De Sensorrevolutie

Assen, 13 april 2010. Commissaris van de Koning, Wim Meijer ontvangt het eerste exemplaar van De Sensorrevolutie.

In 2010 verscheen bij Kluwer mijn boek 'De Sensorrevolutie'. Het beschrijft de spectaculaire ontwikkelingen op sensorgebied en de positieve en negatieve effecten daarvan. Ik schreef het boek in opdracht van de Stichting Sensor Universe die werkte aan een sterke positie van de Noord-Nederlandse sensorindustrie.


Mijn boek De Sensorrevolutie werd gepresenteerd tijdens een bijeenkomst van Sensor Universe in Assen. Ik mocht op 13 april 2010 het eerste exemplaar overhandigen aan Commissaris van de Koning, Wim Meijer.


RTV Drenthe maakte de volgende impressie: klik hier.


Samenvatting in het Reformatorisch Dagblad


De moderne auto zit er vol mee. De wasmachine kan niet zonder. De Senseo staakt zijn gepruttel als dit onderdeel niet werkt. In onze leefomgeving schuilen talloze sensoren. Het is echter niet alleen een juichverhaal.


Sensoren zijn de zintuigen van de hoogtechnische maatschappij. De ontwikkeling daarvan is nog niet ten einde: de samenleving staat aan de vooravond van een ingrijpende revolutie, voorspelt Sensor Universe, het ”grootste platform voor de Nederlandse sensortechnologie”. Noord-Nederland neemt daarin het voortouw. Drenthe, bekend als het land van Bartje, profileert zich vandaag de dag als hightechprovincie. Assen zal daarbij de rol spelen van Sensor City.


Sensor Universe gaf wetenschapsfilosoof drs. Gerard van de Schootbrugge de opdracht om uit te zoeken welke komende revolutie aanstaande is, zowel maatschappelijk als economisch. Dat heeft hij gedaan in het boek ”De sensorrevolutie”, dat onlangs in Assen werd gepresenteerd.


„De trend is dat sensoren steeds kleiner worden en steeds vaker in een communicatienetwerk gebruikt worden, waarbij ze, om wat te noemen, temperaturen kunnen meten en trillingen registreren. In dat netwerk kunnen ze draadloos met heel kleine radiootjes informatie aan elkaar doorgeven”, schrijft Van der Schootbrugge.


De wetenschapsfilosoof laat zien hoe de informatie van sensor naar sensor springt en op een gegeven moment bij een ”eindstation” belandt. „Vanuit zo’n netwerk kun je allerlei zaken in de gaten houden. Je kunt er bijvoorbeeld thuis de temperatuur mee regelen of kijken naar verkeersstromen, door trillingen in het wegdek te meten.”


Dank zij allerlei technische ontwikkelingen zijn sensoren de afgelopen decennia steeds kleiner geworden. In dit verband wordt zelfs gesproken over ”smart dust”, ofwel intelligent stof. Neem micro-electromechanische systemen (MEMS). Dat zijn sensoren ter grootte van een ‘stofdeeltje’ die temperatuur, licht, beweging en andere zaken meten.


„Je hebt ze ook in de RFID-variant, de elektronische opvolger van de streepjescode.” Het Japanse bedrijf Hitachi maakt nu zelfs minuscule RFID-labels van 50 bij 50 micrometer –de diameter van een haar– die met radiogolven informatie kunnen ontvangen, opslaan en verzenden, weet Van de Schootbrugge.


Elektronische labels worden niet alleen kleiner, maar ook voortdurend ‘slimmer’. Zo slim dat ze zelfstandig sensordata kunnen verwerken en met elkaar kunnen communiceren.


Volgens de auteur zal er daarmee in de toekomst een netwerk ontstaan van met elkaar ‘pratende’ intelligente objecten, zoals het gewone internet computers en vooral mensen met elkaar verbindt. Dit is mogelijk dankzij het nieuwe internetprotocol IPv6, dat de ruimte biedt om aan ieder voorwerp, iedere plant, elk dier op deze wereld een uniek internetadres toe te kennen.


Grootschalig ‘uitgestrooide’ vochtigheidssensoren, die samen een actief, draadloos netwerk vormen, zouden bijvoorbeeld bijtijds bosbranden kunnen ontdekken of seismische meetapparatuur zou kunnen waarschuwen voor aardbevingen. Of ze zouden de kwaliteit van bruggen, wegen en gebouwen kunnen bewaken.


In India wordt het Amrita Wireless Sensor Network System getest voor het signaleren van gevaarlijke landverschuivingen door zware regenval.


De Nederlandse apparatenfabrikant Nedap uit Groenlo ontwikkelde Sensit, een draadloos netwerk van intelligente doppen dat lege parkeerplaatsen in een parkeergarage of in de stad detecteert en die informatie doorgeeft aan een centraal meldpunt.


Ook sensoren in kleding, ‘intelligent textiel’, die de persoonlijke gezondheid continu bewaken en zo nodig contact opnemen met een ziekenhuis, zijn in aantocht.


Binnen het door de EU gefinancierde Biotexproject beproeven intelligente sensoren het transpiratievocht van proefpersonen en meten zo allerlei lichaamskenmerken.


„Sensoren op het lichaam of in de kleding kunnen veranderingen in de gezondheidstoestand signaleren, wanneer ze veranderingen opmerken in het gedrag of in de dagelijkse activiteiten. Het systeem kan ook de emotionele toestand van de gebruiker herkennen en deze hierop attenderen.”


Illustratief is het voornemen van het Lucas Ziekenhuis in Winschoten om gebruik te gaan maken van een wonderpleister die lichaamsfuncties zoals hartslag, bloeddruk en temperatuur meet. Zodra hij deze afwijkende waarden meet, geeft de pleister via een draadloze verbinding een melding aan een computer of een mobiele telefoon. Daardoor kunnen artsen snel op een bedreigende situatie inspringen.


Van de Schootbrugge geeft in zijn boek aan dat nieuwe technologie, zeker als die ingrijpende veranderingen met zich meebrengt, weerstand, twijfels en angst oproept. Wat betreft de verwachte sensorevolutie is er vooral angst voor verlies van privacy en autonomie, stelt hij. „Angst om met de overvloedig beschikbare data in een vakje gestopt te worden, gestalkt te worden en dat de identiteit wordt gestolen. Gaat big brother weer gouden tijden tegemoet?”


„Intelligente RFID voorkomen voedselbederf”


Zachte fruitsoorten, zoals aardbeien en kersen, zijn bijzonder kwetsbaar. Temperatuurwisselingen hebben het grootste aandeel in het bederf tijdens transport van aardbeien van Spanje naar Nederland.

Met RFID-sensoren kan producent Bionest tegenwoordig de kwaliteit van zijn aardbeien tijdens het hele transport in de gaten houden.


Voorafgaand aan het transport worden pallets in Spanje voorzien van zogeheten SmartPoints, intelligente RFID-tags. Tijdens het vervoer controleren de chips elke vijftien minuten de temperatuur.

Bij aankomst in het Duitse distributiecentrum wordt de informatie over de temperatuur en de resterende houdbaarheid per pallet uitgelezen en beschikbaar gesteld aan producent en afnemer. Hiervoor gebruikt chipproducent Ambient draadloze netwerken, met daaraan gekoppeld een website.


Het proefproject is zo’n succes gebleken dat Bionest van plan is het systeem breder in te zetten tijdens het volgende aardbeienseizoen.