Over drie uur

Kort verhaal, 14 jui 2015

Over drie uur


.

‘Heb je nog geslapen?’


Een vraag vol machteloosheid omdat ze het antwoord wist.


‘Je bent nog steeds niet naar de wc geweest, hè?’


Smeken, vervloeken. Angst. Bezorgdheid. Geen medelijden. Die fase was ze voorbij.


‘Wim, zo kun je niet naar je werk. Je bent ziek. Denk een keer aan jezelf. Denk aan mij. Je hebt kinderen. Kleinkinderen.’


Met één hand steunend op tafel, de ander in zijn zij, had hij gezegd: ‘Ik moet liefste, ik moet. Juist vandaag kan ik niet gemist worden. Over drie uur zit ik op het ministerie. Het is erop of eronder. Dat weet je toch?’


‘Erop of eronder. Ja, voor jezelf, Wim. Voor ons. Geef het toe, dan is het misschien nog niet te laat. Zal ik de dokter bellen?’


‘Staat de dienstauto er al?’


‘Ja. Zal ik Joop terugsturen? Moet hij nog stukken mee terugnemen?’


Zwijgend had hij zijn hoofd geschud, met een forse slok de derde pil ingenomen, zich verslikt, zijn vrouw gekust en was vertrokken. Zij had voor het raam gestaan toen hij instapte. Ze zag zijn pijn. Ze voelde haar angst.


In de auto had hij de chauffeur gevraagd hoe het met zijn dochtertje ging. De leukemie leek onder controle. Of hij nog naar ADO was geweest. Tegen wie speelden ze ook al weer? FC Groningen. Watjes. Was zeker een makkie? Gelijkspelletje, 1-1.


Zolang hij niet bewoog, ging het wel. De pijnstillers waren een uitkomst. Waar had hij het lijstje met afspraken gelaten? Had hij het in zijn koffer gedaan? ‘Joop wil je Maria even bellen?’ …‘Dag Maria, ik ben het boodschappenlijstje van vanochtend kwijt. Om halfnegen Finance. Oké. Dan Strategie en Marketing? Is onze nieuwe man er al? Wat was zijn naam ook al weer? Rob Venema. Oké. Hoe bedoel je? Natuurlijk voel ik me goed. Wat zeg je? Heeft mijn vrouw gebeld? Ach ja, je weet hoe ze is. Soms een beetje vermoeiend al die ongerustheid. Maar ze bedoelt het goed. Nee hoor, een spannende nieuwe week en ik heb er zin in. Wat gaan we na Venema doen? O ja, dat is waar ook. Telefonische afstemming met Van Gaalen. Kun je Van Gaalen even omboeken voor me, Maria? Ik wil voldoende tijd hebben om het bezoek aan het ministerie voor te bereiden. Wil je even bij Mark checken dat ik alle relevante EZ-clippings van de afgelopen twee weken krijg? Nee, het gaat echt goed met me. Helemaal opgefrist. Lekker met de kleinkinderen gezeild. Heerlijk. Vermoeiend, natuurlijk. Maar ook even het hoofd leeggemaakt. Heel belangrijk. Dankjewel, Maria. Tot straks.’


Eenmaal op kantoor had hij zoals gewoonlijk de portier begroet met “meneer de deurwaarder” wat steeds weer voor gegrinnik zorgde. Hij moest toch eens wat nieuws verzinnen.


‘Dankjewel Joop. Ja zet de tassen daar maar even neer. Maria haalt het schone ondergoed er wel uit.’


Weer zo’n versleten opmerking. Even later had Maria gezegd: ‘Uw vrouw heeft gelijk. U speelt met uw leven.’


Hij had gelachen, koffie besteld en gevraagd of Finance er al was. Natuurlijk zat Hans Bekkers al in de wacht. Boekhouders zijn nooit te laat. Niet zo negatief. Hans was eerlijk en betrouwbaar. Een van de weinigen. Op zo’n plek onmisbaar. Als je geen reëel zicht meer had op je financiële positie, hield het op. Maar als die zo beroerd was als het afgelopen jaar hield het sowieso op.


‘Dag Hans, ga zitten. Wat gaan we het ministerie vertellen? Zeg het maar.’ …


‘Voor mij even geen koffie, Maria. Doe maar een glaasje water.’


‘Het verhaal is glashelder, Wim. Onze reserves zijn ontoereikend om de afvloeiingsregeling af te dekken. Als het ministerie niet bijspringt met een extra dotatie reorganisatiekosten lopen we vast.’


‘Je bedoelt natuurlijk dat we de tent dan wel kunnen sluiten.’


‘Inderdaad.’


‘Waarom zou het ministerie ons in leven willen houden? Ze zitten zelf zwaar in de shit.’


‘Goeie vraag. Misschien om gelazer in het parlement te voorkomen?’


‘Als we daar genoeg steun hebben. Wat denk je?’


‘Ik heb begrepen dat we onze public affairs wat verwaarloosd hebben.’


‘Verwaarloosd hebben? Ik heb die kansloze Kamslager er niet voor niks uitgeflikkerd.’


‘Een beetje laat, Wim. Wat kan onze nieuwe man Rob Venema nu nog doen? Lobbyen en goodwill opbouwen kost tijd. Vooropgesteld dat we een goed verhaal hebben.’


‘Dat hebben we Hans. Punt is dat die verdomde Rekenkamer er doorheen is gefietst.’


Die had ik nooit op deze boekhouder los moeten te laten, schiet het door zijn hoofd. Hans is gewoon te eerlijk. Dat breekt ons nu lelijk op. We hadden veel meer moeten focussen op de projecten die wél zijn geslaagd. Met een multiplier onder de 1 komt de minister straks zelf ook niet weg in de Kamer. We hadden de impactfactor ruimer moeten interpreteren. Dan had iedere subsidie-euro misschien wel vijf euro opgeleverd.


‘Kunnen we dat rapport van de Rekenkamer nog aanvechten?’


‘Lijkt me niet. Je hebt zelf de conclusies geaccepteerd, Wim.’


‘Vind je het gek als niemand me waarschuwt. Ik moet toch ergens op kunnen rekenen? Op jullie bijvoorbeeld.’


‘Wiersma van Corporate Communicatie heeft gewaarschuwd.’


‘Jezus Hans, moet ik me nu voortaan laten leiden door de inzichten van CC. Ik begin nu ook aan jouw intelligentie te twijfelen.’


‘Sorry, Wim, natuurlijk heb je gelijk. We hebben allemaal zitten slapen. Ik ook. Die jongens van de Rekenkamer, het leken van die simpele zielen. Daar hebben we ons lelijk op verkeken.’


‘Jullie worden bedankt. Over een uur mag ik deze ballentent proberen te redden. We hebben meer tijd nodig. Kunnen we het nog afzeggen?’


‘Moeilijk. Ja, als er dooien vallen. Grapje. Maar even serieus: ik wil niet impertinent zijn, Wim, maar gaat het wel goed met je?...Wim?…Maria!’



Espunt, 14 juli 2015