Straattaal

Straattaal

Een verzameling versjes en gedichtjes waarin straten, pleinen en stegen centraal staan. De verzameling vindt haar oorsprong in mijn betrokkenheid bij het Delftse Straattheaterfestival Mooi Weer Spelen waar in in de jaren negentig nauw bij betrokken was. 

 


Stratenmaker

 

Op het hoekje van de Beringstraat

Waar die vloeiend overgaat

In de Straat van Magellaan

Zie je hem van verre staan

 

Watervast op blote benen

Stort hij daar zijn dobberstenen

Hij geeft ze aan de golven mee

De Stratenmaker van de Zee.

 

Espunt, 1993

 

 

Nog laat op straat

 

De straat gaat steeds zijn eigen weg

De goot volgt, ook al loopt de straat niet recht

De goot waarop de straat zijn maag mag legen

Is vervuld van drek en regen

 

En is de vrouw met schrobben klaar

Dan voelt de stoep zich weer trottoir

 

Op de hoek naast nummer zeven

Vormt de bank een vast gegeven

Pleisterplaats voor platte petten

Vagebonden, lunchpakketten

En bij nacht het zoete minnen

Je kunt er nu zo waar ook pinnen

 

De bankier zit er tot 's avonds laat

Hij ziet het geld, het ligt op straat

 

Graaf Fitti, 1993

Straatversje (voor ABN AMRO en hun vernieuwde kantoor)



De stoep

 

De stoep

Een man

Ziet toe

Hand in de zak

 

De stoep

Een man met hond

Kijkt toe

Zak in de hand

 

De stoep

Twee mannen en een hond

De een ziet poep

De ander stront

 

De stoep

Een hond die bout

Een man die vast de zak ontvouwt

Een tweede die

Zijn hand nog dieper in zijn broekzak douwt

En opgelucht weer verder sjouwt.

 

Espunt, 25 april 2015

 


Dolly


Wij kwamen Dolly tegen

Veel blonder kon haast niet

Wij bloosden en wij zwegen

Van zoveel peroxiet.

 

Op dodelijke hakken

De jager en de buit

Wij lagen nachten wakker:

Van zoveel hom en kuit!

 

Wij rockten op Good Golly

Miss Molly, Hit the Road

Ons brein verhit door Dolly

En door haar petticoat.

 

Espunt, 30 januari 2014



De Voorjaarskoers


Een weg

Van nergens tot aan niets

Een pet

Twee dijen en een fiets

 

Kamiel

Een vloek, daarna een zucht

Een wiel

Een tube zonder lucht

 

Houdt moed

Lacht langs de weg zijn wicht

Komt goed

Gij reed al menig gat op één been dicht

 

Espunt, 4 februari 2014

 


In onze wijk

 

Er is in onze wijk een klein plantsoen

Waar honden hun behoefte doen

Waar proefballonnen worden opgelaten

Waar kleuters tegen kraaien praten

 

Waar grind de perken niet te binnen gaat

Waar hier en daar een bankje staat

Waar overdag het pijpje wordt gestopt

Dat 's nachts vol vuur wordt leeg geklopt

 

Dit kleine, groene stadsorgaan

Leidt echt een multifunctioneel bestaan

 

Espunt, 7 december 2013



De straat was

 

De straat was

Hoepelen, hinkelen, knikkeren, hollen

De straat was

Huppelen, struikelen, flikkeren, tollen

De straat was

Fladderen, flodderen, hangen en dollen

De straat was

Zatlappen, dorpsgekken, pooiers en snollen

 

Die straat van steen en been

Die is niet meer

In plaats van pierement en Tante Leen

Gaat er nu house in blik te keer

 

Espunt


 

Straatvoetbal m/v

 

Twee hoopjes jassen

Vormen een goal

Elders twee tassen

Het plein voor de school

De bal is van Siem

Die dus eerst is met kiezen

Met Frits in het team

Kun je bijna niet verliezen


Terwijl ze daar hun strijd uitstrijden

Verschijnen groepjes giechelmeiden

Die quasi-nonchalant vanaf de hoeken

Heup gedraaid, en langs elkaar, het plein afzoeken

Het spel op zich kan ze maar matig boeien

Alleen van Frits gaat alles gloeien

 

Espunt



Appèl

 

Stram staan de gevels vandaag op appèl

Groen zijn de deuren en goud glimt de bel

Ruitje voor ruitje en raampje voor raam

Links de socialen en rechts vrij op naam

 

Espunt

 

 

In de put


Waar de straat gaat

Gaat de goot

Wie in de put staat

Die staat rood

 

Espunt

 

 

Plukjes aan zijn wiel

 

Er ligt een kat

De kat is dood

Zijn vacht is nat

Een beetje rood 

Hij zag de auto ruim op tijd

Wist niet hoe hard een auto rijdt 

Een meisje snikt

Haar eerste dood

Een krasje op haar ziel

Terwijl zij slikt

Rijdt hij door rood

Met plukjes aan zijn wiel

 

Espunt 1999



Er achteraan!

 

Vlaggen, trommels, toeters, bellen

Glimmend koper, stijle tred

Gouden tres en epaulet

Rode bies en kleppenpet

Nieuwe schoenen die wat knellen

Ik zag ze daar de hoek om gaan

Jongens, kom, er achteraan!

 

Espunt

 


beNarde Veste

 

Zoals het is, zoals het was

Een stad, een straat

Een grote plas

Een vreemde die te mijmeren staat

 

De straat staat glanzend waterpas

Licht speelt ermee als spiegelglas

De straat loopt vol van luchten

En boze buigeruchten

 

Narrenmans schudt bellenhoofd

De zon is door de straat geroofd

Het kan haar niet veel schelen

je kunt mooi weer ook spelen

 

Maar wie ontfermt zich nu ten lange leste

Over Delft en zijn beNarde Veste?

 

Espunt, Mooi Weer Spelen 1997



Stadse meiden

 

Stadse neuzen, stadse hakken

Stadse nagels om te lakken

Stadse geuren die doen snakken

Stadse meiden om te pakken

 

Espunt

 


Vermeer

 

Ook het Straatje van Vermeer

Worstelt met steeds meer verkeer

Om de grote schilder niet te hinderen

Moet de drukte fors verminderen

 

Espunt

Het Straatje van Vermeer bevindt zich in Delft.



Ouwe Jan

 

Zo lang als ik leef

Staat die toren al scheef

En ben ik straks dood

Staat ie nog uit het lood

 

Espunt

De Ouwe Jan is een kerk in Delft

 


Stadsdroom

 

Laat de pleinen tot mij komen

Spreekt de stad belust op macht

En drijft weg in schone dromen

Van een fraai gevlekte vacht

 

Laat de straten tot mij komen

Spreekt het plein vol klinkerpracht

Snel begint het vol te stromen

Heeft aan afvoer nooit gedacht

 

Laat de kleinen tot mij komen

Spreekt de speler en hij smacht

Op het plein onder de bomen

Naar een kind dat om hem lacht

 

Espunt



Hoekie om

 

Een kind dat voor het eerst het huis verlaat

Wat later komt de stap van stoep naar straat

Na nog wat jaren denkt het; kom

Ik ga het hoekje maar eens om

 

Ooit loerde het door knoest of heg

Toen werd het straat, nu is het weg

 

Espunt


 

Schone schijn


Tegels leunen op een nest vol mieren

Terrassen tonen schone schijn

Op het veldje naast de kerk

Proberen lelietjes van dalen

Bij een kleine, zwarte zerk

Vergeefs hun schouders op te halen

 

Espunt



Rassisme op de Beestenmarkt


Ter links

Ter rechts

Terrassen om ons heen

Dat gaat natuurlijk nooit lang goed

Tenzij men echt iets aan terrassenscheiding doet

 

Espunt

De Beestenmarkt bevindt zich in Delft

 


 

Buiten de Poort

 

Buiten de poort

Loopt een modderig pad

Je treft er enkel hazen

Binnen de poort

Wordt de rust soms verstoord

Door dronken Sinterklazen


De wachter ziet het lijdzaam aan

Hem kan het weinig schelen

Hij laat de Klazen maar begaan

De hazen laat hij spelen


De jager heeft zijn eigen doel

Hij wil het haasje schieten

Het kind, voor Klaasje in zijn stoel

Is bang voor Zwarte Pieten


De avond valt, de poort gaat dicht

Een haas is voor een schot gezwicht

Een kind over een paard getild

De wachter heeft het niet gewild

 

Espunt, 1995



Het portiek

 

In zijn jeugd was het portiek

Nog schoon en best een beetje sjiek

De deur ging wekelijks in het sop

En had een glanzend gouden knop

De vrouw werd op de borst geklopt

Als zij het stoepje had geschrobd

 

In dat jeugdige portiek

Stond de groenteboer dan even droog

Als hij een pondje peer afwoog

De melkboer vulde er graag het pannetje

Met een glanzend literkannetje

 

Dat portiek is oud en ziek

De verf is van de deur

Het laat nu alles lopen

Het heeft een bleke kleur

Men zal het wel gaan slopen

Laten we maar hopen

Dat dit lijden spoedig stopt

Al die spuiten elke morgen

Om zo'n portiek maak ik me zorgen

 

Espunt

 

 

Fanfare


Met de VPRO-gids in de ene hand

En in de andere de krant van wakker Nederland

Zakken wij vanuit het noorden

Af naar zuidelijker oorden


Zoals wij al eens eerder reisden

Moeten wij ook nu weer richting Eijsden

Bij Gronsveld gaat het richting Noorbeek

Voorbij Geertrui komt dan de doorsteek

Naar het veelbezongen Reijmerstok

Daar zitten we een week met links en rechts een kippehok

Vol bioritmisch sterk ontregeld haangeweld

Zijn alle kippen hier soms ongesteld?


Hoe het ook zij, de trotse mannen zijn geheel van slag

Ze kennen geen verschil meer tussen nacht en dag

Maar dit terzijde


Het gaat ons immers slechts om Eijsden

In Eijsden is al honderd jaar wat de hand

Zo leert de krant van wakker Nederland

Eendrachtigheid is uit het dorp verdwenen

Sinds er twee harmonieën zijn verschenen

Er zijn de rooien en er zijn de blauwen

Die met elkaar niet mogen trouwen

De krant van wakker Nederland geeft ons een volle pagina verslag

Omdat de majesteit het dorp bezoekt op koninginnedag


Op zoek naar eigen harmonie en evenwicht

Komt mij de VPRO-gids in't gezicht

Even wat anders dan de krant van wakker Nederland

Eens zien, wat is er met Jan Blokker aan de hand

Hij heeft voor vele films scenario's geschreven

De eerste was Fanfare, en hem is bijgebleven

Dat Haanstra op de plot kwam na het lezen van een bericht

Dat ergens in het zuiden een dorpje was ontwricht

Door muzikanten die elkaar niet kneisden

Ik dacht verrek.

Wat is er toch met dat verdomde Eijsden?

 

Espunt, 29 april 1995