Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Kort verhaal, 4 juli 2017
Trekker Trek
Op 4 juli 2017 mocht ik met eigen ogen getuige zijn van een bijzonder evenement in Speuld: Tractor Pulling.
Geus en romantiek
Ik weet niet zeker of je het woord boer en zijn meervoud, boeren, tegenwoordig nog wel kunt gebruiken in een stukje zoals dit. De gevoeligheid voor politiek incorrecte uitdrukkingen is de laatste tijd nogal toegenomen. In de beschermde omgeving van het voetbalstadion kan het nog want daar gaat het per definitie om de tegenstander, zij die zich in de kooi aan de overkant bevinden. En een tegenstander mag alleen maar zijn handen dichtknijpen als het aanroepen zich beperkt tot: boeren. Keuze genoeg. Maar eenmaal buiten de voetbalpiste?
Ik waag het er maar op, gesterkt door de populariteit van een programma als “Boer zoekt vrouw” waarin het beestje ook nog steeds gewoon bij zijn naam wordt genoemd. Ik voeg er graag aan toe dat boer voor mij geen scheldnaam maar een geuzennaam is. Niemand is volmaakt, ook de boer niet, maar ik bewonder dat volkje om zijn eigenzinnigheid, zijn scherpzinnigheid en zijn werklust. Ik meen dat het Marcel van Dam was, net als ik zoon van een politieagent, die ooit, in een opwelling van eerlijkheid, toegaf dat onze naoorlogse welvaart voor het grootste deel uit twee potjes was gekomen: de opbrengst van de agrarische sector en het aardgas. Ik kan het niet controleren maar het zou zomaar waar kunnen zijn.
Ik ben geen kenner van het boerenbestaan. Mijn voorstellingen zijn ongetwijfeld zwaar gekleurd door valse romantiek. Mijn grootvader van moeders kant woonde in Appelscha en hielp van daaruit over een groot gebied boeren, en boertjes, met het redden van hun dieren die in barensnood verkeerden. Hij was veeverloskundige en hij was vaak de laatste strohalm waaraan een boer die een dier dreigde te verliezen, zich vastklampte.
Hij had de naam van een wonderdokter, bijna letterlijk De Verlosser. Vaak stond het hele gezin hem op het erf handenwringend op te wachten. Als Boonstra maar op tijd kwam. Ik weet dat omdat wij jaarlijks bij mijn grootouders de zomervakantie doorbrachten en ik als jochie soms mee mocht naar zo’n ‘verlossing’. Belevenissen die een diepe indruk op mij maakten en die het décor van armoe, sappelen, modder, stront en vliegen volledig verdrongen. De romantiek van de buitenstaander.
Heel veel later, mijn moeder was de stront intussen al lang ontvlucht, reed ik met haar nog wel eens door haar fraaie Friesland. Met zijn eindeloze vergezichten, zijn grandioze luchten, zijn bedwelmende geur van vers gemaaid gras. En dan wees ik in mijn onnozele enthousiasme wel eens op zo’n prachtige boerenhoeve.
‘En, ma, wat dacht je ervan, zo’n boerderijtje?’
‘Ik moet er niet aan denken,’ zei ze dan. ‘Wat was ik blij dat ik daar weg kon.’ En dan keek ze me aan alsof ik leed aan infantiele dementie.
Ze was er voor de oorlog al weg uit Friesland (Appelscha). Dat is dus de andere kant van het verhaal. De vraag is nu: van welk verhaal?
De Trekker
Boeren zijn aan veel dingen gehecht. Maar misschien nog wel het meest aan hun trekker. Want de trekker heeft de boer uit de shit getrokken en heeft hem veel extra jaren zonder rugpijn opgeleverd.
De betekenis van de trekker, niet alleen voor de boer maar voor ons allemaal, is moeilijk te overschatten. Nederland kwam na de oorlog pas weer tot leven toen er met de Marshall-hulp Amerikaanse trekkers beschikbaar kwamen. Ik bedoel maar.
Het is dan ook minder vreemd dan het lijkt dat diezelfde trekker niet alleen een werkpaard was maar van lieverlee, als het werk erop zat, ook een speelkameraad werd.
Trekken, maar dan voor de lol. Voor de sport. En dat noem je dan Trekker Trek en dus niet Tractor Pulling.
Ik had de aankondigingen al weer maanden eerder zien staan. En ik wist intussen dat er ergens een stuk weiland werd ‘verbouwd. Met één been levend op het platteland vond ik dat ik toch een keer moest meemaken wat dat Trekker Trekken nu eigenlijk inhield. Maar het was er om allerlei redenen nooit van gekomen. Nu zou het toch gaan gebeuren.
De arena lag dit keer om de hoek. Nog geen tien minuten lopen. Dit was mijn kans. Nu de Trek echter zo dichtbij kwam, bekropen mij nieuwe aarzelingen. Zou ik niet onmiddellijk als niet-Trekker door de mand vallen met mijn door vele jaren van stadse vervreemding misvormde uiterlijk. Zou ik niet gelijk worden teruggestuurd op het moment dat ik het toegangskaartje aanpakte vanwege het ontbreken van eelt op mijn handpalm. Zouden ze het ruiken? Zouden ze het zien aan mijn stadse manier van lopen, verpest door het onmatig gebruik van bordeelsluipers? Zouden ze het zien aan de manier waarop ik een blikje open maakte? Wat droeg je op zo’n evenement?
Het enige waar ik me op kon beroepen was op mijn grootvader in Appelscha en op mijn voorliefde voor Normaal. Indien geëist kon ik “Vrouw Haverkamp” meezingen. Ik moet zeggen dat ik blij was toen het vorige week vrijdag eindelijk zover was. Ik had toch een paar nachten slecht geslapen.
En natuurlijk ging het allemaal goed. Ik zag wel blikken die me deden denken aan de wijze waarop Eritreese vluchtelingen worden bekeken, maar er was geen haat eerder verbazing. Ik was een buitenstaander en zo voelde het ook. Maar ik was welkom en veilig. En ik kreeg alle gelegenheid om de Grote Trek op video vast te leggen. Voor kleinzoon Jan, de enige van wie ik zeker wist dat de beelden hem zouden interesseren.
Ik voelde me ondanks alle positieve signalen toch wat geremd om zo maar te vragen wat er nu echt gebeurde. Waar het nu precies om ging. Er reden voortdurend trekkers met een bak erachter van voor naar achter. Een opgewonden speaker vertelde hoeveel meter men had afgelegd. Langzaam maar zeker kreeg ik door dat het geheim zat in de bak die werd voortgesleept. Een ingenieus geval met optrekbare wielen en een groot blok dat met een ketting onder het trekken langzaam naar voren werd bewogen. Daardoor werd de sleepbak aan de voorkant steeds verder de bodem ingedrukt.
Eenmaal weer thuis heb ik het nog even gecheckt. Zo was het inderdaad. En wat ik nog extra leerde was dat het Trekken een Amerikaanse uitvinding was. Daar deed men al eerder wedstrijden met het verslepen van grote keien. Een activiteit die bij het ontginnen van het woeste prairieland veelvuldig voorkwam. In ons delta-landje zijn keien zeldzaam. Behalve dan in mijn geboorteplaats Hilversum.
In 1921 werd de Hilversumse Kei van de Westerheide overgebracht naar het centrum van Hilversum ('s-Gravenlandseweg / Schoutenstraat). Een uitermate moeizame klus.De wagen, rechts, waar de kei op lag, zakte na een dag al door zijn as. De trekker van Erfgooier Floris Vos, een Duits oorlogsvoertuig om kanonnen door de modder te trekken, hield ermee op toen Hilversum in zicht kwam.
De Hilversumse Kei
Op de Westerheide tussen Hilversum en Bussum hadden terugtrekkende gletsjers in de voorlaatste ijstijd een enorme steen achtergelaten die lange tijd de grens tussen Hilversum en Laren bewaakte.
In 1921 werd de net opgerichte Hilversumse VVV de nieuwe en trotse eigenaar van de zwerfkei. De beroemde Erfgooier Floris Vos, die in Bussum een modelboerderij bestierde, bood aan het gevaarte naar een voor toeristen en uitbaters meer aantrekkelijke plek te brengen, midden in het centrum van Hilversum dus.
Het gevaarte werd op een wagen geladen waar de enorme tractor van Floris Vos voor werd gezet. De tractor had in het Duitse leger gediend om zware kanonnen uit de modder te trekken. Met zijn rupsbanden leek hij veel op een tank, voor de rest op een stoomwals.
Het transport over de hei werd een helse tocht. Na een dag zakte de kar al door een as. Met een nieuwe kar ging het verder. Toen na dagen van ploeteren de eerste straten van Hilversum bereikt werden, weigerde de tractor verdere iedere dienst. Maar Floris Vos was een Erfgooier, een boer, en die geeft nooit op. Hij had nog wat 3½ tons vrachtauto's op massieve banden achter de hand. Die klaarden uiteindelijk de klus.
Na deze eerste Trekker Trek staat De Hilversumse Kei nu al weer bijna 100 jaar op de folders van de VVV.
De Trekker Trek is een bijzonder evenement. Je moet het een keer gezien hebben. Net als de TT. Wie niet op of onder een trekker geboren en/of verwekt is zal de echte magie van de rollende donder, het steigeren als een prairiemustang en het uitstoten van apocalyptische rookwolken nooit helemaal kunnen invoelen, maar hij/zij zal iets van de emotie van het platteland oppikken en hij/zij zal nooit meer vergeten wie het land na de oorlog weer productief hebben gemaakt en wie sindsdien voor ons, de eeltlozen, de zaak draaiend houden.
P.S.
Ik zou niet volledig zijn als ik niet afsloot met een enkele opmerking over de gebeurtenissen van de volgende dag. Na de Trek van vrijdag zouden wij op zaterdag de wereld van de oude Boonstra opzoeken: Appelscha. Een opmerkelijk toeval, maar daarom niet minder waar.
Geheel onvoorbereid arriveerden wij in Appelscha op de Boerenstreek waar het een drukte van belang was. Er was iets gaande dat blijkbaar de naam EMOTION had meegekregen.
Onze eerste associatie was een reünie van oude en jonge anarchisten. Appelscha heeft voor deze politieke richting immers het karakter van een bedevaartsoord. Of iets anders dat grote groepen tot opwinding weet te brengen. Maar bij nader inzien bleek de E afkomstig van Electric en ging het dus over de nieuwe tijd waarin we ons elektrisch zullen gaan verplaatsen bij voorkeur met de zon als energieleverancier. Er bewoog van alles, er reed van alles en dat zonder enig lawaai. Geruisloos en geurloos zoefden er vervoersmiddelen heen en weer met gelukkig glimlachende inzittenden. De tegenstelling met de avond tevoren had niet groter kunnen zijn. Ik heb een tijdje staan praten met een studente van de TU Eindhoven. Naast haar de grote trots van Eindhoven: de Solar Challenge waarmee in Australië zulke grote successen zijn behaald. In haar mooie ogen zag ik de toekomst schitteren.
Ooit zullen er ook met het elektrisch materieel spelletjes worden gedaan. Andere spelletjes. Spelletjes zonder vlam in de pijp. Computerspelletjes. Want zelf achter het stuur zitten doen we dan al heel lang niet meer.
Espunt, 4 juli 2017