Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Kort verhaal, 4 december 2013
De laptop van tante Gijsje
De stem aan de andere kant van de lijn klonk schuchter. Onmiskenbaar een vrouw van niet-Nederlandse afkomst. Ze had de advertentie op Marktplaats gelezen en was geïnteresseerd in de laptop. Een ouwetje van tante Gijsje.
Tijdens een recentfamiliefeestje had tante me aangeschoten. Ze was op leeftijd en had haast. Ze wilde nog van alles en haar voortvarendheid werd steeds meer afgeremd door haar al maar trager wordende computer. Die gebruikte ze om te skypen met haar in de diaspora verblijvende kinderen en kleinkinderen en om met grote regelmaat mooie plaatjes van sneeuwlandschappen rond te sturen. Uiteraard met stemmige muziek erachter. Ze was er stellig van overtuigd dat ze haar familie en vrienden daar een groot plezier mee deed. We vonden het moeilijk om tante Gijsje te vertellen dat de familie voortdurend bezig was de mailboxen Gijsvrij te houden om ondersneeuwen te voorkomen.
Tegen het eind van het jaar kwam tante pas echt goed op stoom en kreeg haar stroom digitale kerst- en nieuwsjaarswensen het karakter van een Ddos-aanval.
Met deze ervaring schrok ik even toen tante mij vroeg of ik haar oude laptop via Marktplaats te gelde wilde maken. Ze ging een nieuwe kopen: veel sneller, meer van dit en meer van dat. Kon ze eindelijk eens ongestoord skypen en Holland Doc bekijken. Ik moest er niet aan denken wat ze nog meer voor onheil kon aanrichten met zo’n snelheidsmonster. Maar tante Gijsje oogde zo jeugdig en opgewekt dat ik het niet over mijn hart kon verkrijgen haar van dit plan af te brengen, laat staan dat ik haar durfde te adviseren te stoppen met het rondsturen van sneeuwlandschappen en natuurparken op muziek.
De belangstelling voor tantes oude terreurwapen was beperkt. Een laptop van vijf jaar oud, wat moet je er nog mee? Tante wilde er 75 euro voor hebben, ondenkbaar, maar de wat kinderlijke stem aan de andere kant van de lijn had er wel zestig euro voor over. Alles beter dan haar eigen laptop die niet meer vooruit te branden was.
Ik sputterde nog weinig zakelijk tegen dat het aangeboden apparaat ook niet een van de snelste meer was, maar blijkbaar klonk dat niet erg overtuigend. Of ik het bezwaarlijk vond de laptop te brengen. Vanuit Spoorwijk met het openbaar vervoer naar mijn woonplaats, daar zag de belster erg tegenop.
Hoewel mijn vrouw mij fatale zachtaardigheid verweet, stemde ik in met de wens van Fatima. We waren zover gevorderd in het overleg dat zij mij haar voornaam had toevertrouwd. Omdat ik meende dat het goed was voor het consolideren van de koop dat ook ik mij kwetsbaar opstelde, bedacht ik snel een naam waar ik me geen buil aan kon vallen. Vanaf dat moment sprak Fatima mij met veel liefde en aanhankelijkheid aan met Dorus, waar ze Doroes van maakte maar daar viel mee te leven.
‘Ik wist gelijk dat jij een goeie mens ben, Doroes,’ zei ze. Ik voelde me vertederd en probeerde mijn goedheid wat te relativeren.
Een dag later stond Doroes met de laptop van tante Gijsje in het appartement van Fatima. Ik had eerlijk gezegd verwacht in een kinderrijke behuizing terecht te zullen komen met mogelijk een somber ogende vader op de bank te midden van vrouw en dochters die met rode konen een Marokkaanse soap volgden.
Niets van dit alles. Fatima, een forse maar vriendelijk ogende jonge vrouw, woonde geheel op zichzelf. Familie terug naar Marokko, Fatima in Nederland gebleven. Het leek me verstandig om niet direct naar achtergronden te vragen. Ze was zo al vriendelijk en aardig genoeg.
‘Ik zag gelijk jij goeie mens, Doroes,’ herhaalde ze enige keren zodat het zweet me uitbrak ook al omdat de laptop van tante veel moeite had met opstarten. Uiteindelijk lukte het om ook de verbinding met internet tot stand te brengen. Fatima was een en al blijdschap. Zo snel op internet (een kwartiertje!) dat was een hele verbetering vergeleken met haar eigen apparaat.
Even later kwam Fatima met thee en zonder hoofddoek uit de keuken. Niet in staat deze sociale signalen te duiden, gaf ik te kennen dat ik nu echt weg moest omdat mijn vrouw anders ongerust zou worden. Fatima lachte, ongetwijfeld verleidelijk, haalde zestig euro uit een lade en liet me uit.
‘Dank je wel, Doroes, en doe de groeten aan jouw vrouw.’
Twee uur later werd er gebeld. Fatima. Mijn vrouw begon steeds bedenkelijker te kijken toen ze langzaam maar zeker begreep wie ik aan de lijn had.
‘Heel vervelend, Doroes, maar de computer wil niet meer uit. Hij blijft maar draaien, dat kleine dingetje.’
Ik probeerde kalm te blijven en gaf wat aanwijzingen hoe te stoppen. Alleen langdurig indrukken van de aan/uit-knop werkte. Een veeg teken. Ik adviseerde Fatima om hem gelijk weer aan te zetten. Er kwam een melding dat hij niet goed was afgesloten. Paniek aan de andere kant.
‘Kan ik hem nog wel gebruiken, Doroes?’
‘Ja Fatima.’
‘Als hij niet goed is Doroes, dan wil ik hem niet.’
‘Hoeft ook niet, Fatima.’
Mijn vrouw ging de hond uitlaten.
De volgende dag, zondag, ging om elf uur de telefoon.
‘Ja, Doroes, ik ben het, Fatima.’
‘Dag Fatima, waar kan ik je mee helpen?’
‘Doroes, ik ben helemaal overgespannen. Ik kijk al twee uur naar het scherm. Dat dingetje blijft maar draaien. Ik wil hem niet meer, Doroes.’
‘Ik begrijp het, Fatima, zo wil ik het ook niet. Ik kom hem wel weer halen. Je krijgt je zestig euro terug.’
‘O, Doroes, ik wist jij goeie mens. Maar dertig euro is ook goed.’
Ik vond Fatima vertederend onschuldig. Geen sprake van dertig euro. Gewoon geld terug. Er was nog weleen probleempje. Er was intussen zestig euro overgemaakt naar tante Gijsje. Sterker nog, als dank had ik per ommegaande een prachtige fotoreportage ontvangen over de winter op Lapland. Alleen voor haar grote neef.
En het werd maandag. Om 18.00 stond ik weer op de stoep bij Fatima. Natuurlijk was ze teleurgesteld, maar meer nog was ze bijna opgewonden van dankbaarheid dat ik me trouw aan mijn beloftes had gehouden.
'Ik wist jij goeie mens Doroes,’ zei ze nog enige keren voordat ik haar de zestig euro terugbezorgde. De laptop verdween in de tas en Fatima in de keuken. Even later was ze terug met een uitbundig boeket waarin de kleur rood overheerste. Bij thuiskomst bleek dat de meeste bloemen een kwastje hadden gehad. Maar dat deed niets af aan mijn bijzondere gevoelens voor Fatima die daar in Spoorwijk elke avond moederziel alleen zat te worstelen met haar trage laptop.
Ik had echt gehoopt haar een stukje verder te kunnen helpen. Uiteindelijk had ik van haar meer ontvangen dan zij van mij. Niet alleen een bijzondere bos bloemen maar vooral de bevestiging uit onverdachte hoek dat Doroes een goeie mens is. Vraag blijft wel: wie is Doroes?
Espunt, 4 december 2013