Hugo Poelen 70 jaar

Feesttekst, 18 juni 2020

Hugo Poelen 70


Nu, 2020, vieren wij dat het vijf jaar geleden is dat onze goede vriend Hugo Poelen 70 jaar werd. We zouden natuurlijk moeten vieren dat hij dit jaar 75 is geworden (op 16 maart), maar klein grut gooit dit jaar heel fijn roet in het feestmaal.

Hugo Poelen: Soortgenoot, dorpsgenoot (Hilversum), schoolgenoot (RK Lyceum voor 't Gooi), geen klasgenoot wel leeftijdsgenoot, stadsgenoot (Utrecht), jaargenoot (op Veritas), bijna jaarclubgenoot, studiegenoot (wis- en natuurkunde), vakgenoot (soort van...) en lotgenoot (?).

Vijf jaar geleden ontving een versleuteld bericht van zijn dochter Annechien om een bijdrage aan het Liber Amicorum te leveren. Hieronder het resultaat van mijn goedbedoelde maar zeer fragmentarische reflectie.


Hugo door mijn/onze jaren heen

Hugo en ik hebben aanvankelijk in parallelle schoolwerelden langs elkaar geleefd. Het RK Lyceum voor ’t Gooi, Emmastraat, Hilversum. We deden gelijktijdig eindexamen in 1963. Hugo HBS B, ik Gymnasium Beta. En zonder het van elkaar te weten gingen we in Utrecht wis- en natuurkunde studeren. Subtiel maar niet onbelangrijk onderscheid: Hugo koos geofysica als bijvak, ik astrofysica. Hugo’s bijvak werd belangrijk voor hem, mijn bijvak eindigde als minder dan een hobby. En we meldden ons aan bij het Collegium Studiosorum Veritas. Vervolgens werd het praktisch onmogelijk om elkaar nog te ontlopen.


En zo kon het gebeuren dat we elkaar tijdens de groentijd leerden kennen. Sterker nog, toen aan het eind van de groentijd de jaarclubs geformeerd moesten worden, heeft het erom gespannen of Hugo, net als ik, toe zou treden tot de geruchtmakende jaarclub Flikkerlicht, een stamppot van Hilversummers en Utrechtenaren van het Boni-ras, met verder een verdwaalde Brabander. Maar Hugo, altijd zijn eigen spoor trekkend, koos voor een groep maten die iets met roeien hadden. Verstandig, want de combinatie Flikkerlicht en roeien had nooit tot Olympische selectie geleid. Maar dat alles kon niet verhinderen dat de contacten tussen Hugo en mij, en ook tussen Hugo en jaarclub Flikkerlicht, intensief werden en bleven. En niet alleen in de ontspannende sfeer.

Kort na de groentijd werden we geacht ons als natuurkundige te gaan profileren. Dat betekende onder meer dat er in paren practicum gedaan moest worden. Het lag voor de hand dat Hugo en ik deze uitdaging samen oppakten. Een sterke tandem, ik kan niet anders zeggen. Achteraf gezien een wonder hoe we, door ijzeren discipline en meedogenloze efficiency, in staat waren onze scholing te combineren met al die andere bezigheden waarvan bekend is dat ze aan de basis staan van wat wel met Bildung wordt aangeduid.

De jaren verstreken, de banden bleven, soms een beetje leeggelopen meestal op volle druk. Onderlinge banden en de gezamenlijke band met Veritas. En ook na onze studie zagen we elkaar, zij het minder regelmatig. Er werd getrouwd en het toeval wilde dat we beiden een nestje bouwden op ongeveer 15 meter van elkaar. Bosboomstraat, Utrecht. Twee bovenverdiepinkjes waar we paarsgewijs maar ook als kwartet erg blij mee waren. Beperkt qua faciliteiten maar samen goed genoeg. Wij beschikten over een nieuwe wasmachine (bruidschat), Hugo en Tony bezaten een douche. Dus douchten wij bij onze vriendelijke buren en namen we, als we klaar waren, een goed verzegeld zakje met Hugo’s sokken mee terug. Kleine zaken? Niet voor ons anders waren we ze allang vergeten.

De vreemde vogels vlogen uit, maar niet voor altijd. Na verblijf in verre landen (Tonny en Hugo)woonden we op een bepaald moment weer bij elkaar om de hoek: Voorburg/Nootdorp, wat scheelt het. We zagen elkaar op blije en trieste momenten. En op Veritas, waar we vaste bezoekers waren (en nog zijn) van de jaarlijkse Reünistendag.

Toen we in de nazomer van 1963 onze fiets op het Hiëronymusplantsoen stalden om ons aan te melden voor Veritas, kenden we elkaar nog niet. Niet zonder symboliek landden Hugo en Tonny een halve eeuw later in Utrecht in het Hiëronymushuis, de plek waar ooit Veritijnen ter kerke gingen toen Veritijnen nog katholiek waren.

Als je zeventig wordt heb je het nodige meegemaakt. Dan heb je ervaren dat bijna alles, maar niet alles, veranderd is. Wat niet veranderde is de oude band. En dan kun je wel overal vol trots roepen dat je fysicus bent, dat mag je er niet van weerhouden om te erkennen dat er zaken zijn waarover fysici moeten zwijgen, zoals de zegen van Sint Hiëronymus rustend op een levenslange relatie.


Gemma en Gerard van de Schootbrugge

25 mei 2013. Utrecht. Het Veritasjaar 1963 na vijftig jaar weer samen in de oude Botanische Tuin van prof. Went aan de Lange Nieuwstraat. Hugo achterste rij, rechts naast het door Matje Muris met de grootste moeite overeind gehouden vaandel. De auteur staat geheel rechts. Twee jaar later was Hugo 70.