Gerard van de Schootbrugge & Espunt
Praatje van 20 juli 2021
Lang leve de smartphone
Na enige aarzeling en groeiende technodruk hebben wij een smartphone in eigen beheer aangeschaft. En om ook maar gelijk een punt te maken: we hebben de technoknuffel al een dag niet aangeraakt. Daarmee hebben we ons in een armzalige tegencultuur gepositioneerd. De FFCAM- community (Freedom Fighting Cell Addiction Minority) die niet zal aarzelen ook een eigen omroepje te stichten.
Afdankertje
Een eigen smartphone. Eerlijk gezegd hadden we er al één. Een afdankertje van onze dochter. Tot grote verbazing van vrienden, bekenden en ook van familie en reaguurders heeft het apparaat bij ons geen verslaving gegenereerd. Gemma belde er alleen mee en ik nam in voorkomende gevallen alleen op. Verder redt ik me tot nu toe prima met een pre-paid Samsung GT-E1190, die maar zelden aanstaat. Alleen als ik in de herfst moederziel alleen het donkere bos in trek op zoek naar paddenstoelen, eist Gemma dat ik het kleinood activeer. Zij wil graag getuige zijn van mijn laatste snik. We hebben weinig vertrouwen meer in de zelfredzaamheid van de mens. 24-uurs surveillance is wel het minste.
In mijn jonge jaren had je nog de telefooncel, niet te verwarren met de cell telephone. Tussen huis en school stond er een. Een glazen hok waar we met een boog omheen liepen nadat het een keer was gebeurd dat we met zijn drieën in de cel stonden, de telefoon oppakten, uiteraard zonder geld in de gleuf te storten, waarna er zo maar iemand tegen ons begon te praten. Volgens ons kon dat niet en wij zijn dan ook in grote verwarring weggevlucht. Dit was zwarte magie. Het boze oog?
Een paar jaar later trokken wij liftend de wereld in. Vader kreeg een hand, moeder een zoen en de belofte dat we zeker een kaart zouden sturen. En dat deden we dan ook, na drie weken, halverwege onze vakantie. Ja, zo ging dat, een volgekrabbelde ansichtkaart uit Dubrovnik met een postzegel van Tito. De optie om in voorkomende gevallen vanuit het moederland direct te kunnen ingrijpen bestond nog niet en dat zorgde bij het thuisfront voor een gelaten rust. Het was de tijd van "op hoop van zegen".
Laat ik zeggen dat de moderne techniek de communicatie wat heeft geïntensiveerd. En daar hebben Google en zijn collega’s veel ruimte en energie en advertenties voor nodig (zie de Google-plant bij Delfzijl). Alles en iedereen staan nu op scherp. Loslaten is voorbij. In het moderne leven komen er alleen maar meer contactpunten bij. Hoogspanning!
iPhone 4
De ervaringen met het afdankertje van onze dochter hadden ons gesterkt in onze overtuiging dat je qua smartphone de baas over je eigen bestaan kunt blijven. Het kan dus wel! Je hoeft niet verslaafd te raken. Het afdankertje was een Apple iPhone 4, in 2010 geïntroduceerd, ruim drie jaar na de geboorte van de in veel opzichten revolutionaire (tweede) iPhone. Hoe je ook in dit gekkenhuis staat, blijft de volmondige erkenning dat het hier om een subliem stukje techniek ging. Apple heeft het succes in de loop van de tijd met nieuwe modellen kunnen vasthouden, maar het grote succes was niet onopgemerkt gebleven. Samsung werd een van de grootste concurrenten.
Onze iPhone 4 werd uitsluitend gebruikt als mobiele telefoon. Met een piepklein abonnementje. Een enkele keer werd er een plaatje geschoten, maar de camerafunctie was in 2010 nog niet indrukwekkend. Maar het apparaatje was meer dan opmerkelijk. Het bracht de doorbraak van de selfie, een teken aan de wand. Het opdringerige symbool van het egocentrisme dat door de technoknuffel, lees zelfknuffel, tot een mondiale plaag uitgroeide. Een mentale pandemie waarvan de ernst slechts langzaam doordringt. Ons oude knuffeltje werd in 2010 gepresenteerd met veel innovaties, onder meer de mogelijkheid om te facetimen. Een doorbraak op het gebied van het “videobellen”.
Er was voor ons een andere epidemie nodig om deze sciencefiction-optie te leren waarderen. Het zal duidelijk zijn dat wij geen techno-ontkenners, laat staan Luddieten zijn. Maar we blijven graag een beetje in control. Toen onlangs werd aangekondigd dat het 3G-netwerk uit de ether werd gehaald verloor de iPhone 4 voor ons zijn nut en gingen we op zoek naar een vervanger. Het werd de Samsung Galaxy A12, volgens de verder zeer vriendelijke verkoper een instapmodelletje. Ik besefte maar al te goed waar ik in ging stappen: in een bijna onvermijdelijk, alles verslindend, gulzig zuigend moeras.
Bell Company
Zo werden ooit in de telefooncentrale beller en ontvanger aan elkaar geknoopt. Al snel werd duidelijk dat vrouwen wat minder snel ruzie maakten met ontevreden en ongeduldige klanten dan de aanvankelijke mannelijke operators. Een hybride netwerkstructuur.
Het is misschien niet verwonderlijk maar wel interessant om te bedenken dat deze mirakeltechnologie in meerdere opzichten afstamt van de telefoon, de “verrespreker”. Ooit was de telefonie een kwestie van masten en kabels, het werk van de in 1877 door uitvinder Alexander Graham Bell opgerichte Bell Telephone Company die uitgroeide tot een machtige onderneming met een superieure R&D-unit: Bell Labs. Om grote afstanden te overbruggen moest het telefoonsignaal onderweg versterkt worden met zogenoemde repeaters, die we tegenwoordig weer overal aantreffen om ons Wifi-signaal op zolder te krijgen. Dat waren toen buizenversterkers, groot, energie slurpend en storingsgevoelig. De buizen gingen regelmatig kapot. Toen bij Bell Labs in 1947 een potentiële vervanger van de buis werd uitgevonden, de transistor, werd dat de basis voor het digitale tijdperk, de miniaturisering (chip) en uiteindelijk dus ook van de smartphone. Alles bij elkaar een onwaarschijnlijk groot succes van het menselijk vernuft met een navenante impact op mens en samenleving.
Revenge of the Nerds
Het bleek nog een hele toer om op het schap van de smartphone tot een keuze te komen. Het voorvoegsel verstandig laat ik maar even achterwege. Wat me uit al die specificaties is bijgebleven is dat sommige types zich afficheren als waterbestendig. Je gaat je dan gelijk afvragen wat de klanten onder water uitspoken. Ik kon me er niet zoveel bij voorstellen, tot ik tegen de “Smartphone Addiction Statistics for 2021” aanblunderde. Een op de acht volwassenen blijkt zijn smartphone ook onder de douche niet te kunnen missen.
Het zijn slimme nerds die ons steeds dommer maken. De jochies die kansloos zijn bij de meiden. Kennen jullie die film uit 1984: “Revenge of the Nerds”? Onderschat ze vooral niet, want ze hebben uiteindelijk het laatste woord! Ze zijn onmisbaar en onnavolgbaar. En nogal rancuneus. Ze laten ons nu dansen op hun vernuftige algo-ritmes.
Nu een grappig voorbeeldje van de evolutionaire quantumsprong die de mensheid sinds een jaar of tien doormaakt. Zelf was ik al eerder zeer geschokt door de nieuwe omgangsvormen die het nietige doosje te weeg brengt. Intussen al weer enkele jaren geleden was ik op een terras getuige van een jong stelletje, mogelijk zelfs verliefd, dat aan een tafeltje naast ons plaatsnam en in een soort pas-de-deux hun "first love" liefdevol naast hun bord legde om daar vervolgens de rest van de avond vol overgave mee aan de slag te gaan, zo nu en dan, bijna in trance, een vorkje prikkend. Ik probeerde me voor te stellen hoe ze via hun digitale voelsprieten misschien nog een soort van contact met hun "second love" onderhielden, als de eerste liefde even niet oplette. Maar ik twijfelde. Je kunt in de liefde niet voorzichtig genoeg zijn.
Oogcontact
De jeugd, laat ze toch. Later komt het allemaal wel weer goed. Soms, maar met verslavingen wil het wel eens anders gaan. Het stelletje op het terras miste die avond natuurlijk het nodige, al was het maar het elkaar lang en diep in de ogen kijken, handen naar elkaar uitstrekken en onhandig lieve woordjes stamelen. De derde dimensie die het bestaan diepte geeft. Maar dan dat jonge moedertje, en zij was niet de enige, dat dagelijks het rondje met haar baby maakte en daarbij ons huis passeerde. Dat was al weer een wat verdrietiger geval. Hoewel? Zij had op een of andere manier nog een kind weten te krijgen. Je vraagt je toch af of ons stelletje daar ooit nog aan toekomt. Het jonge moedertje heeft de smartphone in de ene hand en de kinderwagen in de andere. Ik gluur wel eens stiekem in zo’n wagen en dan valt me altijd weer op hoezeer zo’n hummeltje zijn best doet om oogcontact te maken. Die probeert het nog al is het tevergeefs. Ons stelletje is dat stadium natuurlijk allang gepasseerd. Het hummeltje zoekt oogconcat met mama, mama zoekt oogcontact met een schermpje. Praten tegen de hummel? Tja, er komt net een berichtje binnen. Baasje en hond dan? Honden houden hun baasje scherp in de gaten. Omgekeerd is de focus intussen een stuk minder. Het baasje beleeft dat wat voor zijn hond drie keer per dag een feestje is als een zombie. Voor hem is het contact beperkt tot een riem.
Een schermpje tussen moeder en kind. Hoe triest wil je het hebben? Een paar jaar later zitten er twee schermpjes tussen moeder en kind. Dan heeft het kind ook zelf een mobieltje.
Ik heb me verbaasd over de klachten van jongelui tijdens de corona-lockdown. Ze misten de contacten met leeftijdgenoten. Natuurlijk, dat begrijp ik. Maar als ik ze samen zie, dan zijn ze allemaal met hun mobieltje bezig. Bubbeltje, bubbeltje, bubbeltje. Echt contact is er even als het ene bubbeltje iets laat zien aan het andere bubbeltje om vervolgens samen in lachen uit te barsten. Even zijn beide bellen dan versmolten, via het almachtige schermpje. Heel even maar.
Een like in de kast
Ik weet het, ik klink als een oude man. Opsluiten zo’n fossiel. Een huisje op de prairie. Op een bankje in het park naast een paar andere piepende en Maar voorlopig blijf ik erbij dat hier sprake is van een ernstige verslaving van een ongekende omvang. En het is nog niet eens zozeer de smartphone an sich, het is de giftige combinatie met de sociale media en de manier waarop de toegepaste psychologie wordt ingezet om onze breinen te kapen. “It’s the dopamine stupid.” Een reactie, een duimpje, een emoji, een …, het is elke keer weer een shotje dopamine, de geluksbrenger. En de regisseurs achter de schermen weten (experimentele psychologie, Skinner) dat je moet afwisselen. Vijf keer voor niks kijken, een keer raak, duimpje. Dat verslaaft. Hoe kleed je je klantjes in het casino efficiënt uit? Door ze zo nu en dan een kluifje te gunnen om ze uiteindelijk helemaal leeg te zuigen.
Smartphoneverslaving is echt, ernstig en wijd verbreid. Gemiddeld ontgrendelen gebruikers 150 keer per dag hun toestel. De helft van de gebruikers schakelt het nooit uit. Zo’n 70 procent gaat met het ding naar bed. 75 procent geeft toe wel eens iets in te toetsen tijdens het autorijden, 45 procent checkt op vakantie regelmatig werkmail, 90 procent checkt zijn toestel tijdens een gesprek met vrienden of familie. En 85 procent van de volwassenen checkt zijn persoonlijke toestel op zijn werk. En zo kunnen we nog heel lang doorgaan. Het beeld is duidelijk: het beest heeft ons in zijn greep.
Nou, gefeliciteerd met je instapmodelletje hoor ik nu alom gniffelen. Maar laat ons met rust. Gun ons onze escape uit dit tranendal waar de Bijbelse Plagen ons om de oren vliegen. Is er geen ander verhaal van te maken, zullen sommigen zich misschien afvragen? Misschien.
De Nieuwe Tijd?
Het zou kunnen dat wij ook op dit terrein in een overgangstijd leven. Misschien zijn we wel getuige van de langverwachte fusie van neuro en techno. De integratie van digitale technologie met ons analoge brein. Er wordt aan gewerkt. Implantatie van chips is in de veehouderij al dagelijkse praktijk. Ons voorland (zoals met meer veterinaire ontwikkelingen). Er lopen al verlichte geesten rond met een chip onder hun schedel. Directe verbinding tussen biobrein en kunstbrein, tussen hersenen en internet. We kennen al virtual reality en augmented reality, maar dat komt "van buiten"..
De smartphone is praktisch vergroeid met zijn bezitter. Hij krijgt ontwenningsverschijnselen en fantoompijnen als hij zijn smartphone even moet missen. Hij valt in een heel diep gat. Inbouwen dat ding en verder leven als een marionet. Een CC (consumptiecyborg). Het hemelse visioen van de Mall of The Netherlands. Hoe mooi is dat? Zo kan het toch ook? Gevaar is wel dat de niet bioafbreekbare robot dan wel eens een meer voor de hand liggende stap in de evolutie kan worden. De echte science-fiction is nog maar net begonnen! Wij gaan morgen voor het eerst van ons leven genieten van een veel gebruikt toverdrankje: het what-sap. Onderzoekt alles en behoudt het goede.
Espunt, 20 juli 2021
Reacties
Op 22 juli 2021 schreef Frank Lips, een goede bekende en jarenlang de drijvende kracht achter het Nootdorpse Centrum voor de Kunst (voorheen De Damastbloem) het volgende:
Dag Gerard,
Ook ik heb kort een tweedehands smartphone gehad en hem al snel weer weg gegeven. Wat een ellende, al die aandacht die gevraagd wordt, ik deel mijn tijd liever zelf in. Al jaren gebruik ik een mobieltje voor ouderen (bellen en eventueel sms'en), zo een die openklapt en met een prepaid abonnement. Dat was nodig om als ik bij mijn dochter oppaste in geval van nood te kunnen bellen want zij heeft geen vaste telefoon meer. Tegenwoordig staat hij aan als ik onderweg ben zodat ik bereikbaar ben als er problemen zijn met mijn moeder (103 jaar). Gelukkig ben ik niet erg verslavingsgevoelig en heb ook geen 'fear of missing out'. Voor mij dus geen smartphone meer. Men kan mij ook bereiken middels email of de post. Met een paar personen schrijf ik nog af en toe (met illustraties), dat blijft ook mogelijk als we het maar blijven doen.
Iets anders, misschien heb je er wel eens over geschreven: Laatst kocht ik op een boekenmarktje een tweedehands boek en raakte met de verkoopster aan de praat. Het bleek dat ik haar eerste klant was waar ze zo, niet via internet, sinds anderhalf jaar een boek aan verkocht. Toen vroeg ze hoe ik wilde betalen en ik antwoordde dat ik het contant zou doen. Ook dat ik dat steeds meer aan het doen was omdat het anoniem is en niet op mijn bankafschriften te zien is in waar ik iets koop. Dat was een eyeopener voor haar. Als we het contante geld niet meer gebruiken zal het snel gaan verdwijnen, de banken willen niets liever, maar het gevolg daarvan is dat zo langzamerhand alles van mij bekend is bij hen en allerlei instanties. Als je smartphone aan staat zien ze in de winkels die je passeert of je een potentiële klant bent, kan de overheid eventueel nagaan waar je je bevindt. Vrijwillig denderen we zo op 1984 af of op de situatie in landen als China, Rusland, enz. waar big Brother alles van zijn burgers weet. Daar doe ik niet aan mee! De boekenverkoopster zei dat ze ook weer meer contant zou gaan betalen.
Groeten van Frank
Ik kon Frank melden dat ik inderdaad over het verdwijnende cash-geld had geschreven. Klik hier.