, zeker nu de bal neerdaalt in de buurt van het werkterrein waar ons linker blok actief is. Frederik (voor ons De Bunzing omdat hij voor, tijdens en na de wedstrijd petomane trekjes vertoont) wil zich over de bal ontfermen en linksbuiten Arnoud (Hinkende Hinde) beoogt hetzelfde. De ontmoeting is allerhartelijkst. De Bunzing stuurt op zijn geheel eigen wijze een aantal naar adem happende tegenstanders het bos in. De Hinkende maakt van de gelegenheid gebruik om er met de bal tussenuit te knijpen. Hij moet wel. In de buurt van zijn ploegmaat blijven is geen optie. Wij kijken ademloos toe. Met zijn felgekleurde haarband en zijn zonnebril is de Hinkende een opvallende verschijning. Terwijl hij hardnekkig de zijlijn blijft volgen, opdracht van Oelek: hou het veld breed, dreigt een debacle. De zonnebril zakt namelijk en ook de zweetband.
Spelmoment 8. Als de zweetband de plaats van de zonnebril heeft ingenomen raakt onze Hinkende Hinde het spoor bijster. Hij wijkt af van de rechte lijn en verdwijnt met de bal aan de voet en met grote snelheid in de richting van de kleedkamer. De afrastering rond het veld brengt uitkomst. Terwijl de geblinddoekte Hinde als aangeschoten wild en als een natte dweil over de draad bungelt, claimt hij een vrije trap vanwege obstructie. In deze visie wordt hij direct gesteund door De Muil, die op de van hem bekende innemende wijze de scheidsrechter op zijn verantwoordelijkheid wijst.
Spelmoment 9. De Bunzing maakt van de verwarring gebruik om volkomen ten onrechte de ingooi te nemen. Tegen de tijd dat Vlad de Spietser (zijn moeder noemt hem Norbert en hij is onze spits) de bal in zijn bezit krijgt, liggen nog steeds verschillende tegenstanders met ernstige vormen van lachkramp op het gras, zodat Vlad bij zijn rush naar het vijandelijke doel geen weerstand van betekenis ontmoet. Zelfs de keeper hangt blauw aangelopen en naar adem snakkend tegen een doelpaal. Vlad gaat dus op een open goal af. We houden ons hart vast. Dat zou wel eens te veel gevraagd kunnen zijn van onze doortastende spits. Van alle kanten volgen de aanwijzingen hoe het karwei af te maken. Oelek probeert boven De Muil uit te komen wat een onbegonnen zaak is. Vlad heeft zijn eigen plan al getrokken. De bal moet als een streep naar de rechter bovenhoek. Waarom ook niet ?
Spelmoment 10. Dan gebeurt waar wij voor vreesden. In plaats van in de goal belandt de bal op een naburige camping. De gevolgen zijn ernstig. Niet alleen op de camping. De Zwevende Legende schopt een deuk in de paal, Ballefloor graast een strook van het strafschopgebied kaal, De Muil verlaat het veld te meer omdat hij intussen zijn derde rode kaart te pakken heeft en Sambal Oelek wordt door enkele stevige broeders in een dwangbuis afgevoerd.
Dat we deze wedstrijd uiteindelijk toch hebben gewonnen was uitsluitend een kwestie van talent. Het verschil met de tegenpartij was gewoon te groot. De details zijn op zich verder niet belangrijk. Waar het mij in deze korte schets om ging, was om nu eens van binnenuit te laten zien wat een toevallige bundeling van talent met een elftal kan doen.
Zir Tikkietakkie (niet mijn echte naam)
29 januari 2013