Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Praatje, 27 mei 2019
Doris Day. Een praatje bij een plaatje 1
Op 13 mei 2019 overleed Doris Day. Zij was 97 jaar oud en ik moest tot mijn grote schaamte bekennen dat dit bericht voor mij als een grote verrassing kwam. In mijn verzameling onbereikbare jeugdliefdes was zij een topstuk. Ik weet nog goed hoe het begon: met een plaatje bij de klapkauwgom.
Een plaatje
Doris Day was van 1922. Haar echte naam was Doris Mary Ann Kappelhoff en zij had volgens ingewijden Groningse roots. De wieg van opa Franz zou in Loppersum hebben gestaan. Doris presenteerde zich voor het eerst aan mij op een filmsterrenplaatje dat zat ingesloten in een pakketje chewing gum. Als EMM, onze Hilversumse familie-voetbaclub, thuis speelde kregen wij van opa Schootbrugge in de rust een dubbeltje “voor wat lekkers” uit de “Keet van Peet”. Het echtpaar Peet was in die jaren van doorslaggevend belang voor het functioneren van EMM. De zonen Peet brachten op vrijdagavond op de fiets de opstellingen van het eerste en het tweede team rond. En een van de vele taken van vader en moeder Peet was de uitgifte van versnaperingen in de rust. Mijn opa was een echte kindervriend en hij begreep dat jochies van een jaar of zes / zeven even moesten bijkomen voordat de beslissende tweede helft begon. Al snel lag de keuze vast: klapkauwgom. Uiteraard om bellen te blazen, maar meer nog vanwege het bijgesloten plaatje waarop een filmster was afgebeeld. En dan kun je erop wachten dat je op een stralende jarenvijftigzondagmiddag, even na kwart over drie, als jouw helden met 2 – 1 de rust in zijn gegaan, zo maar oog in oog staat met een wonderschoon wezen dat met een hemelse lach van het morsige karton afstraalt met daaronder de naam Doris Day. En dan wordt er in je jongensbrein een spoor gebrand dat in de loop van de tijd misschien wat vervaagt maar dat nooit meer helemaal verdwijnt. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat Doris qua bubblegumplaatjes in goed gezelschap verkeerde. Zij moest in de jaren dat onze EMM-jongens alle zeilen bij moest zetten om zich in de derde klasse van de KNVB te handhaven, opboksen tegen Esther Williams, Ava Gardner, Grace Kelly, Audry Hepburn (ook een beetje Nederlands), Virginia Mayo en Liz Taylor. Ze bleek van de buitencategorie.
Hilversum, eind jaren dertig, het oude EMM-terrein aan de Oude Amersfoortseweg. EMM gestreept, tegenstander mogelijk de Hilversumse voetbalclub Actif. Mijn vader op de achterste rij met de armen over elkaar. Links in de hoek De Keet waar ik later, ergens in de jaren vijftig, in de rust, een plaatje van Doris Day kreeg dat bij de klapkauwgom zat.
Filmsterren
Nog even over filmsterren. Wat hebben Brigitte Bardot, Claudia Cardinale en Doris Day met elkaar gemeen? Het zijn alle drie filmsterren die mij in mijn jeugd, maar eerlijk gezegd tot de dag van vandaag, niet onberoerd laten. ET’s, Extremely Terrestrials, extreem aardse wezens van een hemelse soort. Supervrouwelijk. Superaantrekkelijk. Dat kun je zo hebben. Wat ze ook gemeen hebben is dat ze zo beroemd waren dat een eenvoudig BB, CC of DD volstond. Misschien moeten we, naast EMM, ook MM maar aan dit rijtje wittedoekgodinnen toevoegen: Marilyn Monroe. Wellicht zijn er lezers die het alfabet op dit punt nog eens verder willen verkennen.
Doris Day had een gelukkigmakende lach, zij lachte altijd en zij lachte naar mij. BB, CC en MM waren mogelijk begeerlijker, geheimzinniger, opwindender, maar ze lachten minder en als ze lachten was mij niet direct duidelijk dat die lach voor mij was bedoeld. Bij hen kwam ik niet verder dan vermoedens, bij Doris Day wist ik het zeker.
Hemelvaart
Doris Day overleed op 13 mei 2019. Gezien alle gelijkluidende berichten moet ik aannemen dat hier geen sprake is van fake news. Ik blijf echter wel zitten met een lichte maar hardnekkige aarzeling omdat godinnen natuurlijk, of eigenlijk onnatuurlijk, onsterfelijk zijn en dat geldt in overtreffende trap voor Doris Day. Het was mij direct duidelijk dat zij tot de zeer onsterfelijken behoorde. Het feit dat zij afzag van een grafsteen, of welke begrafenisopsmuk dan ook, doet mij vermoeden dat zij in al haar lichamelijke heerlijkheid ten hemel is gevaren. Daarom zal zij zonder twijfel aanbeden blijven worden en zal zij zeker, gevraagd en ongevraagd verschijnen op momenten dat zij nodig is . Ik acht het zelfs niet uitgesloten dat ze zo nu en dan ook in gezelschap van Elvis Presley gespot zal worden.
De lezer zal begrijpen dat ik nogal verbaasd was toen ik hoorde dat Doris Day was overleden. Heel lang had ik niets meer van haar gehoord. Mijn schuld. Te druk. En: geen nieuws, goed nieuws. Maar het kon dus toch. Zij werd 97, een jaar ouder dan mijn moeder. En ook van mijn moeder was ik overtuigd dat ze onsterfelijk was. Misschien zit ik in een ontkenningsfase die van voorbijgaande aard is. En Freud is natuurlijk ook nooit ver weg.
Het begon dus met een kauwgomplaatje. Ik ben daar niet trots op en ik hoop maar dat het Doris nooit ter ore is gekomen want de kwaliteit van de afbeeldingen was, laat ik zeggen, van een jaren-vijftigniveau en deed absoluut geen recht aan haar schoonheid. Het plaatje suggereerde dat Doris iets met films te maken had. Films die ik uiteraard niet te zien kreeg, sterker nog, ook nooit gezien heb. Wat nu volgt, is allemaal de kennis van achteraf. Internetinzicht verzameld na haar hemelvaart. Al die jaren daarvoor had ik niet veel meer dan een filmsterrenplaatje, een of twee keer per jaar een verleidelijk billboard boven de ingang van de Hilversumse bioscoop Rex, zo nu en dan een toevallige foto in een tijdschrift, en enkele mooie liedjes waarmee ze uiteindelijk wereldberoemd werd. En heel lang ook gewoon helemaal niets.
Lief en leed
1946, Een jonge Doris Day als zangeres bij de band van Les Brown.
Zoals veel meisjes droomde de jeugdige Doris aanvankelijk van een balletcarrière. Een ongeval gooide roet in het eten. Op haar twaalfde werd de auto waarin ze zat, gegrepen door een trein. Tijdens haar herstel bood de radio afleiding. Ze raakte in de ban van de toentertijd zeer populaire big-bandmuziek, werd fan van Ella Fitzgerald en ontdekte haar eigen stem. Al snel bleek ze ook als zangeres uitstekend uit de voeten te kunnen. Rond haar vijftiende trad ze voor het eerst op. Eerst lokaal, maar al snel (op haar achttiende) maakte ze de stap naar gerenommeerde orkesten. Zo kwam ze bij het orkest van de bekende bandleider Les Brown. Het leverde haar een man, een kind en een grote hit op. Ze trouwde in 1941 met Al Jordan, trombonist bij Les Brown. Het eerste van haar vier huwelijken die haar alles bijeen maar bar weinig geluk hebben gebracht. Al Jordan bleek zeer gewelddadig. Uit dit eerste huwelijk werd haar zoon Terry geboren. Op Terry komen we zo nog even terug. De hit scoorde ze in 1945 met het mede door Les Brown geschreven nummer "Sentimental Journey". Mijmeringen bij de terugkeer van de Amerikaanse troepen uit Europa en de Pacific. Helemaal raak!
In 1951 trad Doris aan voor haar derde huwelijk, ditmaal met Martin Melcher, die veel van haar films produceerde. Ze was toen 29. Martin adopteerde zoon Terry die vanaf dat moment de achternaam Melcher voerde. Martin overleed in 1968. Kort daarvoor was Doris gestopt met haar succesvolle filmcarrière die in 1948 was begonnen met de film “Romance on the High Seas” en die uiteindelijk bij nummer 39 stopte. Enkele topproducties en allemaal geliefd bij een groot publiek. Doris was in die periode de Queen of Hollywood. Sommige films leverden haar ook muzikaal veel succes zoals de millionseller “Que sera, sera” uit de Hitchcockfilm “The man who knew too much” uit 1956 (met James Stewart). Het nummer stond tot 2009 in de Top 2000 en het zal me niet verbazen als het dit jaar een feestelijke come-back maakt. Na het overlijden van Martin Melcher bleek dat hij haar volledige fortuin erdoorheen had gejaagd. Ze bleef berooid achter. Opnieuw een relatie met een schaduwkant.
Doris Day in 1960
Terry en Charles Manson
De grootste schok van haar leven, zoals ze het zelf noemde, kwam echter in 2004 toen haar zoon Terry (haar enige kind) stierf. Ze leefde toen al geruime tijd een teruggetrokken leven gewijd aan de opvang en verzorging van zwerf- en asielhonden.
Terry had zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot een succesvolle musicus en meer nog een platenproducent.
Hij werkte samen met grootheden als Brian Wilson, Paul Revere & the Raiders, Wayne Newton, Frankie Laine, Jimmy Boyd, Pat Boone, Glen Campbell, Mark Lindsay en de The Mamas & the Papas. Hij produceerde bijna alle platen van The Byrds.
Hij wordt beschouwd als een van de scheppers van The Californian Sound en de folk rock beweging uit de jaren zestig. In 1968 raakte Terry, geheel ongewild, betrokken bij een angstaanjagende en gruwelijke gebeurtenis. Dennis Wilson van de Beach Boys bracht hem in contact met een goede bekende van Dennis, de musicus Charles Manson. Die was met zijn “family” ingetrokken bij Dennis. Net als Dennis Wilson toonde Terry Melcher interesse in de muziek van Manson en ook in de sekte die hij had gecreëerd. Terry overwoog daar een documentaire aan te wijden. Om verschillende redenen gingen de aanvankelijke plannen niet door.
Terry distantieerde zich van Charles Manson. Verondersteld wordt (maar niet zeker) dat dit tot woede en wraakgevoelens bij Manson heeft geleid. Hoe het ook zij, kort na de breuk tussen Terry en Manson verhuisde Terry en kreeg zijn oude huis nieuwe bewoners: Roman Polanski en zijn vrouw Sharon Tate. Het vermoeden bestaat dat de moordoperatie die Sharon Tate het leven kostte eigenlijk gericht was op Terry Melcher. Dit is echter nooit duidelijk geworden.
Mid Sxties. Terry Melcher (links), enigst kind van Doris Day, ze waren zeer hecht, maakte naam in de wereld van de popmuziek, onder meer als producer. Hier met Gene Clark en David Crosby van de Byrds. Terry produceerde alle platen van de Byrds. Zijn contacten met de Beach Boys brachten Charles Manson op zijn pad.
Terry bleef zijn hele leven heel close met zijn moeder en werd onder meer co-producent van "The Doris Day Show" op televisie die Doris in 1968 weer wat inkomen opleverde na de affaire met Martin Melcher. Een jaar later kreeg ze de “Golden Globe for Best Actress in a Television Series”. Ze hield het vijf jaar vol. In 1971 en 1975 kwam ze nog even terug op tv met specials. Nog weer later in 1985 en 1986 had ze haar eigen talkshow ("Doris Day and Friends"), waarin het vooral ging over haar grote betrokkenheid bij dierenwelzijn, meer in het bijzonder de opvang van zwerfhonden. Dat belette haar overigens niet op haar 89 ste nog een plaat uit te brengen. Haar 29 ste. “My Heart” kwam uit op 5 september 2011. Acht songs, waarvan drie geschreven door Terry, waren nieuw. De meeste andere waren midden jaren tachtig opgenomen voor haar eerder genoemde tv-programma
2011. Op haar 89ste verscheen de laatste LP van Doris Day, My Heart.
Het feministisch perspectief
1959. Affiche van Pillow Talk, een van de drie succesfilms samen met Rock Hudson. Rock bleef een van haar meest dierbare filmvrienden.
Doris Day werd door sommige feministen bekritiseerd omdat ze een onrealistisch vrouwbeeld zou creëren, maar in de jaren zeventig kwam daar al een correctie op. Wie beter keek, moest erkennen dat de actrice zelfs in de jaren vijftig al rollen speelde waarin het personage een zelfstandige, werkende vrouw was die voor haar eigen mening opkwam. In haar memoires, gepubliceerd in 1976, maakte Day haar zedige imago belachelijk. ‘Ik sta bekend als een keurige maagd, het ideale buurmeisje. Dat imago is net zo verzonnen als de films waarin ik speel. Maar ja, ik ben nou eenmaal mevrouw Kuisheidsgordel.’ Ze voegde eraan toe dat ze ook speelde in films waarin ze werd verkracht, streed tegen de Ku Klux Klan of volkomen hysterisch werd. Haar favoriete rol was die van Calamity Jane, een drankzuchtige, ruige revolverheldin uit het Wilde Westen. (Frits Abrahams, Archief NRC, 15 mei 2019). En als we het dan toch over de brave uitstraling van Doris Day hebben, is de volgende uitspraak van John Updike misschien wel heel erg treffend:
John Updike, a fan of Day’s, found something fascinating and alluring in just this niceness. I think she would be a great subject for contemporary author Curtis Sittenfeld. She was the quietly heroic epitome of what Betty Friedan called the feminine mystique, and nothing was more misconceived than Oscar Levant’s sneery wisecrack about knowing Day “before she was a virgin”. Day actually often played a wife and mother, or a sensible modest person. She was a public figure whose desires and woes were (mostly) private, and in her private life was a staggering array of misfortunes.
1953. Calamity Jane wist van wanten.
Een van de feministen die hoorbaar geniet van de huidige manonvriendelijke klimaatcrisis, is NRC-recensiste Joyce Roodnat (NRC, 22 mei 2019). Zij schrijft onder meer, zwelgend in weer een stukje historisch bewijsmateriaal voor de stelling dat de man niet deugt, naar aanleiding van het verscheiden van Doris Day:
Day bleef haar tophit “A guy is a guy” vertolken. Honderden keren zong ik gedachteloos mee, nu volg ik regel voor regel de song die in marstempo door een meisjesleven jakkert. Een man stalkt haar, like I knew he would. Hij wil zoenen. Zij niet. Hij doet het toch. Ze trouwen, want “they all agree on a married life for me”. De laatste zin is ronduit naargeestig: “That’s what he did to me”. Dat is wat hij me aandeed.
Doris Day stond voor de vrouw die na de Tweede Wereldoorlog de bedoeling was geworden. Smetteloos blond. Gezond, sportief, volgzaam. Kinderlijk, grappig en een tikje onnozel. Veroordeeld tot een roemloos professoraat in de aanrechtkunde. Vooral niet ambitieus want “when they hit thirty” (cf. T. Baudet in een ‘essay’) moeten vrouwen getrouwd zijn en moeder. Zo niet, dan zijn ze rijp voor de sloop.
Toen ik dit las sloeg de schrik me om het hart. Welk risico liep ik met dit stukje op mijn eigen website? En hoe zouden mijn kinderen en kleinkinderen straks over mij oordelen? Hoe fout zou ik ooit worden neergezet in de lijstjes die nu natuurlijk overal gemaakt worden? Kon ik Doris niet beter negeren, of verraden? Meehuilen met de wolvinnen in het bos? Peter Bradshaw gaf me net op tijd een kontje zodat ik weer over mijn eigen inktzwarte schaduw kon heen gluren.
Ja, ik ben toch wat meer gecharmeerd van het artikel dat Peter Bradshaw op 15 mei in de Guardian aan het overlijden van Doris Day wijdde. Met onder meer de volgende passage:
The face of Doris Day, eerily beautiful in all its buttery-blond wholesomeness, beamed over Hollywood in the 50s and early 60s like a gigantic roadside billboard advertising the American way. In that extraordinary period of white America’s postwar prosperity and patriotism, Doris Day was the biggest box office and recording star in the US: easily equalling the music-movie crossover success of alpha males such as Frank Sinatra and Elvis Presley, although somehow without being entitled to the guys’ iconic status.
De VS op het toppunt van hun macht. Veilig en welvarend, geen tegenstrever die ook maar in de buurt kwam, ook de USSR niet. Maar ook, of misschien juist daardoor het land waar iedere zaterdag vol verwachting werd uitgekeken naar de cover van de Saterday Evening Post met de legendarische illustraties van Norman Rockwell. Superromantisch. Arcadisch. Aandoenlijk. Doris Day, maar dan anders.
Het is allemaal met de wijsheid van nu. Na zoveel jaren. Doris Day moest het doen met de talenten en mogelijkheden van haar tijd. Ik moest het doen met een luizig bubble gum movie star plaatje. Ergens in de vroege jaren vijftig, zondagmiddag zo rond kwart over drie, rust bij EMM – BVC (of een vergelijkbare wedstrijd), Oude Amersfoortseweg, Hilversum.
Maar als je daarmee al een jongenshart kunt veroveren, dan moet je toch wel een beetje bijzonder zijn geweest. De rest is historie en de historie liegt niet. Doris Day was bijzonder.
Voor de lijst met al haar artistieke prestaties en eerbewijzen verwijs ik graag naar internet. Hieronder alleen nog de twee liedjes die ik niet meer uit mijn hoofd krijg: “Que sera, sera” en “A guy is a guy”.
Que sera, sera
Que sera, sera (Whatver will be, will be) werd geschreven door Jay Livingston en Ray Evans en dateert van 1956. Doris Day zong het in de Alfred Hitchcock film "The man who knew too much" (1956). Het nummer bereikte een nummer 2 notering in de Billboard Hot 100 en werdnummer 1 in de UK Singles Chart.
When I was just a little girl
I asked my mother, what will I be
Will I be pretty
Will I be rich
Here's what she said to me
Que será, será
Whatever will be, will be
The future's not ours to see
Que será, será
What will be, will be
When I grew up and fell in love
I asked my sweetheart, what lies ahead
Will we have rainbows
Day after day
Here's what my sweetheart said
Que será, será
Whatever will be, will be
The future's not ours to see
Que será, será
What will be, will be
Now I have children of my own
They ask their mother, what will I be
Will I be handsome
Will I be rich
I tell them tenderly
Que será, será
Whatever will be, will be
The future's not ours to see
Que será, será
What will be, will be
Que será, será
En het klinkt zo: Que sera (met beelden uit de Hitchcockfilm The man who knew too much)
A Guy Is a Guy
Geschreven door Oscar Brand en uitgebracht in 1952. Van oorsprong een Engels liedje: "I Went to the Alehouse (A Knave Is a Knave)". Het dateert van 1719. Tijdens WO 2 zongen de soldaten een alternatieve tekst: "A Gob Is a Slob". Doris Day maakte er in 1952 een wereldhit van.
Guy Is A Guy
I walked down the street like a good girl should
He followed me down the street like I knew he would
Because a guy is a guy wherever he may be
So listen and I'll tell you what this fella did to me
I walked to my house like a good girl should
He followed me to my house like I knew he would
Because a guy is a guy wherever he may be
So listen while I tell you what this fella did to me
I never saw the boy before
So nothin' could be sillier
At closer range his face was strange
But his manner was familiar
So I walked up the stairs like a good girl should
He followed me up the stairs like I knew he would
Because a guy is a guy wherever he may be
So listen and I'll tell you what this fella did to me
I stepped to my door like a good girl should
He stopped at my door like I knew he would
Because a guy is a guy wherever he may be
So listen while I tell you what this fella did to me
He asked me for a good-night kiss
I said, "It's still good day"
I would have told him more except
His lips got in the way
So I talked to my ma like a good girl should
And Ma talked to Pa like I knew she would
And they all agreed on a married life for me
The guy is my guy wherever he may be
So I walked down the isle like a good girl should
He followed me down the aisle like I knew he would
Because a guy is a guy wherever he may be
And now you've heard the story of what someone did to me
And that's what he did to me
En hier hoe het klonk: A Guy is a guy. Met clips uit twee films: "On Moonlight Bay" en "By the Light of the Silvery Moon"
Gerard van de Schootbrugge
27 mei 2019