Gerard van de Schootbrugge & Espunt
2012, 11 augustus
Rock around the clock en het begin van de moderne jeugdcultuur.
Wie iets wil weten over de historie van de popmuziek kan het beste even op de site van Harry Knipschild kijken. Goeie kans dat hij daar vindt wat hij zoekt. En zo niet, dan vindt hij wel iets dat hij niet zocht maar dat minstens zo interessant blijkt te zijn. Harry is een levende popencyclopedie. Heb je je wel eens afgevraagd waar popprofessor Leo Blokhuis zijn informatie vandaan haalt? Je raadt het al. Ook Leo klopt regelmatig aan bij Harry Knipschild.
Zeer onlangs was ik bij Harry om hem te interviewen voor het blad van de reünistenvereniging van Veritas, de studentenvereniging waar Harry in 1962 lid van werd en ik een jaar later. Vijftig jaar later spreek ik Harry voor het eerst. Kun je nagaan wat een jaar startverschil kan uitmaken. In de loop van het gesprek komen we aan bij het thema jeugdcultuur en bij de vraag hoe, waar en wanneer die is begonnen. Harry, naast popexpert ook een academisch gevormde historicus, heeft daar duidelijke ideeën over. Er komen verschillende verklaringen langs. En natuurlijk valt de naam Bill Haley, wie kent hem niet. Trots dat ik ook even kan laten zien dat ik mijn klassieken ken, roep ik, als die naam valt: Rock Around The Clock. De film uit 1956 waarbij zo veel bioscoopmeubilair sneuvelde.
Om die reden moest mijn vader, toen hoofdagent van politie in Hilversum, achter in de bioscoop (Casino? Rex? City?) een oogje in het zeil houden. Ik kan me nog herinneren dat de arme man totaal ontdaan thuiskwam. Nog niet eens zozeer vanwege de agressieve sfeer in de filmzaal, maar meer door de beelden en de muziek die hij daar had gehoord. Ik betwijfel zelfs of hij het geluid van iemand als Little Richard wel als muziek heeft ervaren. Mijn vader zong zelf graag onder het afwassen liederen als het Panis Angelicus (versie Andrea Bocelli). Toch wel wat anders dan See You later Alligator.
Hij besefte het niet, ik al helemaal niet, maar hier klonk het opzwepende startsignaal van de jeugdcultuur.
Overigens moet ik er, ten faveure van mijn vader, aan toevoegen dat hij twee stukken muziek had gehoord die hem wel goed waren bevallen. Zo kon het gebeuren in de jaren daarna ook wel eens Only You of The Great Pretender van The Platters inzette achter de afwasbak. Een slechte smaak had hij duidelijk niet.
De film Rock Around The Clock, 1956, het begin van de jeugdcultuur, de popcultuur. Niet dus. Harry kon niet anders dan me corrigeren. Hij wees me erop dat een jaar eerder een andere film het startschot had opgeleverd: Blackboard Jungle. Het verhaal van oorlogsveteraan Richard Dadier (Glenn Ford) in zijn poging om zich als beginnende leraar te handhaven op de North Manual High School.
Bill Haley met zijn Comets en Rock Around The Clock spelen een belangrijke rol in de film die in de VS opzien baart. Met name de onbedwingbare neiging van de tieners om tijdens de film op te springen en eens lekker te jiven/rocken werkte op de zenuwen van het bevoegd gezag. De onschuldige activiteit leidde onveranderlijk tot hardhandig ingrijpen. Wat dan weer de aanleiding was tot tegengeweld. Relletjes dus. Onschuldig vermaak? Of voelden de autoriteiten intuïtief aan dat er een nieuwe tijd op komst was? Een nieuwe tijd waarin jongeren niet langer aan de leiband van de volwassenen zouden lopen.
De dag na mijn bezoek aan Harry Knipschild nam ik De Nieuwe Wereld weer ter hand, een boek van Frank McCourt . Ik ben een grote fan van deze auteur.
Hoofdstuk 35 begint als volgt:
In de zomer van 1957 rond ik mijn studie af en in de herfst slaag ik ook voor de examens lesbevoegdheid en mag ik aan high school Engels gaan geven.
Je hebt een avondblad, The World-Telegram and Sun, en daar staat een onderwijsrubriek in waar leraren banen kunnen vinden. De meeste vacatures zijn voor het beroepsonderwijs en vrienden hebben me gewaarschuwd dat ik me daar verre van moet houden. Die kinderen verslinden je levend. Ze malen je fijn en spugen je uit. Ga maar eens naar de film The Blackboard Jungle kijken, daar zegt een leraar dat het beroepsonderwijs het vuilnisvat van het schoolsysteem is en dat de leraren alleen dienen om het deksel erop te houden. Ga maar naar die film dan wil je daar van je leven niet meerwerken.
Toeval? Coïncidentie? In ieder geval spannend genoeg om aan dit stukje te beginnen. Met dank aan Harry Knipschild die me er nog even fijntjes op wees dat Bill Haley in de jaren veertig zijn geld verdiende met jodelen. Dat er sindsdien het nodige is veranderd maakt de cartoon goed duidelijk.
Bill Haley en Elvis Presley