In Memoriam

Joop van de Pol

In Memoriam van Joop van de Pol, eerder gepubliceerd in de ReünistenVox van C.S. Veritas (mei 2020, nr. 80), op deze site gepubliceerd op 7 december 2020.


In Memoriam, Johannes C. (Joop) van de Pol (1943 - 2020)


Een bijzondere vent


Utrecht, september 1963. Voor de ingang van het Universiteitsgebouw op het Domplein. De nieuwe leden van Veritas hebben de Introductietijd afgesloten en hun bul in ontvangst genomen. Een van hen, overal bovenuit toornend, Joop van de Pol (met donkere bril) toont het waardevolle document met trots maar ook met enige zorg.





Op 22 maart 2020 overleed Johannes Christophorus van de Pol op de leeftijd van 76 jaar. Een bijzondere Veritijn, een bijzondere jaargenoot.


Er is een tijd geweest dat Johannes C. van de Pol nog gewoon Joop heette. Dat was in zijn Veritastijd. Hij kwam aan in 1963, ging sociologie studeren en werd praeses van het Veritasbestuur in het bestuursjaar 1966 – 1967 (medeleden Carla Groensmit, Ton van Stiphout, Michael van Gaalen en Jan Kuipers). Een bestuursjaar dat eindigde met een hoogtepunt dat uiteindelijk in een dieptepunt verkeerde: de aankoop van stadskasteel Huize Oudaen. Prijs 650.000 gulden (295.000 euro).


Op 15 augustus 1967 exact om 24.00 uur ontving Joop de indrukwekkende sleutel van het imposante gebouw aan de Oudegracht dat de ruimte en de allure bezat om Veritas te laten uitgroeien tot de belangrijkste studentenvereniging van Utrecht. Het is niet uitgesloten dat Joop zelfs verder dacht dan Utrecht. Joop dacht nu eenmaal groot en Joop bezat het charisma om die grote gedachten ook aan de man te brengen. Het was 15 augustus 1967, het feest van Maria Hemelvaart. Het Eigenhuis zat tjokvol, juichte en zong toen hun praeses de sleutel ten hemel hief.


Ruim een maand later, na de introductietijd (ik was lid van de IC), werd het nieuwe onderkomen ingewijd met een knalfeest (het groenentoneel had dat jaar een sterk Wild-Westkarakter). Het feest moest voortijdig worden afgebroken omdat de vloeren niet bestand bleken tegen massaal hossende Veritijnen. Het was het eerste en het laatste feest in Oudaen. Met de vloer verkruimelde Joops droom.


Oudaen werd een financiële molensteen om de nek van Veritas. Het heeft lang geduurd voor Veritas van deze molensteen werd bevrijd. Triest voor alle betrokkenen, en zeker voor Joop. Het Veritijnse deel van de Oudaenhistorie is op allerlei plekken uitgebreid beschreven. Waar ging het mis? Wie was er schuldig? Joop heeft steeds volgehouden dat het, ondanks de financiële tegenvallers, mogelijk was geweest.

Utrecht 15 augustus 1967. Sociëteit Eigen Huis. Joop van de Pol ontvangt van W. Schumacher, de vorige eigenaar van Huize Oudaen, de sleutel van het nieuwe onderkomen van Veritas. Grote opwinding over de mooie toekomst die Veritas te wachten staat in het indrukwekkende nieuwe onderkomen. Korte daarna zal de euforie omslaan in grote somberheid.


Utrecht, Domplein, september 1967. Joops bestuursjaar zit er bijna op. Joop (midden voor met zwarte bril, omringd door zijn bestuurlijke secondanten) heeft 400 nieuwe leden geïnstalleerd, heeft ze Huize Oudaen laten schoonmaken en gaat dat vieren in het Stadskasteel. Dat blijkt helaas niet bestand tegen voluit feestende Veritijnen.

1967, Utrecht, Oudegracht, Huize Oudaen. Het had zo mooi kunnen worden...



Truus van de Heuvel (jaargenoot en stadsgenoot)


Ik heb Joop voor het eerst ontmoet tijdens onze groentijd. Een in allerlei opzichten opvallende verschijning. Een jongeman met ideeën, met een visie, met een verhaal, dat hij zonder schroom voor een groep presenteerde. Wij waren tijdens de groentijd beiden lid van “de knokploeg” die ervoor moest zorgen dat er niets uitlekte van het groenentoneel dat was gecomponeerd door en werd ingestudeerd onder leiding van het illustere drietal Gerlof Abels, Cok van Veenendaal en Marius Verpalen. De knokploeg bewaakte de repeteerruimte en moest ook tijdens de opvoering voor bescherming zorgen. Allemaal jongens van boven de 1,90 meter. Naast Joop en ondergetekende herinner ik me Dick Rokx, Peter Botman, Ronnie Naayer en ruimschoots de grootste, en dus de commandant, Jan Boleij.


Joop van de Pol kwam uit een Amersfoortse vastgoedfamilie. Hij maakte in 1963 samen met zijn plaatsgenote Truus van de Heuvel zijn opwachting bij Veritas. Truus stuurde mij de volgende Amersfoortse herinnering aan Joop:


Dag Gerard,


Ik hoop dat je met onderstaande tekst iets kunt.


Joop zat in het bestuur van de leerlingenvereniging van het Constantijncollege, een jongensschool geleid door paters in Amersfoort, terwijl ik voorzitter was van de leerlingenvereniging van het Eemlandcollege, een meisjesschool geleid door nonnen. Tijdens de kerstvakantie werd in Amersfoort de interscholaire gehouden, een wedstrijd op cultureel en ik geloof ook sportief gebied tussen de middelbare scholen in Amersfoort: tekenen, declamatie, eloquentia, muziek zijn een paar onderdelen die ik me herinner. Onze beide scholen deden samen mee onder de naam Eemstantijn. Joop wilde Eemstantijn laten presteren en deed er alles aan om dat te laten lukken. Hij was een echte aanjager. Wekelijks, soms dagelijks, belde hij me op om van alles te regelen zodat we goed zouden scoren. En jawel, we wonnen de interscholaire wat daarvoor nog nooit was gebeurd.


Na de middelbare school gingen zowel Joop als ik een jaar naar Amerika. Los van elkaar, het kwam toevallig zo uit. Hij ging naar een middelbare school in Middletown, NY en ik naar een college in Keuka Park NY, ver van elkaar voor Nederlandse begrippen, maar dichtbij voor Amerikaanse. Ik ging een keer bij Joop op bezoek en toen wij in Keuka een feest hadden, nodigde ik hem uit. In Amersfoort waren we soms ook al naar dezelfde feesten gegaan. Bij Veritas kwam ik hem weer tegen. Het was prettig een vertrouwd persoon in een nieuwe omgeving tegen te komen en met hem van gedachten te kunnen wisselen. Hartelijke groeten, Truus


Go West Young Man

Mogelijk is Joops interesse in de VS, in het bijzonder New York, dus al vroeg gewekt. Niet lang na zijn bestuursjaar vertrok hij opnieuw naar de VS om daar zijn studie af te maken. Overigens was hij in de aanloop naar Oudaen ook al zeven weken in de VS geweest om rijke Amerikanen voor zijn Oudaenproject te interesseren. Het Utrechts Dagblad “Het Centrum” van woensdag 16 augustus 1967:


Veritaspraeses Joop van de Pol is in 1967 zeven weken in de Verenigde Staten geweest. Daar heeft hij onder meer burgemeester John Lindsay van New York, gouverneur Nelson Rockefeller en Robert Kennedy bereid gevonden zitting te nemen in een aanbevelingscomité dat de verkoop moet stimuleren van certificaten die de kopers symbolisch mede-eigenaar maken van Huize Oudaen.


Al snel vestigde hij zich als vastgoedadviseur met zelf een indrukwekkend appartement in hartje Manhattan waar in de loop der jaren ook zijn Veritasvriendjes een gastvrij onthaal kregen. Joop was gul, gastvrij en deed niet moeilijk. Joop zou Johannes (zijn nieuwe Amerikaanse vastgoednaam) niet zijn, als hij niet spoedig ook president van de Hollandse Club was geworden. Op een zeker moment hebben we Johannes ingelijfd voor de ReünistenVox als correspondent Amerika. In de editie van december 2011 leverde hij een mooie bijdrage over de grote feesten in de VS, met daarin onderstaande interessante kanttekening:


Sinterklaas wordt overgeslagen.....Hoewel. Ik ben toch zo'n beetje 35 jaar Sint geweest op de Nederlandse Club in Rockefeller Center, zowel voor de kleine kinderen als voor ‘de grote’. Maar pas één keer op het Amerikaanse net ABC (en RTL Nederland). En ook hier was er overigens weerstand tegen Zwarte Piet (Black Face). Eén keer weigerde een band om die reden op te treden tijdens het feest op de Nederlandse Club.


Ook hier weer een interessant spoor: “RTL Nederland”. In zijn bestuursjaar (of eerder) leerde Joop de heer Westerman voorzitter van het Bestuur Veritas “Eigen Huis” kennen, ondertekenaar van de Oudaenaankoop en vader van de later bekende RTL-correspondent VS, Max Westerman (oudlid van Corps). Vader Westerman maakte zich wat zorgen over de toekomst van zoonlief en benaderde Johannes in New York of die misschien iets van een job kon regelen. Uiteraard. Old Boys.


Joop van de Pol (in de VS Johannes) links voor in Cannes, netwerkend, tijdens de jaarlijkse MIPIM, "The world's leading property market".





Hoe Joop / Johannes het hem steeds weer flikte is een groot geheim, maar op 2 juli 1978 had hij het toch weer voor elkaar: een plek in een groot artikel in de New York Times over de buitenlandse belangstelling voor Amerikaans vastgoed:


New York Times, 2 juli 1978


“Generally, people in Europe feel that any deal being offered directly to them is something that has been rejected by Americans,” said Johannes C. van de Pol, who recently opened New York branch of his family's Netherlands consulting firm. Among the deals he said his family advises against are those advertised by firms with post office box addresses (...) On the other hand, people such as Mr. van de Pol, who runs a one‐man operation here, do not give full service. Rather, he directs his client to local appraisers, lawyers, bankers and brokers. He is an extension of the firm back home, thus enjoying a high degree of trust and confidence.


Henri van Heugten (jaargenoot) in het Zomerhotel

Henri van Heugten (j.v.a. 1965) kwam onder meer met de volgende mooie anekdote:


Joop van de Pol kwam in 1963 uit Amersfoort naar Utrecht, om sociologie te studeren en werd Veritijn. Ik zag hem voor het eerst toen Veritas in 1966 op de KNG voor het eerst een zomerhotel organiseerde. Dat was een beetje een experiment, dus wie in de stad was ging een kijkje nemen. Het was een soort hostel met nachtelijk vermaak voor buitenlandse studenten op vakantie, verder wat Veritijnen en anderen die tentamens moesten halen, of een tijdelijk (bij-) baantje hadden of eerst nog een bestuurswissel of commissie moesten voorbereiden.


Zo kwam een gemêleerd groep bezoekers, veelal ’s nachts na het sluiten van de het Eigen Huis binnen. Ook lieden met, laat ik zeggen, “een zekere afstand tot de traditionele studentenwereld”. Wie enkele jaren later de invoering van de zogeheten openheid meemaakte kwam hier af en toe een voorproefje tegen. Tijdens mijn kijkje hing in een hoek van de kroegruimte zelfs een gespannen sfeer. Daartussenin liep een lange ouderejaars gehuld in een hippiekleed en met een grote pollepel op zijn rechter schouder. Misschien gaf dat een functie aan. Hij bemoeide zich onbekommerd met de gang van zaken. Kees Ampt, die ook stond te kijken, zei: ‘nou moet Joop van de Pol niet zijn gezag gaan aanwenden, want dan kan het nog lelijk uit de hand lopen’. Maar die wandelde ontspannen rond, kletste wat met een aantal van de aanwezige groepjes, en loste ondertussen op wat moeilijkheden leken te worden, met hier een grap en daar een kwinkslag. Alles eindigde in pais en vree. Kort na de zomerperiode trad een nieuw VB aan met Joop van Pol als praeses collegii.


Misschien nog aardig om toe te voegen; ook jaarclubgenoot Ronny Naayer had een rol in het Zomerhotel. In het Annuarium 1967 wordt hij bedankt voor zijn inzet als uitsmijter, barkeeper en drinker.



Frans Smit (jaarclubgenoot)

Jaarclub De Klos, nog steeds actief. Joop was een van hen. Tegen de klok in de tafel rond: rechtsvoor Frans Smit, Jan Boleij, Joop van de Pol, Denis Schils, Ed d'Hondt en Henk Kienhuis. Ontbrekend: Edzard Scholtens en Sjef IJzermans.



Joop maakte deel uit van jaarclub De Klos, een "buitenbeengezelschap" omdat het een mix was van Eigenhuizers en Polypeuten. Blijkbaar een stabiele combinatie want de overlevenden hebben al wandelend en dinerend nog steeds regelmatig contact. Jaarclub ‘De Klos” bestond uit de volgende leden: Joop v.d. Pol, Ed d’Hondt, Denis Schils, Eric v.d. Stok, Henk Kienhuis, Edzard Scholtens, Jan Boleij, Sjef IJzermans, Ron Naayer en Frans Smit. Van Eric en Joop hebben ze afscheid moeten nemen.


Binnen de groep had Frans Smit de meeste contacten met Joop van de Pol. Hij leverde een mooi afscheidswoord. Zie hieronder.


Joop, een vriend voor het leven


In 1963, tijdens de groentijd leerde ik Joop kennen. Heel rustig keek hij rond en zocht – zoals hij mij later vertelde – onder zijn jaargenoten kandidaten voor wat zijn jaarclub moest gaan worden. Na de groentijd in “Eigen Huis” “verzamelde” hij hen om zich heen en vormde zo onze jaarclub. Zeker in het begin had hij iets vaderlijks over zich. In december van ons eerste jaar had ik nog nauwelijks college gelopen en geen studieboek ingekeken. Ik deelde mijn zorg hierover met Joop. Een moment was hij stil en keek in het niets. Toen sprak hij geruststellende woorden: ‘Ach, je hebt nu eenmaal tijd nodig om te wennen aan een nieuwe situatie en om vrienden te maken, dus.. niets aan de hand, heel normaal’


Na een paar maanden, zorgde Joop ervoor dat “zijn jaarclub” een fusie aanging met enkele leden van Polypous. Zo ontstond een nieuwe jaarclub waarvan de leden elkaar nog steeds regelmatig ontmoeten tijdens wandelingen en/of evenementen.


Vanwege Joops charisma, zijn magnetische aantrekkingskracht op zijn omgeving en zijn organisatietalent werd hij in zijn vierde jaar praeses van Veritas. Natuurlijk verloren wij Joop door zijn drukke functie (o.a. aankoop Oudaen) een beetje uit het oog.


Na zijn afstuderen vertrok Joop naar zijn geliefde Amerika, waar hij vóór zijn studie sociologie, een jaar aan Princeton University had gestudeerd. Hij woonde in New York in een prachtig huis op Washington Square. En alle vrienden die naar New York kwamen, mochten van zijn huis gebruik maken. Hij was daarin zeer gemakkelijk en hulpvaardig. Ook Ron Naayer en ik hebben, terwijl Joop afwezig was, van zijn huis kunnen genieten. Omdat wij nog niet onze wilde haren hadden verloren hebben wij ons vreselijk misdragen in die stijve en “deftige” Nederlandse Club in New York waarvan Joop voorzitter was. Achteraf was hij zeer ontstemd over ons gedrag maar heeft ons ook grootmoedig vergeven. 


Na een fietsongeluk enkele jaren geleden in New York ging het lichamelijk met Joop bergafwaarts. Omdat ziekenhuizen in Amerika langzaam onbetaalbaar voor hem werden, kwam hij steeds vaker terug naar Nederland om zich hier te laten behandelen. Ging het wat beter met hem dan keerde hij weer terug. Regelmatig reden mijn vrouw en ik hem in zijn rolstoel naar Schiphol. Omdat de wonden in zijn been maar niet wilden genezen verbleef hij steeds langer in ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen. Ik heb alle ziekenhuizen en verzorgingsinstellingen in en rondom Utrecht leren kennen. Omdat hij wel voelde dat terugkeren naar Amerika er niet meer in zat, heeft hij een appartement gehuurd in het centrum van zijn geliefde Utrecht. ‘Ik woon hier als in New York en met een schitterend uitzicht op de Domtoren,’ zei hij en daarmee lokte hij zijn vrienden en kennissen om hem te bezoeken. Eens vroeg hij of ik een wandeling voor de jaarclub kon organiseren zodat wij samen met hem (hij was toen al volledig afhankelijk van een rolstoel) in zijn geliefde Oudaen konden lunchen en vervolgens zijn appartement konden bezoeken.


Joops woordkeus was uniek: hij combineerde de Engelse taal in het Nederlands om iets te vragen. Uitdrukkingen als ‘Zou jij willen?’ of ‘Wil jij misschien iets voor mij doen?’ bestonden niet in zijn vraag om hulp. Hij zei: ‘Jij mag voor mij de deur open doen’ of ‘Jij mag voor mij een biertje uit de koelkast halen’.


Joop had een groot hart en in tegenstelling tot de schoonheid van zijn ziel, had hij weinig tot geen enkele aandacht voor de inrichting en/of de schoonheid van zijn huiselijke omgeving. Joop was een ongelooflijk positief en optimistisch voorbeeld in mijn leven. Waar hij ook aan leed tijdens zijn ziekte en wat voor ellende hij ook ondervond, het ging altijd goed met hem. Joop klaagde nooit over de pijn die hij ongetwijfeld leed door de botontsteking aan zijn been of over zijn lot dat hem steeds afhankelijker maakte. Joop was altijd tevreden. Een paar dagen voor zijn overlijden hebben mijn vrouw en ik, nadat wij met hem boodschappen hadden gedaan, een biertje gedronken in de Drieharingenstraat. Daar zag ik hem in zijn rolstoel volop genieten van het weinige dat hem nog overbleef.


Lieve Joop, ik ben niet verdrietig dat jij bent overleden, maar ik zal je verschrikkelijk missen.


Frans Smit











Gerard van de Schootbrugge (j.v.a. 1963)



Naschrift

Op de site van Utrecht 50 jaar terug, op 23 november 2017:


Veritas tekent koopcontract Huize Oudaen

Veritaspraeses Joop van de Pol is in 1967 zeven weken in de Verenigde Staten geweest. Daar heeft hij onder meer burgemeester John Lindsay van New York, gouverneur Nelson Rockefeller en Robert Kennedy bereid gevonden zitting te nemen in een aanbevelingscomité dat de verkoop moet stimuleren van certificaten die de kopers symbolisch mede-eigenaar maken van Huize Oudaen. Dat meldt het Utrechts Dagblad op woensdag 16 augustus 1967.

De eventuele kopers van de certificaten kunnen naar believen een ‘aankoopbedrag’ invullen op de aandelen, die voorzien zijn van een Latijnse tekst en de wapens van Veritas en Oudaen. Het geld is bestemd voor een ‘liefdadige’ stichting die opereert ten behoeve van Veritas en Oudaen. Joop van de Pol, die in Amerika gestudeerd heeft, heeft voor de Amerikaanse televisie over Kasteel Oudaen verteld. Volgens Van de Pol is er in Amerika veel belangstelling om medeeigenaar te worden van een kasteel op het continent. Kopers van de certificaten zullen bij een bezoek aan Veritas privileges genieten, aldus Van de Pol.

Ook in Nederland zal een verkoopactie voor Oudaen gehouden worden. In het aanbevelingscomité hiervoor zitten onder meer burgemeester De Ranitz en kardinaal Alfrink die beschermheer van Veritas is. Een en ander is die nacht om twaalf uur meegedeeld in Veritas’ huidige sociëteit Eigen Huis aan de Kromme Nieuwe Gracht, waar de officiële overdracht van het nieuwe bezit Oudaen is gevierd. Voorzitter Westerman van de stichting Veritas Eigen Huis tekende er in aanwezigheid van zingende Veritijnen het koopcontract. Praeses Van de Pol ontving de fraaie Oudaensleutel. Het pand is voor zeshonderdvijftigduizend gulden aan Veritas verkocht.

Veritas, met haar 1550 leden de grootste Utrechtse studentenvereniging, krijgt in Oudaen 70 procent meer ruimte dan het heeft in Eigen Huis. Het hele project Oudaen, inclusief verbouwing, kost Veritas 1,5 miljoen gulden. Het Eigen Huis wordt 1 januari verkocht. Het is getaxeerd op vijf ton, De verenging hoopt zelf middels acties een kwart miljoen op te kunnen brengen. Volgend jaar maart-april hoopt men dit te kunnen vieren in Oudaen.