Lang Leve de Nerd

Lang leve de nerd!


Ik heb niet alleen een zwak, zeg maar een sympathie, voor de nerd, wat dat dat vreemde woord ook betekenen mag, ik ben er ook van overtuigd dat ze een onmisbare rol spelen in onze samenleving en in de economie. Hier verzamel ik wat blogs over dit onderwerp. Een beetje eigenaardig. So What?




Kurt Gödel en Albert Einstein, Princeton, jaren vijftig. Bijzondere nerds.


Als je, zoals ik, al jong geïnteresseerd bent in atomen en melkwegen is de kans groot dat je vroeg of laat een nerd tegenkomt. Het is zelfs niet uitgesloten dat je op een bepaald moment tot de ontdekking komt dat je er eigenlijk zelf een bent.


Of ik een nerd ben, moet je eigenlijk aan mijn vrouw en kinderen en familie en vrienden vragen. Ik verwacht dat ze zeggen dat het met mijn nerdfactor nogal meevalt. Zou het erg zijn als ze me een enorme nerd zouden vinden? Voor mij waarschijnlijk niet, voor hun wel. Want een nerd is voor een niet-nerd vaak niet het meest opwindende gezelschap. Nerds en niet-nerds zijn vaak in verschillende dingen geïnteresseerd en dat maakt het contact soms moeizaam. Daar komt bij dat de niet-nerd in gezelschap wat makkelijker meebabbelt over koetjes en kalfjes, over de triviale dingen van het leven, soms alleen maar om de tijd te vullen of ongemakkelijke stiltes te voorkomen. De nerd heeft het niet zo op small talk. Als het nergens over gaat, haakt hij al snel af. Zijn brein zoemt voortdurend enhij zit niet te wachten op gekwebbel. Hij is bezig met het oplossen vanuitdagende problemen, of hij denkt na over belangwekkende verschijnselen, en dat vraagt om concentratie. De nerd vindt het niet erg om alleen te zijn. Hij voelt zich immers niet alleen omdat hij in zijn hoofd de hele wereld naar zijn hand kan zetten.


In de wereld van de fysica is de nerd een graag geziene en gewaardeerde variant van het mensdom. Kijk hier maar eens naar de filmpjes.


Wij maken ons tegenwoordig nogal druk om het afnemende concentratievermogen van de jeugd. Ze zijn snel afgeleid. En ze vervelen zich snel omdat ze zijn opgegroeid in een prikkelrijke omgeving. Het brein is gek op prikkels en als je het brein verwent krijg je problemen met de concentratie. Je hebt geen schild meer tegen alles wat er om je heen gebeurt, erger nog, je gaat op zoek naar prikkels als je niet aan je dosis komt. Is dat geenverslaving? En of!


Moeite met concentreren is een ernstige handicap. Neem het leren. Als je ergens goed in wil worden, moet je afzien. Vaak heel veel hetzelfde doen. Oefenen, oefenen, oefenen. Als je goed wil worden met gitaar spelen, of voetballen, of schaken, of schrijven, of rekenen, dan moet je oefenen. Neem Willy van der Kuylen. Wie? Willy van der Kuylen, befaamde spits van PSV en van het Nederlands elftal (totdat hij er samen met Jan van Beveren door de Ajaxieden uit werd gepest). Willy schoot links en rechts even hard en zuiver. Uit stand. Het resultaat van een jeugd lang met een bal tegen een blinde muur schieten: links, rechts, links, rechts, links, rechts. Leuk? Niet echt. Een beetje nerderig. Het werd pas leuk toen hij de bal er in alle standen in knalde en een held werd.


Als je moeite hebt met concentreren wordt niet alleen het leren moeilijk, ook het oplossen van problemen levert dan problemen op. En het begrijpen van langere betogen en redeneringen. Het lezen van een boek. Het volgen van een verhaal. Je verdiepen in een onderwerp. Omdat je moeite hebt je aandacht op een vast doel te richten blijf je alle kanten op springen. Het bestaan wordt een kermis waarbij je als een gek van het ene tentje naar het andere vliegt. De nerd kan uren bij de schuifmachine staan kijken om te achterhalen waarom op het ene moment de stapel munten alleen maar toeneemt terwijl er even later een hele lading over de rand klettert.


De nerd is kampioen concentreren en dat hebben we nodig. Meer dan ooit omdat de problemen waar we mee te maken hebben steeds ingewikkelder worden. Beroemde voorbeelden uit mijn eigen zichtveld zijn lieden als Albert Einstein, Kurt Gödel, Stephen Hawking en Gerard ’t Hooft. Mannen die diep konden en kunnen nadenken. Dagen, maanden, jaren worstelen met fundamentele vraagstukken. Vaak tevergeefs, maar soms met een briljant resultaat. Supernerds die bijna op eigen kracht de mensheid een enorme stap verder brengen. Ook in de techniek. Denk aan Edison en Jobs.


Lang geleden werkte ik enige tijd op het beroemde Natuurkundig Laboratorium van Philips in Waalre (het Nat.Lab.). Daar werkten veel toppers die van slag raakten als je ze in de lift begroette. Ik had daar begrip voor. Net zoals voor de groepsleider die ooit een bericht had laten verspreiden dat hij op de gang niet begroet wenste te worden. Dat stoorde hem mateloos. Hij liep immers niet zo maar over de gang, hij was bezig met niet geringe zaken.


Het is moeilijk om je voor te stellen waar we zonder de nerd als mensheid zouden zijn. Een ding is duidelijk. Om de zaak overeind te houden en verder te helpen is de nerd nodig. Veel mensen beseffen het waarschijnlijk niet, maar de nerd heeft zich al lang onmisbaar gemaakt. Ideeën en pogingen om nerdgedrag te corrigeren of, nog erger, de geboorte van nerds te voorkomen, moeten met alle kracht bestreden worden.


Waarom zijn nerds niet populair?

De bemanning van Microsoft in 1978. De beide oprichters Bill Gates (linksonder) en Paul Allen (rechtsonder).




Deze tekst is gebaseerd op een interessante blog van Paul Graham uit februari 2003. Paul Graham is een schrijver, programmeur en investeerder. Hij stopt geld in nieuwe, veelbelovende bedrijfjes. Paul schreef onder meer een paar boeken over computeronderwerpen. Hij promoveerde aan Harvard University (een top-universiteit) en bekwaamde zich als schilder (hij studeerde onder andere aan de kunstacademie van Florence). En hij maakt er geen geheim van dat veel mensen hem als een nerd beschouwen.


Waarom zijn nerds niet populair, vroeg Paul Graham zich af. Een beetje nerd is natuurlijk slim genoeg om al vroeg in te zien dat hij, laten we zeggen, anders is. Anders dan het grootste deel van zijn leeftijdsgenoten. Hij is in andere dingen geïnteresseerd, hij gedraagt zich anders, en vaak ziet hij erook anders uit.


Paul begint zijn betoog met een fraaie anekdote. Hij is een jaar of dertien en zit op de Junior High School. Op een dag besluit hij samen met zijn vriendje Rich een plattegrond te maken van de schoolkantine met daar op aangegeven wat de populariteit van een tafel is. Kinderen met een vergelijkbare populariteit zitten aan dezelfde tafel. Ze voeren een populariteitsschaal in van A tot E. Aan de A-tafels zaten de American Football spelers en de cheerleaders. De E-tafels waren voor de kinderen met lichte vormen van het Down-syndroom. Hun eigen tafel was van het D-niveau. Niet erg populair dus. "Iedereen op school wist wel hoe populair ieder ander was. En dat wisten wij natuurlijk ook."


In de loop van zijn schooltijd komt Paul tot de conclusie dat er een sterk verband is tussen slim zijn en een nerd zijn. Nog duidelijker is het verband tussen nerd zijn en populair zijn. Als je deze verbanden aan elkaar knoopt, kom je tot de conclusie dat slim en populair elkaar behoorlijk in de weg zitten. Waarom?


Voor iedereen die op een middelbare school zit, lijkt dit een overbodige vraag. Zo is het nu eenmaal. Maar klopt dat ook? Nee, zegt Paul en ik ben het met hem eens. Want op de basisschool ben je niet perse een buitenstaander als je wat intelligenter bent dan het gemiddelde. En later, in het echte leven is dat ook niet zo. Sterker nog, Paul betwijfelt of het op de middelbare school in de rest van de wereld wel net zo erg is als in de Verenigde Staten. Eerlijk gezegd weet ik dat ook niet, maar ik vrees dat het toch niet alleen een Amerikaans probleem is. Maar goed, de volgende vraag ligt voor de hand: wat is er mis met de Amerikaanse middelbareschool?


Als kinderen dan zo slim zijn, waarom vogelen ze dan niet uit hoe ze populair kunnen worden. En dan komt Paul met een interessant antwoord: misschien willen ze wel niet populair zijn! Dat wil zeggen, ze willen misschien wel populair zijn, maar ze willen nog liever slim zijn. Of zoals Paul het zegt: ik wilde raketten bouwen, schrijven, computers programmeren, kortom, ik wilde op mijn manier groots leven. En ik had al snel door dat je populair zijn er niet zo maar even bij doet. Wie populair wil zijn in de competitieve sfeer van een Amerikaanse middelbare school moet daar veel tijd, geld en inspanning in investeren. Dat is gewoon heel hard werken! Om populair te zijn en te blijven ben je 365 dagen per jaar dagen nacht druk. Dan kom je aan de dingen die slimmeriken leuk vinden niet toe. Het is dus een keuze om slim en nerd te zijn omdat het uiteindelijk beter past bij je talent, bij je dromen, bij je instelling. Populair zijn is leuk, zeker, maar niet als je je grote idealen moet verloochenen.


Volgens Paul zou het allemaal nog te verdragen zijn als nerds genegeerd werden door hun leeftijdgenoten, maar helaas is dat niet zo. Vaak worden ze actief geterroriseerd. In de jonge jaren leven kinderen in een omgeving die door volwassenen wordt gedomineerd. Slim zijn wordt in die periode nog gewaardeerd. Maar als kinderen een jaar of elf worden, wordt de door volwassenen gedomineerde kinderwereld vervangen door een wereld waarin de mening en waardering van leeftijdsgenoten zwaarder gaat tellen. Jongeren moeten dan zelf een nieuwe sociale structuur opbouwen en sommigen gaan daarbij niet zachtzinnig te werk.


Het terroriseren van nerds hoort bij het mechanisme om populariteit te verwerven. Populariteit heeft maar gedeeltelijk te maken met individuele aantrekkelijkheid. Het gaat vaak meer om het vormen van en horen bij allianties, verbonden. Wie zijn populariteit wil vergroten moet voortdurend dingen doen die hem dichter bij andere populaire figuren brengt. En een gemeenschappelijke vijand is ideaal als bindingsmiddel. En omdat nerds helemaal onder aan de populariteitsladder bungelen, zijn ze een doelwit waar je veilig op kunt jagen. Niet door de toppers, die hebben het niet nodig, maar wel door die grote groep onzekere, middelmatige figuren die daar onder hangen. En dat zijn er, erg genoeg, heel veel. Veel meer dan het meestal kleine groepje nerds. Kortom, een hoop ellende voor de nerd. En daar komt dan nog bij dat hij weinig compensatie kan halen uit de dingen waar wij goed in is. Want daar is de meerderheid niet in geïnteresseerd. Een weinig opwekkend verhaal.


Is er hoop? Toch wel. In het latere leven is het niet meer genoeg om aardig gevonden te worden. Dan moeten er ook antwoorden gegeven worden die kloppen. En dan is de nerd in het voordeel. Het wordt ook beter omdat de echte wereld veel groter is dan de enge schoolwereld. En dus zijn er ook voor nerds plekken waar ze in de meerderheid zijn en waar ze zich thuis voelen. Plekken waar je meer op je intelligentie dan op je kleding wordt afgerekend.
De blog van Paul is uitgebreider.


Drunk of Knurd?

Nerd wordt steeds meer een geuzennaam. Daarom is het misschien aardig om eens na te gaan waar dat eigenaardige woord vandaan komt. Bij nazoeken blijkt dat dat nog niet zo eenvoudig is. Het enige dat vrij zeker is, is de Amerikaanse oorsprong van het woord. Het duikt voor het eerst op in de jaren vijftig. Maar dan wordt het lastig en buitelen de verhalen over elkaar heen. Op deze site kun je je hart ophalen.


De grappigste maar minst waarschijnlijke verklaring vond ik zelf het idee dat nerd van knurd komt. Op het Rensselaer Polytechnic Institute zou men de gewoonte hebben om de studenten onder te verdelen in drunks en knurds al naar gelang men de voorkeur gaf aan drank of aan studieboeken. Interessant, als je naar de huidige tijd kijkt. Aan de ene kant de coma-zuipers aan de andere kant de Wizzkids die zelf Apps ontwikkelen.

Theodorus Seuss Geisel met voor zich:
The cat with the hat. Onze kinderen waren gek op de wonderlijke boekjes van Dr. Seuss.





In een andere verklaring wordt verwezen naar een boekje van de beroemde kinderboekenschrijver Dr. Seuss die in 1950 in zijn boek ‘If I ran the Zoo’ een nogal onaangenaam en vreemd dier opvoert: een Nerd.

In de loop van de jaren vijftig duikt het woord nerd vaker op en krijgt debetekenis van iemand die sociaal onhandig is, vooral intellectuele interesse heeft en/of bepaalde obsessies vertoont. In het laatste geval is er vaak een verband met autistisch gedrag.

De nerd is vrijwel altijd een jongen/man. Maar er is een vrouwelijke variant, in het Engels aangeduid als bluestockings in het Frans als bas bleus. Deze namen stammen uit het eind van de 18 de eeuw. Het gaat dan om intellectueel ingestelde vrouwen die minder geïnteresseerd waren in de gangbare mode (van zijden kousen).


Hoe het ook zij, als je op school voor nerd wordt uitgemaakt is dat meestalniet zo leuk. Dan ben je in ieder geval niet echt cool en dat betekentvaak dat de leuke meiden je ook niet zien staan. Maar er beginnen dingente veranderen. Het tijdperk van de nerd staat voor de deur! De coole kikkers worden nerveus, anders zouden ze niet met een nerdbril op gaan lopen. Wordt vervolgd.


Wraak van de nerds

Het moest een keer gebeuren. Je kunt een nerd misschien lang pesten maar op een gegeven moment is het over. Dan volgt de verschrikkelijke wraak. En vaak op een onverwachte wijze.

In Revenge of the Nerds gaat het allemaal nog wat speels toe. In deze Amerikaanse filmkomedie uit 1984 onder regie van Jeff Kanew komen de hoofdpersonen Lewis Skolnick en Gilbert Lowell nieuw aan voor hun eerste lesjaar op het Adams College. Beide jongens zijn gek op techniek en computers, maar weinig sociaal bewogen richting de andere sekse, ofwel nerds. Ze worden hét mikpunt van spot en treiterijen van studentencorps Alpha Beta, dat bestaat uit rijke, populaire en/of sportieve jongemannen, onder aanvoering van Stan Gable. Tot overmaat van ramp wordt Skolnick verliefd op Betty Childs. Zij is lid van Alpha Beta's zustervereniging Pi Delta Pién zij is het vriendinnetje van Gable.


De nerds besluiten op te komen voor hun rechten en richten zelf de voorwaardelijke studentenvereniging Lambda Lambda Lambda (Tri-Lamb) op. Samen met hun vrouwelijke equivalenten van Omega Mu nemen ze het op tegen de Alpha Beta's in een spelcompetitie over verschillende onderdelen, die deel uitmaakt van het homecoming carnival, een Amerikaans traditie. De winnaars krijgen de studentenraad en daarmee de macht op school in handen voor het komende schooljaar.
De productie was aanleiding voor een reeks vervolgen:


  • Revenge of the Nerds II: Nerds in Paradise (1987)
  • Revenge of the Nerds III: The Next Generation (1992)
  • Revenge of the Nerds IV: Nerds in Love (1994)

In het verlengde hiervan is het werk van deze nerd zeer interessant en onwaarschijnlijk komisch. Daarom moet je dit filmpje over een zelfgebouwde potloodmitrailleur echt zien. Het toont ook aan dat een nerd zich ook met simpele middelen kan verdedigen als het nodig is. En soms is het nodig. Overigens heeft dezelfde nerd ook leuke dingen gedaan met een houten kanon. Moet je zeker ook even bekijken. En dit automatische schiettuig.

De potloodmitrailleur toont dat je zelfs van een potlood een dodelijk projectiel kunt maken. Het deed me denken aan een geruchtmakende rechtzaak uit 1991.


De balpenmoord (of balpenaffaire) is de naam van een Nederlandse moordzaak uit 1991, waarbij in de Leidse Witte Rozenstraat een vrouw van 53 jaar om het leven kwam. Bij autopsie werd geconstateerd dat een balpen (type Bic) via de rechteroogkas in haar schedelholte was gedrongen. De pen was van buitenaf niet zichtbaar meer. Door de verwoestende werking van de pen in de hersenen was dedood waarschijnlijk direct ingetreden.


Justitie en de verdediging verschilden van mening over de wijze waarop de pen in de hersenen terecht was gekomen.

  • Justitie geloofde in een moord, waarbij de pen met een kruisboog zou zijn afgeschoten.
  • De verdediging, de pers en een aantal deskundigen koesterden de opvatting dat het slachtoffer met de pen in de hand op een ongelukkigewijze was komen te vallen.

Pek van Andel, expert op het gebied van serendipity, de ongezochte vondst of ontdekking.






In 1995 werd de zoon van de vrouw aangehouden, omdat hij een psychotherapeute verteld zou hebben dat hij met een kruisboog zou hebben geschoten. De zoon werd veroordeeld wegens moord. In hoger beroep werd hij vrijgesproken, omdat uit schietproeven zou zijn gebleken, dat de balpen niet door een kruisboog kon zijn afgeschoten en dat er dus sprake moest zijn van een valtrauma. Een van de deskundigen die zich met deze zaak heeft bemoeid was de oogheelkundige (en vrijdenker) Pek van Andel. Hij deed experimenten met lijken en constateerde dat in geval van schieten de inkt in de balpen door de grote afremming naar voren moet schieten. Dit was niet gebeurd zodat een schieteffect onwaarschijnlijk was. Uit literatuuronderzoek was hem ook duidelijk geworden dat al vallend iets scherps in je oog kijgen niet onbekend is.


In een latere studie over deze zaak kwam de neurochirurg Van Duinen met sterke tegenargumenten. Een valtrauma leek hem onwaarschijnlijken hij was van mening dat de schietproeven niet op een juiste manier waren uitgevoerd. Hij deelde de conclusie van de officier van justitie, dat een val onwaarschijnlijk is, hetgeen echter, volgens de auteur, niet wil zeggen, dat er per se sprake zou zijn van opzet. Met zijn constateringen is niets meer gedaan. Juridisch gezien kan de vrijgesproken ex-verdachte overigens ook niet meer opnieuw vervolgd worden op grond van het ne bis in idem-beginsel.


Nerds doen soms onverwachte dingen, hebben humor en krijgen erkenning.

Pek van Andel licht zijn Nobelprijswerk aan de coïtus toe.





Wie nog twijfelt aan de combinatie van slimheid, creativiteit en gevoel voor humor die veel nerds laten zien, moet ook eens kijken naar de jaarlijkse toekenning van de Ig Nobelprijzen, de alternatieve Nobelprijs voor onwaarschijnlijk onderzoek. Onderzoek dat eerst opde lachspieren werkt maar vervolgens tot nadenken aanzet.


In 2000 mocht bovengenoemde Pek van Andel, een notoire vrijdenker en een erkend expert op het gebied van serendipity (de onverwachte vondst of ontdekking) de prijs in ontvangst nemen voor zijn studie van de coïtus in een MRI-apparaat dat een aantal interessante zaken aan het licht bracht. In dit artikel staat een uitgebreide beschrijving van het project.

In deze korte film zien we Van Andel optreden in Leuven waar hij het fenomeen serendipity uiteenzet.